Direct naar artikelinhoud
Coronavirus

Een kijkje in de ‘rode zone’ in Noord-Italië: ‘Het lijkt wel oorlog’

Wegcontrole bij Zorlesco in de Italiaanse rode zoneBeeld pauline valkenet

De ‘rode zone’ in Noord-Italië, waarin het coronavirus rondwaart, is hermetisch afgesloten. Politieagenten en militairen bewaken wie de brandhaard in en uit mag. 

De acht politieagenten met witte mondkapjes staan midden op de landweg naar Zorlesco. Ze hebben twee politieauto’s dwars over de weg gezet zodat niemand zomaar kan doorrijden. De hemel boven dit stille dorpje is dinsdag een grijze stolp zonder een sprankje zonneschijn. Plotseling loeien in de verte sirenes en komt er een ambulance met zwaailichten aangescheurd. De bestuurder is ingepakt in een wit beschermend pak. Hij laveert zonder te stoppen tussen de politieauto’s door en schiet weg, de ‘rode zone’ in.

De rode zone, dat zijn tien gemeentes ten zuidoosten van Milaan, die dé coronavirus-haard van Italië vormen. Het is een stuk mistige Po-vlakte waar vooral agrariërs wonen en het naar koeienpoep ruikt. Hier is eind vorige week de grote Italiaanse uitbraak begonnen. Vrijdag ging het nog om een handvol besmettingen, dinsdag waren het er al meer dan driehonderd.

Zo’n beetje alle Italiaanse besmettingen komen achter deze politieblokkade voor. Om verdere verspreiding tegen te gaan heeft de regering zaterdag bepaald dat alle vijftigduizend bewoners in ieder geval twee weken binnen dit vergrendelde gebied moeten blijven. Ze mogen er alleen uit als ze daar een hele goede reden voor hebben.

‘Die klote Chinezen ook!’

Sebastiano Susani heeft die. In zijn auto nadert hij de politiepost en laat zijn telefoon aan de agent zien. Hij heeft toestemming van de plaatselijke prefect gekregen: Susani moet buiten de zone koeien voeren. “Je kunt die beesten nou eenmaal niet aan hun lot overlaten”, zegt hij. Binnen de rode zone is van paniek geen sprake, vertelt hij. “Zondag werd er nog gehamsterd en stonden er lange rijen voor de supermarkten. Maar inmiddels zijn er genoeg supermarkten open, omdat er nu voor al het winkelpersoneel voldoende mondkapjes beschikbaar zijn. Voor zover ik kan zien, verloopt de bevoorrading goed.”

Lege schappen in een supermarkt in Pioltello bij Milaan.Beeld EPA

Een kwartier later mag Giuseppe Zani na controle Zorlesco ook verlaten. Hij heeft vanochtend zijn neef naar het ziekenhuis in de stad Lodi gebracht. Nu diens nierdialyse erop zit, gaat hij hem weer ophalen. “Het lijkt hier zo kalm en rustig hè?”, zegt hij. “Maar veel mensen zijn net als ik erg gespannen. Word ik ook ziek? Heb ik het virus zonder het te merken, en besmet ik misschien mijn kinderen? Dat zijn enge gedachten.”

Zani vindt vooral de avonden moeilijk. “Alles is dicht: de pizzeria, de bar, het restaurant. ‘s Avonds is het dorp uitgestorven. We zitten thuis en kijken tv. Zo triest.”

Na hem mag een nerveus uitziende man de rode zone in; hij moet naar het kerkhof om een graf te graven. En de man in het busje vol medicijnen staat ook op de lijst van de agenten en mag naar binnen.

Omdat hier dag en nacht vijfhonderd politiemensen nodig zijn om het cordon sanitaire zo goed mogelijk te handhaven en de politieleiding een tekort aan mankracht signaleert, is het leger ingezet. Verderop, bij de rotonde die naar Bertonico leidt, doen drie soldaten in camouflagepakken de controles. En hier is het gedaan met de relatieve rust wanneer Alfreda Bertoni, een magere geblondeerde vrouw, uit haar auto stapt. Ze woont niet in de rode zone, maar wil er wel doorheen. “Ik kan er niet meer tegen!”, schreeuwt ze tegen de militairen. “Ik heb epilepsie en ben depressief en moet elke dag naar de dokter en jullie laten me niet door! Daarom moet ik steeds een allejezuseind omrijden. Echt, ik ga mijn nagels in iemand zetten. Die klote Chinezen ook!” 

Vriendelijk kalmeren de soldaten de hysterische vrouw.

Uitstappen mag niet

Vriendelijk zijn de militairen daarna ook tegen Anna Rosa, een vrouw die voedingssupplementen naar Bertonico brengt. “Die geven je immuunsysteem een geweldige boost”, meent ze. “Precies wat de mensen hier nu nodig hebben. Een vriendin van me heeft ze besteld, maar de koerier mag de zone niet in. Daarom heb ik ze voor haar opgehaald.” Rosa mag van de militairen de rotonde oprijden en de voedingssupplementen aan haar vriendin geven. Maar ze mag niet uitstappen en haar vriendin een hand geven, laat staan twee zoenen op de wangen.

Een politiecontrole vlak voor de 'rode zone' in Noord-Italië, in het dorp Bertonico.Beeld Pauline Valkenet

Een paar honderd meter buiten de rode zone runt veehouder Marco Barbaglio zijn boerderij. Zo stil als de weg nu is, is-ie nog nooit geweest. “Het lijkt wel oorlog”, verzucht hij. De infectiehaard vlakbij zorgt voor enorme problemen. “Vijf van mijn negen werknemers wonen daar en mogen er niet uit. Vier werknemers melken mijn koeien, maar ik heb dus geen mensen om het mais te zaaien. En mijn stukken land in de rode zone moeten nu worden gemest. Kan ook niet.”

Marco Barbaglio schudt zijn hoofd. “Ik vind die afgrendeling overdreven”, klaagt hij. “Want alleen oude, toch al zieke mensen sterven aan dit virus. Een vriend van me in de rode zone is ook besmet. Hij wordt behandeld met aspirine. Ik bedoel: hoezo is dit anders dan de gewone griep? Dit is een hoop gedoe vanwege een virus waar bijna niemand aan dood gaat.”

Lees ook:

Onrust in Noord-Italië wegens coronavirus: “Er is haast niemand op straat”

Onrust in Italië nu ook daar sinds afgelopen vrijdag het nieuwe coronavirus rondwaart. “Er is nauwelijks iemand op straat.”