Direct naar artikelinhoud
Tv-ColumnRenate van der Bas

Wie met zijn hoofd op tv gaat, hoopt kijkers in te pakken met zijn talent of leuke bekkie. Wat als het anders loopt?

Een gesprek tussen een beul en een gemartelde.

Lijstjes met ‘DWDD’-hoogtepunten: toen Matthijs van Nieuwkerk twee weken geleden het einde van zijn programma aankondigde, verschenen ze overal. Maar de oude vos is nog niet uitgewerkt: maandag vond een gedenkwaardig gesprek plaats tussen Van Nieuwkerk en wetenschapper Erik Scherder. Ze biechtten aan elkaar op wat een grote angsthazen ze in feite zijn, deze twee zelfverzekerd ogende volwassen kerels.

Zó 2020.

Het gesprek was promotie voor de serie ‘Erik Scherder laat zich niet kisten’ die donderdag start bij de EO. BNNVara schrijft erover: “Ondanks zijn uitgebreide expertise lukt het Scherder niet om zijn eigen brein in bedwang te houden qua vliegangst, vrees voor enge ziektes, faalangst, nachtelijke piekerbuien en angst voor de dood”.

Je kon je maandag afvragen: dikken deze mannen dit gesprek – onder meer over niet op de snelweg durven rijden – niet enorm aan omwille van de kijkcijfers? Maar zeker Scherders relaas over diens gierende ellende toen oud-tv-recensent Hans Beerekamp negatief over hem schreef, kwam zeer geloofwaardig over. En was leerzaam bovendien.

In 2015 vergeleek Beerekamp (ex-NRC) Scherders optreden in ‘DWDD University’ met dat van een derderangsconferencier. Hij vond hem al te jolig bezig, benoemde diens ijdelheid en plaatste hem in de pikorde der tv-wetenschappers ruim onder publiekslieveling Robbert Dijkgraaf. De recensie teruglezend blijkt dat Beerekamp tegelijkertijd wel de kwintessens van de special over hersenproblemen en het belang ervan volledig onderschreef. Maar Scherder ervoer alleen de kritiek op zijn persoon, schaamde zich voor zijn collegae en verstopte zich het liefst onder een steen. Toen hij enige tijd later op een receptie was waar Hans Beerekamp ook rondliep, vertrok hij terstond, de staart tussen de benen.

Twee witbebaarde mannen aan een tafeltje

In Erik Scherder laat zich niet kisten gaat Scherder ‘met een geweer van de redactie in de rug’ de confrontatie met Beerekamp alsnog aan. We zagen al een fragment uit dit gesprek. Bijna komisch aandoende beelden van twee witbebaarde mannen aan een tafeltje, het leek wel gefilmd in een spiegelpaleis. Maar als je Scherder hoorde praten over de fysieke pijn en de zweetaanvallen die de mening van de tv-recensent hem had bezorgd, was dit eerder een gesprek tussen een beul en een gemartelde.

Het is niet anders: wie met zijn hoofd op televisie wil, hoopt alle kijkers in te pakken met zijn talent, kunstje, leuk bekkie of deskundigheid. Maar het risico bestaat dat het anders uitpakt, al dan niet door eigen schuld.

Collega Maaike Bos en ik praten hier wel over: hoe houd je je kritiek zuiver, richt je je op de haperende presentator of op de regie, wat is de oorzaak als iets niet goed gaat in een programma? Ik leerde van een telefoontje van een boze mevrouw, een argeloze geïnterviewde die ik had omschreven als een Koot & Bie-typetje, wat ze niet leuk vond. En toegegeven, waar ze per saldo ook niet zoveel aan kon doen.

Maar meestal kunnen en moeten we gewoon recht voor z’n raap zijn, zeker als het gaat om de publieke omroep: werden we hier als kijkers goed bediend voor onze belastingcenten?

Maandag genoten van Scherder, het been blijft onuitgestrekt. Ik was eerder in voor een omarming, en ik denk velen met mij.

Vier keer per week schrijven Renate van der Bas en Maaike Bos columns over televisie.