Direct naar artikelinhoud
Schaatsen

Routinier en nieuwe ster zorgen voor wereldtitels in Salt Lake City

Ireen Wüst, hier in actie in Salt Lake City. Op haar 33e is ze weer wereldkampioen geworden.Beeld EPA

De prestaties van Kjeld Nuis, Ireen Wüst en Jutta Leerdam verbloemden een toch wel moeizaam wereldkampioenschap voor Nederland.

De clean sweeps bleven weg, de Nederlandse dominantie ook. ‘Maar’ drie van de tien wereldtitels op de WK afstanden in Salt Lake City dit weekend gingen naar Nederland. De veterane Ireen Wüst, de nieuwe ster Jutta Leerdam en de verwachte winnaar Kjeld Nuis maakten er voor Nederland nog een WK van met een gouden rand.

Nuis (30) en Wüst (33) wonnen op de 1500 meter en Leerdam, 21 pas, werd zaterdag sneller dan ze zelf had verwacht wereldkampioen 1000 meter.

Het toernooi kwam voor wie van Nederlands succes houdt stroef op gang. Vooral Patrick Roest kende een tegenvallend toernooi, waarin hij na een diskwalificatie op de 5 kilometer (hij had zijn armband niet om) en een achtste plaats op de 10 kilometer werd gepasseerd voor de ploegenachtervolging.

Een verklaring werd gezocht in de grote hoeveelheid wedstrijden die Roest had gereden. Een andere redenering was dat zijn lichaam toch niet goed genoeg was aangepast aan het op grote hoogte rijden. De baan in Salt Lake City, waar men niet voor sfeer maar voor snelle tijden naartoe gaat, ligt op ruim 1400 meter hoogte en sommige schaatsers waren meer geacclimatiseerd dan anderen.

Troostprijs

De Canadezen, die ver boven verwachting presteerden, gingen zelfs in het niet ver van Salt Lake City gelegen Park City slapen, op 2500 meter hoogte. Het verschil van 0,54 seconden tussen Ted-Jan Bloemen en Sven Kramer op de 5 kilometer in het voordeel van die eerste was daar een rechtstreeks gevolg, stelde Kramer onomwonden bij de NOS. Bloemen woont op hoogte, terwijl Kramer laat vanaf zeeniveau moet invliegen omdat er in Nederland nog kwalificatiemomenten zijn.

Dat gegeven leidde ook voor andere Nederlandse favorieten tot afwezigheid van topvorm. Jorrit Bergsma stortte als titelverdediger op de 10 kilometer in elkaar en werd uiteindelijk vierde. Esmee Visser verprutste een 3 kilometer en op de 5 kilometer kwam ze vallend over de finish omdat ze helemaal stuk zat. Het was goed genoeg voor brons, al was dat voor de olympisch kampioen toch vooral ‘een troostprijs’.

Maar heel opvallend was de mindere goudvloot ook weer niet. Vorig jaar al normaliseerden de verhoudingen, toen vooral in het vrouwenschaatsen. Vier van de vijf gouden medailles halen, zoals op de Olympische Spelen in Zuid-Korea, bleek in Inzell toen onmogelijk. Alleen Wüst won in Zuid-Duitsland een individuele afstand.

Dit jaar was Wüst wederom de vrouw die voor succes zorgde. Zondagavond reed ze geen wereldrecord, zoals ze heel graag wilde, maar won ze haar vijfde wereldtitel op de 1500 meter. Ze bleef met 1.50,92 twee Russen voor: Jevgenia Lalenkova (1.51,13) en Jelezaveta Kazelina (1.51,41). Aan de boarding kreeg ze een dikke knuffel van haar ouders, en vloeiden toch wat tranen.

Het toernooi kende in Leerdam misschien wel de verrassendste winnaar. De nieuwe ster, exponent van een nieuwe generatie, imponeerde op de 1000 meter en versloeg met een zeer knappe 1.11,84 de Russische Olga Fatkulina (1.12,33) en Miho Takagi uit Japan (1.12,34).

Tanden bijten

Dit jaar is ook bij de mannen een kentering zichtbaar in de internationale verhoudingen. Van de drie titels bij de Spelen in 2018 en de drie bij het WK in 2019 was er dit jaar minder succes voor Nederland. Alleen Kjeld Nuis werd wereldkampioen. Een verwachte zege, zondagavond, op de 1500 meter in 1.41,66. Thomas Krol werd tweede met 1.41,73. De teamsprint en de ploegenachtervolging werden wel gewonnen. Kramer kwam dichtbij met zilver. 

Succes in andere landen is ook een gevolg van Nederlandse coaches die wederom als zendelingen van een Hollandse schaatscultuur kunnen worden gezien. Dat is niet een nieuw gegeven; de Nederlandse schaatscoach is al jaren een geliefd exportproduct. Maar in Salt Lake City hadden Bart Schouten en Remmelt Eldering succes met Canada (Ted-Jan Bloemen en Graeme Fish wonnen goud), en Johan de Wit en Dennis van der Gun zoals al bijna vanzelfsprekend met Japan op de ploegenachtervolging. Ook Eric Bouwman veroverde met zijn Duitse pupil Patrick Beckert een medaille (brons op 10 kilometer).

Maar de grootste vooruitgang werd dit jaar in Rusland geboekt, waar het hele team zonder Nederlandse trainers in de breedte een stap naar de topposities zette, al gaf de ‘Nederlandse Rus’ Kosta Poltavets in januari in Thialf nog hoog op van de structuur in zijn land die naar ‘Nederlands model’ is hervormd. Pavel Koelizjnikov is de absolute vaandeldrager, en ook Natalia Voronina verbaasde met een wereldrecord op de 5 kilometer (6.39,02).

Koelizjnikov bracht in Salt Lake City de sprintwereld naar een nieuw niveau. Hij verpulverde zaterdag het wereldrecord van Nuis op de 1000 meter en zette de nieuwe snelste tijd op 1.05,69. ‘Koeli’, zoals de Nederlanders hem regelmatig noemen, kan onberekenbaar zijn, maar zijn progressie komt vooral door het trainen in een team vol vedetten, vertelde Koelizjnikov eerder. 

Hij rijdt dagelijks samen met twee jongens die ook kampioen kunnen worden: Ruslan Moerasjov en Viktor Moesjtakov. Nuis gaf na afloop van zijn race zaterdag bij het AD ook aan dat hij elke training weer onder de indruk is van de snelheid die de Russen elke bocht ontwikkelen. Met één zin gaf hij de essentie van het wereldkampioenschap weer: “Zij rijden zo makkelijk hard, terwijl wij op onze tanden bijten.”