Direct naar artikelinhoud
Tv-columnRenate van der Bas

Het recht van spreken was ontroerend, het NOS-verslag van Auschwitz ergerlijk

Marian Turski (93) legde uit dat ‘Auschwitz niet uit de lucht kwam vallen’.

Meer dan twee uur duurde de NOS-registratie van de grote herdenkingsceremonie in Auschwitz, een schouwspel waar je soms huilend, soms - gelukkig - ook glimlachend naar keek, en dat geregeld leidde tot applaus. Er kwamen grootse uitspraken voorbij. Maar er was ook aanleiding binnensmonds te foeteren op de NOS: de ondertiteling van de Poolse teksten haperde en was niet compleet. Maar erger nog: voordat de herdenking van de 75ste verjaardag van de bevrijding van Auschwitz voorbij was, werd de knop al omgedraaid. Over tot de orde van de dag.

Toen tegen zes uur maandagmiddag de ceremonie in Polen nog gaande was, verbande de NOS ons voor het slot - nog bijna een half uur vol gebeden, kaddisj en het plaatsen van kaarsen - naar internet. Naar een livestream waarin onderin een irritante tekstregel circuleerde en soms een afgemeten stukje commentaar was te horen van een ongeïnteresseerd klinkende Engelstalige tolk.

De vertraging had een ontroerende reden

En dat terwijl de vertraging in de uitzending zo’n ontroerende reden had: de nog levende overlevers van Auschwitz namen en kregen tijdens de ceremonie alle ruimte hun verhaal te doen. Zeker bij de 94-jarige mevrouw Batsheva Dagan speelde haar gezegende leeftijd haar parten. Ze raakte de lijn in haar toespraak kwijt, vertelde maar wat in haar opkwam, wist niet goed er een einde aan te breien. Wat gaf het. Zei niet iedereen de hele dag al ontroerd: “Wat geweldig dat deze mensen er nog bij kunnen zijn, misschien wel voor het laatst?”

Maar ze moeten natuurlijk niet de timing in de war schoppen.

Oud-gevangene Stanislaw Zalewski (94) sprak over de vraag ‘Waar was God?’.

In Auschwitz zelf had niemand haast. Met zeer zachte hand hielp de organisatie mevrouw Dagan uiteindelijk liefdevol naar haar stoel. Er kwamen nog veel meer sprekers. Het wonderlijke: ondanks het lange sobere programma vol gesproken woord - zo ongebruikelijk deze dagen - bleef je kijken. Kijkonderzoek meldt zelfs dat meer dan 400.000 mensen de hele dienst uitzagen. De camera verbond ons daarbij met de toeschouwers ter plekke: een handjevol oud-gevangenen en een grote groep hoge heren en dames van over de hele wereld, van wie sommigen - begrijpelijk - wel eens een wegtrekkertje hadden. Toen oud-gevangene Stanislaw Zalewski (94) sprak over de vraag ‘Waar was God?’ kwam precies een gapende kardinaal in beeld.

 Het elfde gebod: ‘Gij zult niet onverschillig zijn’

Maar vaak zat iedereen juist op het puntje van z’n stoel. Zoals toen Marian Turski (93) uitlegde dat ‘Auschwitz niet uit de lucht kwam vallen’. Hij schetste het klimaat voorafgaand aan de Holocaust, waarin iedereen langzaam maar zeker gewend raakte aan de discriminatie van Joden en andere minderheden. En citeerde een vriend van hem die vindt dat er een elfde gebod moet komen: ‘Gij zult niet onverschillig zijn’.

En er was die donderspeech van Ronald Lauder, voorzitter van het World Jewish Congress. Volledig uit het hoofd gaf hij de rouwende wereld ervan langs: geen land dat vlak voor de oorlog Joodse vluchtelingen wilde opnemen, behalve de Dominicaanse Republiek. Hitler had zijn ‘doodsfabriek’ kunnen bouwen want ‘het kon de wereld niets schelen’.

“Voor de jongere generatie was deze ceremonie als televisie-uitzending niet aantrekkelijk”, was evenwel de ontnuchterende recensie van Karel Berkhoff (Niod) in de NOS-studio na de vroegtijdige afloop. Zelf was ik er graag iedere minuut bij geweest.

Vier keer per week schrijven Renate van der Bas en Maaike Bos columns over televisie.

Lees ook:

‘Ik was dáár. Ik heb Auschwitz overleefd’

 Max Rodrigues Garcia (toen 20, nu 95), een Joodse jongen uit Amsterdam, zat in Auschwitz. ‘Ik heb Auschwitz geroken met mijn neus, gehoord met mijn oren.’

Waarom de herinnering aan Auschwitz steeds oppervlakkiger wordt: ‘We moeten terug naar het begin’

‘Auschwitz’ is in de loop der jaren uitgegroeid tot een centraal onderdeel van de herinneringscultuur, als symbool van het grootst denkbare kwaad. Daarbij is te weinig aandacht voor de historische wortels van dat kwaad, vinden experts.