Direct naar artikelinhoud
REPORTAGEDe compositietekenaar

Langzaam oog in oog met de verdachte

Petra Donders tekent aan de hand van aanwijzingen het gezicht van Volkskrant-verslaggever Tjerk Gualthérie van Weezel.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

In het hoofd van het slachtoffer kruipen, dat is wat Petra Donders als compositietekenaar van de politie probeert. Ook al leunt de politie steeds meer op camerabeelden en dna-onderzoek, de tekenaars blijven vooralsnog onmisbaar. We nemen de proef op de som en laten Donders, aan de hand van onze beschrijving, een ‘verdachte’ collega tekenen.

Dromerige ogen. Boze ogen. Ogen als spleetjes, maar ook als opgeblazen kauwgomballen. Ogen met wenkbrauwen zo dik dat ze de ­kamerbrede exemplaren van Bert uit Sesamstraat naar de kroon steken. Tientallen voorbeeldogen rollen voorbij in de multomap die compositietekenaar Petra Donders op tafel heeft gelegd.

Nog geen kwartier is er verstreken of het zweet breekt de verslaggever al uit. En de opdracht leek nog zo eenvoudig: neem een collega in gedachten en beschrijf deze zo goed mogelijk, zodat Donders hem/haar kan ­tekenen. Ongeveer zoals dat gaat wanneer ze als compositietekenaar van de politie tegenover een getuige zit die haar duidelijk moet maken hoe de overvaller, verkrachter of doorrijder na een ongeluk eruitziet.

Hoewel de politie steeds vaker de beschikking krijgt over camerabeelden en ook onderzoek naar dna en vingerafdrukken steeds geavanceerder wordt, blijft het werk van de compositietekenaar onmisbaar. Soms heeft een getuige als enige het misdrijf – en de dader – gezien. In zo’n situatie kunnen de officier van justitie en het onderzoeksteam een beroep doen op iemand als Petra Donders. Zij is vooralsnog de enige compositietekenaar die werkt bij de landelijke ­politie-eenheid.

Noodgedwongen spelen we vandaag een beetje vals. Er is geen dader, dus ontbreekt wat slachtoffers van een misdrijf wel hebben: de drang om zo goed mogelijk te onthouden wat hen is overkomen. Maar met een foto van de uitverkoren collega op schoot, die Donders uiteraard niet te zien krijgt, mag een goed lijkende compositietekening geen probleem zijn.

Strenge ogen, type E15

Toch slaat al snel de twijfel toe. Want hoe kijkt collega Tjerk eigenlijk de ­wereld in? Doet hij dat met de wijd opengesperde, maar behoorlijk strenge ogen die in de zwarte ordner E15 heten? Of toch de wat bedaardere exemplaren met codenummer E71? En horen daar dan de wenkbrauwen van E82 bij, of die van E59?

Het wordt steeds duidelijk waar Donders vooraf op had gewezen. Compositietekenen is een vak apart. Maar omgekeerd geldt dat ook voor het beschrijven van een dader, zelfs van een collega die je meerdere keren per week tegenkomt op de werkvloer. Hoe moet dat dan wanneer je iemand maar een paar seconden hebt gezien, in het flauwe schijnsel van een straatlantaarn, terwijl je vecht voor je leven?

Toch, zegt Donders, kan zo’n vluchtige herinnering precies genoeg zijn om een verdachte uiteindelijk te kunnen oppakken. Door de enorme indruk die een traumatische gebeurtenis op een slachtoffer maakt, staan de beelden ervan vaak op diens netvlies gebrand. Al weet Donders nooit of het haar lukt om diep genoeg in het hoofd van een slachtoffer te kruipen en diens herinneringen over te brengen op een leeg vel papier.

Strenge ogen, type E15
Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Donders werkte nog op straat bij de politie in Tilburg, toen ze zich afvroeg waarom de droge beschrijvingen van verdachten toch zo weinig tot de verbeelding spraken. Voordat ze in het politievak rolde, had ze al een tekenopleiding gevolgd aan de Academie voor Schone Kunsten in het Belgische Arendonk.

Op eigen verzoek ging ze in de leer bij collega’s van de technische en ­wetenschappelijke politie in Brussel, op de afdeling forensic facial imaging. Bij wijze van vuurdoop moest ze een man tekenen die een vrouwelijke collega omschreef. Toen de tekening af was, glunderde het 3-jarige kind van de vrouw: ‘Papa!’ Donders leidde eruit af dat ze aanleg had voor het vak.

Inmiddels wordt ze gevraagd om door heel het land compositietekeningen te maken. Donders vertelt niet welke tekeningen van haar zijn, al zijn er kenmerken die haar stijl verraden. Zo tekent ze altijd in zwart-wit: kleur draagt volgens haar niets bij aan de gelijkenis. En waar sommige collega’s zijn overgestapt op een iPad met tekenprogramma, doet Donders nog steeds alles met de hand.

Vertrouwd onderdeel van haar werkwijze is de pot met tumtums die ze bij elk gesprek op tafel zet. Handig om zelfs de kaalste kantoorruimte op te fleuren. En omdat ze soms wel vijf, zes uur bezig is met een tekening, kan het nodig zijn om even snel de suikerspiegel aan te vullen.

De verhoren zijn vaak intensief, zegt Donders. In de eerste plaats voor de getuige, die de film van een dramatische gebeurtenis misschien liever zou vergeten maar in plaats daarvan nog eens beeld voor beeld voor zichzelf moet afspelen. Daarom vindt Donders het ook geen probleem als iemand even pauze wil houden om een sigaret op te steken of een frisse neus wil halen.‘Het belangrijkst is dat het slachtoffer zich er lekker bij voelt.’

Strenge ogen, type E15
Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Het gepleegde feit

Elk gesprek begint ze met het gepleegde feit: wat is er gebeurd, waar was het, onder welke weersomstandigheden? Bij zedenzaken is ze voorzichtiger. ‘Zulke zaken kunnen veel emoties oproepen. Dan zeg ik: je mag me vertellen wat is er gebeurd, maar dat hoeft niet als je dat niet fijn vindt.’

Donders neemt uitgebreid de tijd voor een gesprek. Ze stelt slachtoffers vragen die op het oog niets bijdragen aan het herkenbaar maken van een verdachte, zoals: wat voor werk doe je eigenlijk? Juist het tegendeel is volgens haar waar. Blijkt iemand kapster, dan kan ze erop vertrouwen dat diegene precies weet hoe de verdachte zijn haar had zitten (Donders heeft nog nooit een vrouwelijke verdachte hoeven tekenen, red.). Zoals een werknemer van een kledingzaak vrijwel zeker heeft gelet op de details van de jas die de verdachte droeg.

Haar tekening bouwt ze stap voor stap op en van boven naar beneden. Ze begint bij het kapsel, nooit bij de ogen – die kunnen zo confronterend zijn dat een getuige ‘op slot’ gaat. Vervolgens zakt ze af, naar de neus en mond. Ook daarvan zijn tientallen voorbeelden te vinden in haar multomap. Het zijn vrijwel dezelfde foto’s die Jacques Penry, een Britse schrijver met een grote interesse voor gezichtsherkenning, gebruikte toen hij zijn Photofit-methode bedacht.

De Londense politie nam Photofit in 1970 als eerste in gebruik, nog steeds werken korpsen over de hele wereld er op hun eigen manier mee. Al twijfelen meerdere wetenschappelijke studies over de effectiviteit ervan: zo zou een beschrijving van de verdachte tot een betere compositietekening leiden dan wanneer een getuige uit een map met vaststaande gezichtskenmerken moet kiezen.

Maar op deze donderdagmorgen begint het gezicht van collega Tjerk beangstigende gelijkenissen te vertonen, zeker als Donders een subtiel rond brilletje over de ogen heeft getrokken. De verslaggever is er snel uit met de mond; op zijn verzoek maakt Donders de onderlip wat dunner dan de bovenlip. Een misrekening, zo zal blijken. In werkelijkheid is het precies andersom.

Het gepleegde feit
Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Voltreffers

Google op afbeeldingen en een wel heel uiteenlopend scala aan compositietekeningen uit binnen- en buitenland komt voorbij. Lachwekkend slechte exemplaren waardoor alleen Lego-poppetjes als potentiële daders overblijven. Verdachten met een mond zo groot als hun voorhoofd. ­Iemand die (onbedoeld) sprekend op Peter R. de Vries lijkt. Maar ook ware portretten, die zo afkomstig lijken van Montmartre.

‘Natuurlijk is het fijn als een tekening zo goed mogelijk lijkt’, zegt Donders. ‘Maar ik zeg altijd tegen een getuige: we zijn niet teleurgesteld als dat niet zo is. Dit is een extra mogelijkheid om beeld te krijgen van het gezicht. Je kunt nooit op basis van alleen een compositietekening worden aangehouden, het is geen hard bewijs.’

Hoe goed of slecht haar tekening lijkt, weet ze niet. Dat krijgt ze alleen te horen als een verdachte is opgepakt, en zelfs dan niet altijd. Wel weet ze dat ook een slecht lijkende tekening genoeg herkenning kan opleveren. Zo moest een wijkagent louter bij de door haar getekende pokdalige wangen van een verdachte denken aan een man die hij van straat kende. Diens dna bleek overeen te komen met dadersporen, de man kon worden opgepakt.

Voltreffers zijn er ook: zo belde een vrouw met de politie omdat ze haar ex-vriend had herkend op een compositietekening van Donders. En ze weet van rechercheurs die haar tekeningen meenemen naar de verhoor­kamer en de verdachte met de gelijkenissen confronteren. ‘Dan zeggen ze: hoe kun je beweren dat jij dit niet bent?’

Na vier uur tekenen, vegen en hier en daar een beetje gummen draait Donders de tekening om. Met de kraag van het overhemd is haar werk voor vandaag af. Het is overduidelijk collega Tjerk die ze gestalte heeft gegeven, al kijkt hij alsof hij onder invloed een zwaar misdrijf heeft begaan.

Bij het zien van zijn foto glimlacht Donders, ze is op een paar kleine punten na tevreden. ‘Op basis van deze ­tekening zou hij zeker worden herkend. En daar gaat het uiteindelijk om.’

Links een foto en rechts een compositietekening van Volkskrant-verslaggever Tjerk Gualthérie van Weezel, in werkelijkheid geen verdachte.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Het raadsel van de onbekende dode vrouw in Westdorpe

Op eigen initiatief ging compositietekenaar Petra Donders vorig jaar terug in de tijd. Ze omringde zich met alle beschikbare politiefoto’s van de dode vrouw die in juni 2019 geheel ontkleed naast een kanaal in het Zeeuwse Westdorpe was gevonden.

Door middel van een post-mortemtekening gaf Donders de vrouw een vriendelijker, rustiger gezicht terug. ‘Ik wilde haar tekenen zoals ze er bij benadering in het leven zou hebben uitgezien. En mensen vinden het prettiger om naar een tekening te kijken dan naar een foto van een toonbaar gemaakte overledene.’ De tekening leverde ruim honderd nieuwe tips op, maar de identiteit van de vrouw blijft een raadsel. Daarom looft het Openbaar Ministerie nu een beloning uit van 15 duizend euro, voor de tip die leidt tot het achterhalen van de identiteit van de vrouw en de oplossing van het misdrijf waardoor de vrouw overleed.

Daarnaast laat de politie sporadisch tekeningen maken waarbij iemand wordt verouderd, zoals bij criminelen Ridouan T. en Säid R. gebeurde. Familieleden van langdurig vermisten vragen vaak om zo’n tekening, zegt teamcoördinator Irma Schijf van het Centrum voor biometrie van de politie. ‘Mensen willen graag weten: hoe zou mijn kind of partner er nu uit zien? Je kunt zo’n tekening inzetten om aandacht te krijgen voor een oud onderzoek. Tegelijkertijd weten we dankzij wetenschappelijk onderzoek dat maar weinig verouderingsfoto’s echt goed lijken.’

Over het nut en de noodzaak van compositietekenaars is bij de politie de afgelopen jaren veel discussie geweest. Schijf: ‘Ze hebben vanwege de bezuinigingen op het hakblok gelegen, hoewel dat voor meer onderdelen gold. Toch blijven compositie­tekeningen en compositiefoto’s (die met de computer worden gemaakt, red.) een onmisbaar onderdeel voor de opsporing van verdachten. Je zult altijd ­situaties houden waarin het slachtoffer de enige getuige is.’

Had vroeger elke regionale politie-eenheid zijn eigen compositietekenaar, tegenwoordig ligt de regie bij het Centrum voor biometrie. Dat onderdeel van de landelijke politie-eenheid is onder meer gespecialiseerd in onderzoek naar vingerafdrukken en gelaatsherkenning. Voorlopig is Petra Donders de enige compositietekenaar die werkt voor de landelijke eenheid, al krijgt ze op 1 februari gezelschap van een tweede tekenaar.

Door de compositietekenaars vanaf een vaste plek aan te sturen, moet duidelijk worden hoe hard ze nodig zijn voor de politie. ‘Omdat elke eenheid het nu nog zelf regelt, weten we dat niet’, zegt Schijf.

Alleen onder bepaalde omstandigheden kan de politie een beroep doen op een compositietekenaar. Daarbij gaat het vaak om grote opsporingsonderzoeken, zoals moord, doodslag, zware mishandeling of zeden­zaken. Pas als de officier van justitie toestemming geeft, wordt een tekening met het publiek gedeeld via bijvoorbeeld het tele­visieprogramma Opsporing Verzocht.

Een tekening maakt, net als een foto of een beeld van een bewakingscamera, inbreuk op de privacy van een verdachte. De politie verwijdert dan ook compositietekeningen van opgepakte verdachten op haar website. Zo zijn de tekeningen en foto’s van de vorig jaar gearresteerde Ridouan T. niet meer te vinden, maar die van zijn veronderstelde rechterhand Säid R. nog wel.