Direct naar artikelinhoud

Bedrijven lokken mbo’ers met goed salaris, scholen bezorgd om diploma’s

Bedrijven lokken mbo’ers met goed salaris, scholen bezorgd om diploma’s
Beeld ANP XTRA

Leerlingen van mbo-scholen zijn in trek op de arbeidsmarkt. In 2014 werd in 36 procent van de vacatures een mbo’er gezocht, nu ligt dat percentage al op 52 procent. Inmiddels proberen werkgevers de mbo’ers al voor hun slagen weg te lokken.

Dat blijkt uit een data-analyse van Jobdigger. “Vaak heeft de mbo’er een beetje de positie van de underdog of hebben mensen vooroordelen over mbo. Maar data toont aan dat deze groep absoluut onmisbaar is,” concludeert onderzoeker Mirjam Warners. Met name de vraag naar it’ers (van 7 naar 14 procent) en mensen in de gezondheidszorg (van 40 naar 51 procent) is hard gestegen.

De groeiende populariteit heeft alles te maken met de krapte op de arbeidsmarkt. Bedrijven hebben grote moeite mensen te vinden, waardoor ze de eisen bijstellen. “Werkgevers kunnen niet op universitair of hbo-geschoolde mensen wachten. Bovendien zit het mbo qua aanzien in de lift en zien bedrijven dat mbo’ers prima functioneren,” verklaart Ton Wilthagen, hoogleraar Arbeidsmarkt. Tijdens de economische crisis kozen werkgevers ook bij mbo-functies eerder voor bijvoorbeeld hbo’ers.

Studenten worden gelokt met mooie salarissen en auto’s. “Ik snap wel dat jongeren daardoor verleid worden,” zegt Jurgen van der Hel, voorzitter van jongerenorganisatie Job Mbo. Ook krijgen ze tijdens stages voortdurend de vraag wat hun ambities zijn en wat ze na hun studie willen doen.

Rammelen

De populariteit van hun studenten ontgaat ook de scholen niet. Ze zien dat bedrijven aan de poort staan te rammelen om hun studenten binnen te krijgen. Met als gevolg dat meer studenten de studie zonder diploma verlaten. “Voor de student is de verleiding van geld verdienen begrijpelijkerwijs groot,” reageert Arie Spruit, woordvoerder van Zadkine in Rotterdam. “Het is natuurlijk heel mooi dat mbo’ers zo gewild zijn. Tegelijkertijd is het doodzonde als ze hun opleiding afbreken zonder diploma.”

Mbo-scholen maken zich zorgen dat hun studenten zonder diploma als eerste weer op straat staan als het economisch minder gaat. De Mbo-Raad maakt afspraken met bedrijven om alle studenten een papiertje te laten halen. “We vinden het echt ongewenst dat studenten aan het werk gaan zonder dat ze klaar zijn met hun opleiding,  maar gezien de personeelstekorten snappen we ook dat het bedrijfsleven aan ze trekt,” stelt waarnemend voorzitter Frank van Hout. “Het halen van een beroepsdiploma blijft superbelangrijk. Zonder diploma is het veel lastiger om ander werk te vinden of verder te leren.”

Er zijn meer studenten die de overstap maken naar een bbl-opleiding, waar ze vier dagen werken en één dag school hebben. “We zien in de zorg bijvoorbeeld dat meer studenten in het derde of vierde jaar overstappen op zo’n bbl-opleiding. En bij de technische studies denken we er over na om meer van die opleidingen te creëren om bij de vraag van werkgevers aan te sluiten,” zegt Sabine Jimkes van ROC Mondriaan in Den Haag.

Studiebanen

Eerder overwoog het kabinet juist te bezuinigen op die leer-werktrajecten. Tijdens de crisis konden studenten moeilijk studiebanen vinden. Het aantal bbl’ers daalde naar een kleine 96.000 in 2015. Inmiddels zitten de studies flink in de lift en volgen bijna 130.000 studenten een leerwerkopleiding.

De mbo-scholen en bedrijven hebben zich altijd tegen de bezuiniging verzet, omdat de subsidie hard nodig is om leerwerkbanen te kunnen aanbieden. Hoewel de bezuiniging van tafel is, krijgen de bedrijven per saldo minder subsidie omdat het aantal studenten in de leerwerkbanen hard is gegroeid. “De subsidiepot is niet groter geworden. Daarmee kan het risico dat bedrijven stagiaires voortijdig een baan bieden toenemen, omdat ze dan geen begeleiding hoeven te bieden die een bbl-opleiding eist. Er zou eigenlijk meer geld bij moeten,” stelt Van Hout. 

Hot

Overigens merken mbo-scholen ook dat studenten na hun studie sneller kiezen voor een baan dan een vervolgopleiding. “Mbo’ers vinden het belangrijk om snel te gaan verdienen,” constateert hoogleraar Wilthagen. “Dat ze nu die keuze hebben is een compliment aan het mbo. Lange tijd dachten mensen: ik hoef niet naar het mbo. Nu is het mbo hot.”

De studenten zelf hopen dat die waardering blijvend is, ook als het economisch minder goed gaat. Van der Hel: “Ik hoop dat mensen inzien hoeveel waarde mbo’ers hebben. Een architect kan een mooi huis tekenen, maar zonder mbo’ers wordt er niets gebouwd.”