Direct naar artikelinhoud
AnalyseNarcostaat

De échte prijs van drugs: van natuurschade tot mensenlevens

De échte prijs van drugs: van natuurschade tot mensenlevens
Beeld Harry Cock

Wat kosten drugs onze samenleving? Reken op de helft van de politietijd en de helft van de Justitiebegroting. De sociale- en gezondheidskosten zijn immens. Maar uiteindelijk gaat het om de waarde van mensenlevens en de vraag: in welke samenleving wil je leven?

en

‘Laatst nog’, zegt hij met ingehouden woede, ‘zijn 150 grote vaten en jerrycans in de Roosendaalse Vliet gekieperd. Zo’n vierduizend liter drugsafval. Vier-dui-zend! Zonder enige gêne. Die schaamteloosheid, dat vind ik nog het ergst.’

Rienk de Groot, recherchechef van de politie Zeeland en West-Brabant – de regio met de meeste drugsproductie, zegt dat het opruimen van ontmantelde drugslabs en -opslagplaatsen de politie afgelopen jaar ruim 2 miljoen euro kostte. ‘De rekening gaat dus feitelijk naar de belastingbetaler’, voegt hij er fijntjes aan toe.

Na de ontdekking van een drugslab huurt de politie een gespecialiseerd bedrijf in dat de ‘kook-apparatuur’ uit elkaar schroeft en de chemicaliën lekdicht verpakt en afvoert. ‘Zo’n bedrijf komt met heftrucks, een vrachtwagen, specialistisch materiaal en personeel. Het vernietigen van dat gif, want dat is het, kost dus bakken met geld.’

De kosten van drugsafval in de natuur gaan naar de gemeente. Zo’n dumping vergt vaak het zuiveren van vervuild water of het afgraven van vervuilde grond. Eén dumping opruimen zonder dat de grond gesaneerd moet worden, loopt al snel in de tienduizenden euro’s, zegt Esther Verhoeff van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het afgelopen jaar moesten 292 dumpplaatsen worden geruimd. Totale kosten: ook zo’n 2 miljoen.

Mensenlevens

Dit is nog maar een schijntje van alle kosten die Nederland kwijt is aan het drugsprobleem. Als je recherchechef De Groot de vraag stelt: Wat zijn de maatschappelijke kosten van drugs? Dan antwoordt hij onmiddellijk: ‘Wat is een mensenleven je waard?’

Want de prominente positie van Nederland in de internationale drugshandel leidt volgens hem tot drie ernstige excessen: witwassen, corruptie en excessief geweld, waaronder liquidaties – ‘de ergste vorm van eigenrichting die er bestaat’. Niemand schiet zomaar iemand neer, zegt De Groot. Alleen al in Brabant is de helft van alle moord- en doodslagzaken crimineel gerelateerd. ‘Als je die onderzoekt, kom je bijna altijd uit in het drugscircuit: er is geript, of niet betaald, of iemand weet te veel.’

Aan de opsporing van drugsproducenten, afvaldumpers, dealers, criminele drugsnetwerken, witwassers, afpersers en opdrachtgevers van liquidaties is de politie meer dan de helft van haar tijd kwijt, benadrukt Andy Kraag, hoofd recherche van de Landelijke Eenheid. ‘In de opsporing hebben bijna alle grote rechercheonderzoeken een relatie met drugs en in de financiële opsporing geldt dat voor vrijwel alle witwasonderzoeken.’

Hij rekent voor: ‘Alleen al mijn politie-eenheid, de Landelijke Recherche, kost 100 miljoen per jaar. Als je nagaat dat bijna al mijn teams – ik heb duizend mensen in totaal – met drugs of de gevolgen ervan bezig zijn, kost dat dus heel erg veel geld.’ Ook alle regionale rechercheteams zijn minstens de helft van hun tijd kwijt aan de gevolgen van drugs, zegt Kraag. En dan heeft hij het nog niet over de reizen die worden gemaakt: ‘Er zitten constant rechercheurs over de hele wereld. Want drugskantoren werken internationaal en drugsgeld verplaatst zich in nanoseconden. Voordat je het doorhebt, is het in een ander land al witgewassen.’

Dat witwassen gaat in toenemende mate niet meer giraal, maar digitaal in cryptomunten. Om die reden worden Kraags witwasteams op de opsporing van bitcoins ingericht. ‘De drugscrimineel van tegenwoordig hoeft geen dikke spierballen meer te hebben om op het internet aan zijn spullen te komen’, zegt hij. ‘Ik kan er geen prijskaartje op plakken, maar de digitalisering van rechercheonderzoeken en alle apparatuur die daarvoor nodig is, zijn ook verschrikkelijk duur.’

Strafrechtketen

Als je onderzoek doet naar de maatschappelijke kosten van drugs, zegt Rienk de Groot, moet je de hele strafrechtketen meenemen. Naast de recherche zijn straatagenten voor een groot deel bezig met aanhouding, verslavingsproblematiek, heterdaad en schietpartijen. Alles wat de politie aanbrengt, gaat naar het Openbaar Ministerie met zijn officieren, parketsecretarissen en administratie. Dan gaat het naar het kabinet van de rechter-commissaris, vervolgens naar de rechtbank en meestal volgt een hoger beroep. ‘En dan kom je bij het innen van boetes of executie van de straf. Het gevangeniswezen is ook bepaald niet gratis.’

In 2018 zaten 1.547 gedetineerden vast wegens overtreding van de Opiumwet. Een dag in de cel kost 250 euro. Als zij allemaal slechts één dag vastzaten, kostte dat bijna 4 ton. Hun reële straffen worden niet geregistreerd, maar de kosten zullen een veelvoud daarvan zijn. Inbrekers, witwassers, afpersers en moordenaars die een drugsgerelateerd delict hebben begaan, zijn daarbij niet meegerekend.

Sinds de moord op Derk Wiersum, de advocaat die kroongetuige Nabil B. bijstond in de omvangrijke drugs- en liquidatiezaak Marengo,  worden alle betrokkenen bij dat strafproces – advocaten, officieren, rechters en ook rechercheurs – extra beveiligd. Ook dat is een forse kostenpost, mede gezien de capaciteit die dit vergt. 

Beveiliging kan uiteenlopen van een camera voor iemands huis, tot permanent enkele zwaarbewapende ‘gorilla’s’ om je heen of onderbrenging in een Nederlands safehouse of in het buitenland. Diensthoofd Harro Kras van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging zei hierover eerder in een interview met de Volkskrant: ‘Wij zijn, samen met het getuigenbeschermingsprogramma voor kroongetuigen, de zwaarste, duurste en heftigste maatregel.’ Precieze aantallen en bedragen wil hij niet noemen, maar per beveiligde persoon is een aanzienlijke hoeveelheid mensen aan het werk, zowel zichtbaar op straat (denk aan PVV-voorman Geert Wilders) als achter de schermen.

‘We kunnen rustig stellen dat minstens de helft van alle uitgaven aan veiligheid en justitie (politie, OM, rechtspraak, gevangenissen) direct of indirect besteed wordt aan drugsbestrijding’, schreef onderzoeksjournalist Bart de Koning in 2016 in het Tijdschrift voor de Politie. Hij rekende voor dat de toenmalige Justitiebegroting (11,4 miljard euro) minus alle kosten die niets met drugs te maken hebben, 9,1 miljard bedroeg. De helft daarvan, 4,5 miljard, zou opgaan aan de bestrijding van drugsgerelateerde delicten.

Anno nu, met een Justitiebegroting van ruim 12,7 miljard euro en aftrek van niet-drugsgerelateerde begrotingsposten (contraterrorisme, vreemdelingenbeleid, civiele rechtspraak en het kerndepartement) zou dat neerkomen op ruim 5 miljard euro.

Vijf invalshoeken

De maatschappelijke kosten van drugs zijn veel hoger dan die van justitie alleen, zegt bestuurskundige Pieter Tops, die veel onderzoek doet naar drugs als sociaal probleem. Bij beantwoording van de vraag hoeveel het drugsprobleem de Nederlandse samenleving kost, moet volgens hem rekening worden gehouden met vijf invalshoeken. Allereerst zijn dat de maatschappelijke kosten op sociaal niveau: ‘Wat is de maatschappelijke schade? Dat is een ingewikkelde vraag. Het buurtje in Tilburg bijvoorbeeld waarover ik een boek heb geschreven, is een wijk waar onmaatschappelijken en asocialen al tachtig jaar naartoe worden verhuisd. Zij leerden overleven door zich te verbinden met de drugswereld. Daardoor konden ook zij een mooie auto kopen en drie keer per jaar op vakantie. Maar dat kost ook iets: zij werden de illegale wereld in getrokken. Met drugsgeld zijn ook de vetes en conflicten naar onze buurt gekomen. Dezelfde geschiedenis zie je bij woonwagenbewoners. Of neem de boeren en Urker vissers – niet per se mensen met een criminele inborst – die drugslabs in schuren herbergen of tassen drugs uit de Noordzee vissen. Drugs incrimineren de samenleving. Dat is sociale schade. Die moet je ook meetellen.’

De tweede invalshoek zijn de kosten op economisch niveau, zegt Tops. Drugswinsten leiden tot oneerlijke concurrentie rondom allerlei bedrijven zoals de autoverhuur en bouw- en klusbedrijven, ‘daar wordt veel geld in witgewassen’. De onderzoeker sprak eens ‘ondernemers’ die elke vrijdagavond een garagebedrijf ombouwden tot drugslab en op zondagavond alles netjes schoonmaakten zodat daar maandagochtend weer het normale leven begon. ‘Zij verdienden ongeveer 15 duizend euro per weekend en leefden daar uitbundig van.’

Het derde aspect aan maatschappelijke drugskosten is de schade op individueel niveau, zegt Tops. ‘Verplaats je in de jongen die alle moeite moet doen om een diploma te halen voor een marginaal baantje, terwijl hij in de criminele wereld zonder grote moeite veel meer kan verdienen. Dat zou weleens de reden kunnen zijn waarom Vogelaarwijken niet altijd goed van de grond zijn gekomen. Daar is veel geïnvesteerd in scholing en werk, maar als er criminele invloeden aanwezig zijn, holt dat het beleid uit.’

Tops’ vierde invalshoek is de institutionele kant: de kwaliteit en reputatie van de overheid. Doordat het drugsprobleem lange tijd niet als probleem werd gezien, zegt hij, hebben veel criminele organisaties lang ongezien hun gang kunnen gaan. Daardoor werd de drempel om ook in drugs te stappen voor niet-criminele mensen steeds lager. ‘Mensenhandel of vrouwenhandel doe je niet zomaar, dan moet je een behoorlijk hoge morele drempel over. Maar in de drugswereld is die morele drempel heel laag – bij cannabis ontbreekt die zelfs geheel – omdat daar lang niet op is gehandhaafd en de straffen hier het laagst van Europa zijn. Dan denken mensen: het is eigenlijk niet zo’n probleem. Dat heeft een negatieve uitwerking op de kwaliteit van samenleven.’

Ten slotte zijn er gezondheidsaspecten die ook onder de maatschappelijke kosten van drugs vallen. Die zijn er velerlei. Sinds 2015 houdt Nederland niet meer bij hoeveel mensen in de verslavingszorg zitten als direct gevolg van drugsgebruik, maar volgens Verslavingskunde Nederland zijn dat er ‘tienduizenden’. Indirect zijn er slachtoffers van mensen met een drugsprobleem, bijvoorbeeld door geweld – zoals tegen zorgverleners – of doordat zij werden bestolen of opgelicht omdat de drugsverslaafde aan zijn geldverslindende kick moet komen.

Daarnaast is er drugsschade bij mensen doordat hennepkwekerijen in brand vliegen, drugslabs ontploffen of chemicaliën hun giftige uitwerking niet missen. In 2015 raakten vier kinderen ernstig aan hun benen verbrand toen ze in het Limburgse Zutendaal door een plas met drugsafval fietsten. Het aantal doden dat de politie vindt als gevolg van giftige dampen in drugslabs, wordt niet als zodanig geregistreerd.

Ook hebben drugs een schadelijk effect op de verkeersveiligheid. Uit onderzoek van de stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) blijkt dat tussen 2007 en 2009 een op de tien automobilisten die een ongeval veroorzaakten, onder invloed was van drugs. Het aantal doden als gevolg van een drugsgerelateerd ongeval wordt niet bijgehouden.

Ultieme excessen als het gaat om gezondheidsschade zijn de liquidaties, waarvan recherchechef Rienk de Groot zich afvraagt: hoeveel is een mensenleven je waard? In 2018 telde de politie twintig drugsgerelateerde liquidaties, het jaar ervoor zelfs 31. En, nog erger, benadrukt De Groot, zijn de ‘vergismoorden’ als gevolg van afrekeningen waarbij de verkeerde werd doodgeschoten – sinds 2014 (landelijke registratie door de politie) zijn dat er zeven. Sommige rechercheurs en korpschef Erik Akerboom spreken van elf sinds de drugsvete alias ‘Mocro War’ in 2011 begon. 

De vraag naar de maatschappelijke kosten van drugs, stellen zowel De Groot, Andy Kraag als Pieter Tops, gaat eigenlijk over de vraag: wat mág het kosten? En: hoeveel ondermijning van onze rechtsstaat vinden we acceptabel? Ofwel: In welke samenleving wil je leven? Wat is een rechtvaardige samenleving? En hoe houden we die overeind?

Niet de Volkskrant, maar het ministerie van Justitie en Veiligheid moet zich de vraag naar de maatschappelijke kosten van drugs ‘hoognodig’ stellen, zegt hoogleraar Tops, die opmerkt dat het ministerie veel meer onderzoek laat doen naar terrorisme dan naar de ondermijnende criminaliteit. ‘Een berekening van alle maatschappelijke drugsuitgaven is moeilijk, want sommige waardevolle verschijnselen zijn niet in geld uit te drukken’, zegt hij. ‘Maar met minimale benaderingen is zo’n berekening niet onmogelijk. Pas dan krijg je inzicht in de omvang van het werkelijke probleem. Eén ding weet ik zeker: daar gaan we ongelofelijk van schrikken.’

Nederland drugsvrij of met vrij verkrijgbare drugs

De coalitiepartners D66 en ChristenUnie ruziën over het Nederlandse drugsbeleid. Volgens de ChristenUnie moet Nederland drugsvrij worden. De kleinste regeringspartij betoogt daarmee precies het tegenovergestelde van regeringspartner D66. D66 wil een open discussie over de regulering van verboden drugs als xtc, cocaïne, paddo’s en ghb.

De ‘war on drugs’ is geen heilloze weg gebleken, zoals D66 beweert, maar nooit serieus geprobeerd, vindt Tweede Kamerlid Stieneke van der Graaf. Er moet harder op drugscriminelen worden gejaagd en de straffen moeten omhoog, vindt ze.

De ChristenUnie komt in de zomer met een stappenplan. Eerst wil zij werk maken van goede hulpverlening voor verslaafden en meer aandacht voor ontmoediging van drugsgebruik. Uiteindelijk moet het moeilijker worden om aan drugs te komen. Zo zou Nederland, ‘na rookvrij en alcoholvrij, ook drugsvrij moeten worden’.

Maar een harde hand is niet genoeg, denkt Van der Graaf. Nederlanders moeten niet langer hun schouders ophalen over drugsgebruik en dat vergoelijken. Het slikken van een pilletje op een festival moet niet langer gelden als normaal, zegt het CU-Kamerlid. 

Het drugsbeleid is een splijtzwam binnen de regeringscoalitie. Het kabinet werkt aan een proef met gereguleerde bevoorrading van coffeeshops, een grote wens van D66. CU en CDA gunden dat de sociaal-liberalen slechts met frisse tegenzin.

Verbetering: in een eerdere versie van dit verhaal stond dat de ChristenUnie vindt dat drugs op festivals niet meer getest moeten kunnen worden. Het testen van drugs op feesten en festivals is verboden sinds 2002.