Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOmar Munie

Het succesverhaal van tassenmaker Omar Munie is toch niet zo mooi als het lijkt

Omar Munie in zijn atelier. Achter de schermen is de succesvolle ondernemer verwikkeld in een reeks rechtszaken en conflicten.Beeld Guus Schoonewille / HH

Van vluchteling tot veelgeprezen tassenontwerper: het leven van Omar Munie leest als één groot succesverhaal. Maar achter de façade blijkt veel niet wat het lijkt.

en

Tussen wuivende gouden en zwarte ballonnen loopt de nieuwe buurman van de koning zijn winkel binnen. Het is december 2018. Aan het chique Noordeinde in Den Haag, pal naast het koninklijke werkpaleis, opent vandaag de nieuwe zaak van deze bijzondere tassenontwerper. In sierlijk messing prijkt zijn naam op de pui: Omar Munie.

Het verhaal van de jonge Hagenaar werd de afgelopen jaren gretig opgetekend door kranten als het Algemeen Dagblad, De Telegraaf en de Volkskrant, en breed uitgemeten in diverse radio- en televisieprogramma’s. Als 9-jarige vluchteling kwam Munie in de jaren negentig met zijn broertjes en zusje via een levensgevaarlijke bootreis vanuit Somalië naar Nederland. Op het mbo legde hij zich toe op het ontwerpen van tassen. Tegen de zin van zijn ouders, die daarin geen brood zagen. Maar Munie zette door, leurde onvermoeibaar bij winkels met zijn ontwerpen en bouwde gaandeweg zijn merk op.

Uniek is, benadrukt Munie steevast, dat zijn tassen in zijn eigen atelier in Den Haag worden gemaakt door voormalig arbeidsongeschikten en vluchtelingen. Hij neemt ze in dienst, helpt ze aan werkervaring en geeft ze zo een zetje om ook hun dromen waar te maken, zoals hijzelf heeft gedaan. Zo wint hij in 2008 een prijs voor de ‘beste ondernemer onder de 25’ en opent hij in 2009 zijn eerste winkel op de Coolsingel in Rotterdam. Het is allemaal terug te lezen in het boek Leef je droom, dat hij in 2012 in eigen beheer uitgeeft, met een voorwoord van toenmalig minister Marja van Bijsterveldt.

‘De tassen worden verkocht in ’s werelds duurste warenhuizen en gedragen door beroemdheden’, vat Munies website het succes samen. Tal van BN’ers worden gefotografeerd met zijn producten: van de toenmalige Haagse burgemeester Pauline Krikke en minister Sigrid Kaag tot voetbalcoach Louis van Gaal en rapper Ali B.

De opening van zijn flagshipstore aan het Haagse Noordeinde moet eind 2018 een nieuw hoogtepunt worden in Munies loopbaan. Dankzij een gunstige overeenkomst met de gemeente en een financiering van een projectontwikkelaar is hij eigenaar geworden van De Rijnstroom: een monumentaal pand dat in 1921 werd opgetrokken uit okergeel natuursteen en is versierd met bronzen jugendstilornamenten. De gemeente gunde Munie het pand vanwege de ‘sociaal-maatschappelijke bestemming’ die hij eraan zou geven.

Van binnen is de winkel de voorgaande maanden grondig onder handen genomen. Nu is het er strak en licht. De tassen in groen, oranje en zwart leer liggen uitgestald onder spotjes in witte vakkenkasten. In het openingsweekend staan achter in de winkel schalen met taarten en paarse en roze macarons op de bar. Een dj achter een witte draaitafel verzorgt de muziek, terwijl een ober met vlinderstrikje drankjes serveert aan de klanten die Omar Munie komen feliciteren.

‘De toekomst lacht ons nu tegemoet met meer glans dan ooit’, laat Munie zelfverzekerd optekenen door een verslaggever van het AD.

Tassenmaker Omar Munie met twee van zijn ontwerpen.Beeld Io Cooman

Façade

In werkelijkheid zijn de bossen bloemen en de 20 procent openingskorting slechts onderdeel van een feestelijke façade. Voor de buitenwereld houdt de tassenontwerper in december 2018 het imago op van de succesvolle en sociale ondernemer. Achter de schermen is hij dan al een tijdje verwikkeld in een reeks rechtszaken en conflicten.

Oud-werknemers, de vluchtelingen en voormalig arbeidsongeschikten die hij zegt te helpen, verwijten Munie dat hij hun loon te laat of helemaal niet heeft overgemaakt, geen pensioenafdrachten heeft gedaan en geen belasting heeft betaald. Drie weken voordat aan het Noordeinde de ballonnen worden opgeblazen, heeft de rechtbank in zaken van twee werknemers al geoordeeld dat de tassenmaker duizenden euro’s aan achterstallig salaris en premies per direct moet voldoen – in één geval op straffe van een dwangsom. Ook andere ex-werknemers zijn op dat moment bezig via de rechter hun geld te krijgen van Munie.

Hoe kan het dat een ontwerper die zich profileert als sociaal ondernemer, zijn eigen mensen niet betaalt? De Volkskrant sprak met acht betrokkenen die de afgelopen jaren te maken hadden met Omar Munie en zijn bedrijf. Uit vrees voor represailles willen zij niet met hun naam worden genoemd. Uit die gesprekken, rechterlijke vonnissen en e-mails blijkt dat bij de veelgeprezen tassenontwerper veel niet is wat het lijkt.

Het begint al met het verhaal over de start van zijn carrière. Munie vertelt in interviews dat hij als jonge ontwerper naar New York vertrok met een aantal van zijn tassen in de koffer. Maar de anekdote wordt steeds net iets anders opgediend. In Tubantia in 2011: ‘Mijn vriendin liet zich opmaken in het warenhuis Macy’s, toen de make-up-vrouw haar tas opmerkte. Ze vond hem te gek en bracht me meteen naar de inkoopafdeling. Ze namen zonder aarzeling alle tassen af die ik bij me had, tien stuks!’

In een interview in Volkskrant Magazine in 2015 verloopt het voorval net anders. ‘Toen ik in 2003 met een vriendin mee mocht naar New York, liep ik gewoon warenhuis Macy’s binnen en daar waren de verkopers zo enthousiast dat ze er twee kochten.’

In andere artikelen worden meer chique zaken genoemd die zijn tassen zouden hebben opgenomen in het assortiment: Harrods in Londen, Lafayette in Parijs. Maar wie op de websites van deze warenhuizen op zoek gaat naar een Omar Munie-tas, kan hem niet vinden. Een pr-medewerker van Macy’s mailt dat ze in de verkoopgeschiedenis van het Amerikaanse warenhuis niets kan vinden over tassen van Omar Munie. Ook Lafayette zegt dat hun inkopers nog nooit van het merk hebben gehoord. Harrods reageert ondanks herhaaldelijke verzoeken niet.

In 2014 vertelt Munie in het magazine Sprout dat hij zijn internationale plannen in de ijskast heeft gezet. ‘Tot nu toe moest ik zelf altijd de buitenlandse winkels langs, voor telkens twintig of dertig tassen. Daar kwam ik te weinig aan toe en het schiet ook niet echt op.’

‘Toch hoorde ik hem dan weer op een podium vertellen dat zijn ontwerpen bij Selfridges lagen’, zegt iemand die met hem heeft samengewerkt. ‘Dat verzon hij ter plekke.’

Als de Volkskrant hem er nu naar vraagt, zegt Munie dat ‘inkopers van Macy’s’ in New York in april 2007 ‘een spontane aankoop’ deden van de tassen die hij toen als ‘trotse 17-jarige start-up’ bij zich had. Ook hierin zit een ongerijmdheid, want Munie, geboren in juli 1985, was in april 2007 21 jaar oud en niet 17. Ook op andere vragen geeft de ontwerper wisselende, soms tegenstrijdige antwoorden.

Als bewijs dat Selfridges zijn merk heeft verkocht, stuurt hij een screenshot, maar niet van zijn bekende tassen. Het betreft een leren hoes voor de luxe wijnopener Coravin, die hij in samenwerking met dit merk ontwierp en die een poosje via de website van Selfridges werd verkocht.

Dreamfactory

In 2016 begint Munie in Den Haag met de Dreamfactory. ‘Een kans op reïntegratie’ voor ‘mensen die werkloos zijn, maar graag een ambacht willen leren’, aldus de website. Munie richt zich onder meer op vluchtelingen die hun weg in Nederland nog moeten vinden. In het atelier van de Dreamfactory, dicht bij Den Haag Holland Spoor, wordt gewerkt aan bijzondere recycleproducten. De afgedankte uniforms van trampersoneel worden vernaaid tot tassen, van de bekleding van ziekenhuisstoelen worden sleutelhangers gemaakt.

Pronkstuk van de Dreamfactory is het ‘omarmbandje’, een oranje armband gemaakt van de reddingsvesten van duizenden vluchtelingen die in 2016 de oversteek van Turkije naar Griekenland hebben gemaakt. Met het accessoire, waarmee de drager volgens Munie laat zien dat hij of zij ‘diversiteit omarmt’, wil de Dreamfactory geld ophalen voor hulp aan vluchtelingen. Van elk verkocht armbandje (prijs: 25 euro) gaat 5 euro naar het goede doel.

Op 13 oktober 2016 wint Munie met het omarmbandje de Cordaid Challenge, een prijs voor ideeën om armoede en onrecht tegen te gaan. ‘Met het prijzengeld gaan we op pad langs burgemeesters om de armbandjes in elke gemeente te promoten’, belooft Munie nadat hij die avond voor 12.500 euro aan cheques in ontvangst heeft genomen. Twee jaar later krijgt hij er ook de Pax Vredesduif voor, een prijs van de stichting Pax voor mensen die op kleine of grote schaal een bijdrage hebben geleverd aan vrede.

Het omarmbandje slaat aan. D66 deelt ze uit onder relaties als kerstgeschenk. Voetballer Lieke Martens, actrice Katja Schuurman, rapper Ali B en politicus Jesse Klaver worden gesignaleerd met het oranje reepje om hun pols.

Een van de stichtingen waaraan de opbrengsten van de omarmband ten goede moeten komen, heeft Munie zelf opgericht: The Dutch Tulip, ‘een organisatie die zich ten dienste heeft gesteld om zich in te zetten voor de Nederlandse samenleving en de saamhorigheid te vergroten middels het omarmen van vluchtelingen’.

Maar tot verbazing van een direct betrokkene die de Volkskrant heeft gesproken, zijn er op de bankrekening van die stichting de afgelopen jaren nooit opbrengsten gestort die voortkomen uit de verkoop van de omarmbandjes. ‘Ik vind dat flinke oplichting’, zegt de betrokkene. ‘Bedrijven als Van Haren en de Rabobank hebben grote bestellingen gedaan voor omarmbandjes als relatiegeschenk, met het idee dat een deel van het geld naar het goede doel zou gaan.’

Vragen om salaris

Terwijl Omar Munie in interviews vertelt hoe hij zich wil inzetten voor vluchtelingen, moeten de statushouders die in het atelier van de Dreamfactory aan het werk zijn, elke maand vragen om hun salaris. Ze krijgen te horen dat er een probleem is met de bank, dat het geld onderweg is. ‘Ik heb het één keer op tijd gekregen. Als ik ernaar vroeg, kreeg ik bijvoorbeeld te horen dat ik maar geld van mijn vader moest lenen’, zegt een van hen. Ook heeft Munie stagiairs voor hem werken die geen vergoeding krijgen. Een van hen wordt na een paar maanden een nulurencontract beloofd. Maar nog voor het contract ingaat, krijgt hij te horen dat hij zijn werk beroerd doet en niet meer hoeft te komen. Zijn plaats wordt ingenomen door een nieuwe stagiair.

Omar Munie stelt dat hij vluchtelingen aan werkervaring wil helpen, zodat ze vervolgens elders een vaste baan kunnen krijgen. Maar sommige vluchtelingen krijgen contracten die dat juist moeilijker maken. Zo moet een van hen een clausule tekenen waarin staat dat hij na vertrek bij Munie binnen een jaar niet aan de slag mag bij een bedrijf in dezelfde branche. Munie zegt daarover dat het ‘een gangbare bepaling’ is die ‘in vrijwel alle standaardovereenkomsten staat’.

Een andere medewerker die via het reïntegratietraject bij Munie terechtkomt, krijgt ook nooit op tijd salaris. ‘Bijna elke week kwamen in het atelier blauwe enveloppen van de Belastingdienst binnen. Die belandden vervolgens op een stapel.’ Omdat de werknemer de boel niet vertrouwt, laat hij navraag doen bij het pensioenfonds voor detailhandel. Het pensioenfonds laat weten dat er nooit een cent pensioenpremie is afgedragen. Maar Munie heeft de premie wel ingehouden op het salaris.

Iemand die statushouders naar werk begeleidt, ziet dat in de Dreamfactory vluchtelingen gratis aan het werk zijn als stagiair, zonder reiskostenvergoeding en soms zelfs zonder contract. Dat merkt ook een gemeenteambtenaar die cliënten naar de Dreamfactory heeft gestuurd om werkervaring op te doen. ‘De gemeente levert gewoon gratis handjes. Na een maand werken hoorde ik van een van mijn cliënten dat hij nog steeds geen contract had.’ Ook als de ambtenaar het bedrijf daar meermaals op aanspreekt, verandert er niets. 

‘Op individuele gevallen kan ik helaas niet ingaan’, mailt Munie, gevraagd naar de kwestie. In het algemeen zegt hij: ‘Reiskosten en andere contractvoorwaarden kwamen tussen drie partijen tot stand. Daardoor kon lucht bestaan tussen welke partij wat voor haar rekening zou nemen.’ Een woordvoerder van de gemeente Den Haag zegt de signalen niet te herkennen.

De ambtenaar zegt de zaak op het Haagse stadhuis te hebben besproken, maar krijgt het gevoel dat zijn collega’s de misstanden het liefst onder het tapijt willen vegen. ‘Omar Munie is de succesvolle knuffelvluchteling, zijn verhaal draagt bij aan de pr-machine van de gemeente Den Haag. Daaraan willen mensen hun handen niet branden.’

Media en BN’ers mogen met hem weglopen, dat wil nog niet zeggen dat Munies zaak goed loopt. Betrokkenen vermoeden dat er gewoon geen geld is om iedereen te betalen. ‘Hij verkoopt nauwelijks tassen’, zegt een van hen. Zelf zegt Munie dat hij in 2019 ‘ongeveer tweehonderd tassen’ heeft verkocht – gemiddeld vier per week. De verkoopprijzen liggen tussen de 40 en 300 euro, maar zijn precieze omzet is onbekend. Op het adres in Den Haag heeft hij een eenmanszaak en twee vennootschappen geregistreerd, maar daarvan zijn geen jaarstukken gedeponeerd. Zelf woont Munie in een huurhuis.

Pand doorverkocht

Het prachtige pand aan het Noordeinde dat Munie met tussenkomst van de gemeente Den Haag van de Rijksvastgoeddienst kocht, heeft de tassenmaker binnen vier maanden alweer doorverkocht. Munie koopt het pand in 2018 met een financiering van projectontwikkelaar Jeroen de Wilde. Die leent hem 1,7 miljoen euro voor de aankoop van het pand, nadat een aantal banken is afgehaakt vanwege onduidelijkheden. Zo schrijft ING in een mail aan Munie de aankoop niet te willen financieren omdat er informatie – zoals jaarcijfers en de aangifte inkomstenbelasting over 2017 – ontbreekt en de aangeleverde informatie van ‘ontoereikende kwaliteit’ is.

Nog geen twee weken na aankoop door Munie legt de Belastingdienst beslag op het pand. De reden is dat de tassenmaker al sinds 2016 geen belasting heeft betaald. Dat beslag wordt opgeheven als Munie de schuld alsnog voldoet. Drie maanden later verkoopt hij plotseling het statige pand aan projectontwikkelaar De Wilde voor hetzelfde bedrag: 1,7 miljoen euro. Munie is nu huurder. Daaraan is volgens Munie niets geks. ‘Ik wilde altijd iets huren, ik was nooit op zoek om iets te kopen.’

Zo komt een pand dat de gemeente aan Munie gunde vanwege het maatschappelijke doel van zijn onderneming binnen enkele maanden terecht bij een projectontwikkelaar. De doorverkoop van het pand houdt de Haagse gemeenteraad al maanden bezig. Verschillende partijen willen van het stadsbestuur weten wat er precies is afgesproken.

Van de beoogde maatschappelijke functie van het pand is tot op heden weinig terechtgekomen, want het atelier van de stichting Dreamfactory is nog steeds gevestigd in het voormalige gebouw van het ministerie van Sociale Zaken. Er werken nog maar drie mensen en een begeleider, zegt Munie. Hij zegt het atelier graag te willen verplaatsen naar zijn winkelpand, maar de vergunning nog niet rond te hebben.

Bij de stichting maken ze alleen nog producten van restmateriaal, zoals de omarmbandjes. De meeste tassen die hij aan het Noordeinde verkoopt, laat Munie inmiddels in Turkije produceren. ‘Die maken de commerciële lijn. Het liefst zouden we alles in de The Dreamfactory maken, maar daar zijn te weinig mensen voor.’

De rechtszaken die ten minste vijf ex-werknemers tegen hem aanspanden, noemt hij ‘verschrikkelijk’. Munie bezweert dat het allemaal zo snel mogelijk wordt opgelost. Alle dagvaardingen zijn door de deurwaarder persoonlijk afgeleverd en ondertekend. ‘Ik wist daar niks van’, zegt Munie. ‘Mijn team (onder wie zijn broer, red.) heeft dat voor mij verborgen gehouden omdat ik ziek was.’

En hoewel meerdere ex-werknemers zeggen dat ze hem persoonlijk hebben aangesproken, zegt Munie dat niemand ooit bij hem heeft geklaagd. ‘Dat had ik fijn gevonden.’ In plaats daarvan stapten ze ineens naar de rechter, stelt de tassenontwerper. Waren ze gewoon naar hem toegekomen, dan had hij de zaken onmiddellijk geregeld, zegt hij. ‘Natuurlijk. Ik ga mensen toch niet zitten uitknijpen. Er is nooit moedwillig geen salaris betaald.’

Nierziekte

Munie verklaart de problemen deels door zijn nierziekte, waardoor hij ‘lange tijd’ maar een paar dagen per week op kantoor was en zich vooral beperkte tot ‘het ontwerpen in mijn atelier en het buitenshuis promoten van mijn collectie’. Hij zegt open te willen zijn over zijn ervaringen, zodat nieuwe ondernemers ‘goed nadenken over wat er kan gebeuren als je plotseling ziek wordt’. De betalingsachterstanden zijn volgens hem ook veroorzaakt doordat zijn winkel, voorafgaand aan de verhuizing, een groot deel van 2018 gesloten is geweest.

De tassenmaker beweert op 10 december tegenover de Volkskrant dat alles is opgelost en iedereen zijn geld heeft. ‘En als het niet lukt, nemen we contact op. Soms is het gewoon een kwestie van even wachten.’ Als hem wordt voorgehouden dat hij nog steeds mensen salaris schuldig is, zegt hij dat over alles afspraken zijn gemaakt. ‘Het is voorgekomen dat we af en toe te laat waren of een termijn hebben gemist. Maar ik zit er nu bovenop.’

Bestuurslid Margriet ten Hove van The Dutch Tulip zegt dat de stichting meerdere herinneringen heeft gestuurd naar Munie over achterstallige betalingen. Nadat de Volkskrant Munie vragen heeft gesteld over de omarmbandjes, maakt hij op 26 december 2019 plotseling 3.049 euro over voor de verkochte omarmbandjes. ‘Het bestuur was even niet op orde bij Dutch Tulip en nu hebben we in samenspraak alles rechtgetrokken’, mailt hij als verklaring.

‘Dat het bestuur niet op orde zou zijn is nieuw voor me, en dat klopt ook niet’, zegt Ten Hove. Ze benadrukt dat de stichting niets meer met oprichter Munie te maken heeft.

Na het interview maakt Munie in stapjes ook wat geld over naar ex-werknemers. Een van hen, die al in 2018 gelijk kreeg van de rechter, weigert hij desondanks te betalen. Hij claimt een jaar later ineens geld van haar, omdat haar man zich lelijk over hem zou hebben uitgelaten op internet. Dat hoeft ze niet te betalen als ze afziet van haar achterstallige salaris. Munie: ‘Ik heb haar voorgesteld het met gesloten beurzen af te doen.’

De nieren van Omar Munie

De problemen met de Belastingdienst en ex-werknemers zijn volgens Munie deels ontstaan door zijn ziekte, waardoor hij tijdenlang maar enkele dagen per week in zijn bedrijfspand aanwezig was. Munie kreeg in 2013 voor het eerst last van nierfalen, na een ‘extreme allergische’ reactie op een inenting voor gele koorts.

Munie kreeg zijn eerste donornier eind 2014 van een kennis. Sinds 2015 is hij ambassadeur van de Nierstichting, die hem op de website een ‘levenskunstenaar’ noemt. In promotiefilmpjes legt de stichting uit dat hij het succesverhaal van zijn bedrijf heeft kunnen voortzetten dankzij een donornier. ‘Dankzij het fantastische geschenk van mijn nierdonor kan ik weer mijn eigen leven leiden’, stelt Munie in een persbericht van de Nierstichting. ‘Dat gun ik andere nierpatiënten ook.’

Lang gaat zijn eerste donornier niet mee. Als Munie in 2017 met de boot naar Londen gaat voor een begrafenis, is hij zijn medicijnen vergeten. Die moet hij slikken om te voorkomen dat zijn lichaam de nier afstoot. Ondanks aandringen van bekenden om zijn medicatie te gaan ophalen, besluit de ondernemer toch naar Londen af te reizen. Het zal wel loslopen, denkt hij. ‘Ik heb een sterk lichaam en dan denk je: het gaat wel goed.’ Kort daarop begint zijn lichaam de donornier af te stoten.

Op zijn ambassadeurschap van de Nierstichting valt ook het nodige af te dingen vanwege de onethische manier waarop hij vervolgens een nieuw donororgaan vond, zegt de vrouw die Munie in oktober 2018 een van haar nieren afstond. Ze ontmoette de tassenontwerper in juni 2017 op een iftar. ‘Hij vertelde op die bijeenkomst het verhaal over zijn vlucht naar Nederland’, zegt de vrouw. ‘Na afloop sprak hij me aan.’ In de weken daarna ontstond er iets moois tussen de twee. ‘Hij heeft me echt versierd’, zegt ze.

Als Munie zijn nieuwe vriendin vertelt over zijn nierproblemen, zegt ze grappend dat hij haar nier wel mag, als dat nodig blijkt. Nog geen vier maanden later gaat ze voor het eerst op gesprek in het Leids Universitair Medisch Centrum om het over een transplantatie te hebben. ‘Ik wilde hem graag helpen’, zegt de vrouw. ‘We waren ontzettend verliefd.’

Hun relatie zet zich voort, blijkt ook uit intieme en flirterige chatgesprekken met Munie die de vrouw laat zien. Ze vindt het wel vreemd dat hij haar steeds zegt dat ze het ‘rustig aan moeten doen’. ‘Dat ik onze relatie niet aan de grote klok moest hangen.’ Op dat moment zoekt ze daar niets achter.

Het stel komt in een traject voor een zogenoemde cross-overtransplantatie. Dat gebeurt als een patiënt een levende donor heeft gevonden wiens donornier niet optimaal matcht met de ontvanger. De donor staat dan een nier af die bij iemand anders wordt getransplanteerd. In ruil daarvoor krijgt de patiënt die de donor aanleverde een donornier van iemand anders – buiten de lange wachtlijsten om.

Munie en zijn vriendin moeten een paar keer op gesprek, onder meer over haar motieven voor de donatie. ‘Omar had mij vantevoren gezegd dat ze zouden proberen mij aan het twijfelen te brengen, maar dat ik moest doorzetten’, zegt de vrouw.

Dat doet ze, maar een een week voor de geplande operatie krijgt ze toch twijfels, als ze in Munies telefoon intieme berichten ziet van een andere vrouw. ‘Gewoon een vrouw die aandacht wil’, wuift hij haar achterdocht weg.

Op 30 oktober 2018 wordt de vrouw geopereerd in Rotterdam en verwijderen de chirurgen een gezonde nier bij haar. En Munie krijgt er een gezonde nier voor terug. Direct na de operatie merkt ze dat Munie afstand neemt. ‘Hij reageerde amper op mijn berichten.’ Tweeënhalve week na de transplantatie rijdt ze naar haar vriend toe, maar warm is de ontvangst niet. ‘Wat doe je hier zo onverwachts, zei hij. Wat nou als bijvoorbeeld mijn nichtje hier langskomt en jou ineens ziet?’

Hij negeert haar dusdanig dat ze hem half december een bericht stuurt dat hun relatie wat haar betreft over is. Een reactie krijgt ze niet. Afgelopen najaar hoort ze dat Munie inmiddels is getrouwd met de vrouw van wie ze intieme berichtjes zag in zijn telefoon.

‘Hij heeft me al die tijd gebruikt voor mijn nier’, is haar conclusie. ‘Als het op een gewone manier was uitgegaan, zou ik daar vrede mee hebben. Ik wilde hem op dat moment helpen. Maar dat hij me alleen hiervoor aan het lijntje heeft gehouden, doet veel pijn.’

In reactie op het verhaal van de vrouw zegt Munie dat zij hem meteen nadat hij over zijn ziekte had verteld, aanbood een nier te doneren. ‘Ik vind je een goed persoon, zei ze. Toen zei ik: dat kun je niet zomaar doen, daar moet je goed over nadenken. Ik voelde meteen wel: dit moet geen relatie worden. Dat heb ik ook tegen haar gezegd.’

Toch onderhield hij daarna nog lange tijd intiem contact met de vrouw, bevestigt Munie. Anderen waarschuwden hem naar zijn zeggen ‘dat ze iets meer van me wilde’. De tassenontwerper beseft dat het daarom ‘natuurlijk niet zo handig’ was om uitgerekend deze vrouw om een nier te vragen. Desondanks deed hij dat wel. ‘Ineens komt de arts die zegt dat het heel slecht gaat en vraagt of ik misschien mensen heb die willen doneren. En zij wilde echt iets goeds doen.’

Daarbij zegt hij met haar te hebben besproken ‘dat van een echtelijke verbintenis nooit sprake kon worden’. Bovendien beweert hij in eerste instantie dat hij de vrouw een half jaar op afstand heeft gehouden en toen pas vroeg of het aanbod van de nier nog stond. ‘Toen belde ik haar en zei: ‘Joh, hoe gaat het? Lang niet gesproken, ben je nog bereid om je nier te doneren?’

Uit correspondentie blijkt dat de vrouw vier maanden na hun eerste kennismaking al in het ziekenhuis sprak over een transplantatie en dat er in hun WhatsApp-conversaties nooit een half jaar ‘pauze’ heeft gezeten. In reactie daarop mailt Munie: ‘Ik kan me vergist hebben in het tijdsverloop.’

Een woordvoerder van de Nierstichting zegt in een reactie dat de stichting wist dat de eerste donornier van Munie is afgestoten, maar niet waardoor dit kwam. ‘Dat de tweede nier afkomstig is van een vriendin, is ons ook bekend, maar niet wat hun relatie precies was of is. De afgelopen periode hebben we niet veel contact meer met Munie gehad en heeft hij weinig meer gedaan als ambassadeur, omdat hij druk was.’

Hoofdredacteur Pieter Klok: Stond ik aan de basis van een hype die elf jaar later wordt doorgeprikt?
Op 6 september 2008, ruim een week voor het uitbreken van de kredietcrisis, schreef ik in Volkskrant Magazine een uitgebreid portret van Omar Munie, een vrolijke Haagse jongen, die net was uitgeroepen tot MBO Uitblinker van het Jaar. Munie was in korte tijd een succesvol tassenontwerper geworden, of wist althans die indruk te wekken. Heb ik deze jongen niet te snel opgehemeld?