Direct naar artikelinhoud
Wetswijziging

Gevangen in een religieus huwelijk

Gevangen in een religieus huwelijk
Beeld Suzan Hijink

Wie trouwt bij een geestelijke en daarna het huwelijk wil ontbinden, kan diep in de problemen raken. Vooral vrouwen zijn het slachtoffer. 

De islamitische vrouw die haar familie in Iran niet meer kan bezoeken omdat ze voor de wet van dat land nog is gehuwd en de toestemming van haar man nodig heeft om te mogen reizen, ook al is ze in Nederland gescheiden. De katholieke man die graag wil hertrouwen maar dat niet meer in de kerk kan doen. De joodse vrouw wier man weigert om haar een scheidsbrief te geven. Ze dachten ooit ten overstaan van de imam, priester of rabbijn een verbintenis aan te gaan voor het leven, voor de eeuwigheid zelfs. Maar nu de roze wolk is opgetrokken, en de relatie is verbroken, hebben ze te kampen met de onvoorziene, ingewikkelde gevolgen van een religieus huwelijk.

Voor de situatie van de joodse en islamitische vrouw zoals hierboven beschreven gaat er iets veranderen. Bij zogeheten ‘huwelijkse gevangenschap’, als een vrouw zich niet aan een religieus huwelijk kan ontworstelen, doorgaans omdat de man dat tegenhoudt met een beroep op de wetten van hun godsdienst. Zeker bij joodse, maar vaak ook bij islamitische huwelijken is het aan de man, en dus niet aan de vrouw, om de scheiding te initiëren. Vorige maand heeft minister Sander Dekker een wetswijziging aangekondigd die vrouwen in zo’n situatie moet helpen. Die kan ervoor zorgen dat partners wettelijk verplicht wordt om mee te werken aan de ontbinding van een religieus huwelijk.

In donkere wolken eindigen

De juristen Benedicta Deogratias en Pauline Kruiniger, die beiden werken voor een onderzoeksproject over deze thematiek aan Maastricht University, zijn gelukkig met de wetswijziging. Kruiniger noemt het het een “belangrijke stap”. En Deogratias, die promoveerde op een onderzoek naar mensenrechten en huwelijkse gevangenschap in seculiere en niet-seculiere landen, zegt: “Mooi dat het nu goed in de wet komt te staan. Dat draagt bij aan de bewustwording.” Ook vrouwenrechtenorganisatie Femmes for Freedom uitte zich al tevreden met de aankondiging.

Het zijn met name vrouwen voor wie een religieus huwelijk in donkere wolken kan eindigen. Vaak komen er nog allerlei problemen bij. Kruiniger: “Ze kunnen een procedure beginnen waarbij de ze de rechter verzoeken om een bevel tot medewerking van de man aan de religieuze echtscheiding te geven. Maar in Nederland zie je dat vrouwen vaak niet goed de weg weten, er niet de financiële middelen voor hebben, of bang zijn voor de gevolgen voor henzelf of de kinderen.”

En dan is er ook nog geregeld sprake van zware geestelijke of lichamelijke mishandeling, zegt Kruiniger, die voor haar onderzoek onder meer gesprekken voerde met beschadigde vrouwen en met hulpverleners. “Dat al die problemen samenkomen is natuurlijk niet geheel toevallig. Juist mannen die in staat zijn om je te bedreigen of daadwerkelijk iets aan te doen, zijn niet te bewegen tot ontbinding. Als je een verkeerde man treft, dan kan dat de hel zijn.”

Voorlichting, voorlichting, voorlichting

“Een van de gruwelijkste dingen om te zien is als een man de vrouw isoleert. Sommige vrouwen zijn dan toch zo sterk dat ze uit de situatie weten te komen, maar een groot deel van de vrouwen wordt helemaal murw. Een van hen wilde zelfmoord plegen. Gelukkig kwam het niet zover. Maar er zijn vrouwen die zo getraumatiseerd zijn dat ze letterlijk niets meer durven.”

Deogratias en Kruiniger plaatsen wel kanttekeningen bij de plannen van de Nederlandse overheid. Kruiniger: “De wetswijziging kan iets doen in oplossende zin, als de situatie van huwelijkse gevangenschap dreigt te ontstaan of al bestaat. Wat we eigenlijk willen, is mensen zo te empoweren dat we dit soort situaties vóór zijn.”

Uit haar onderzoek blijkt dat er vooral behoefte is aan voorlichting, zegt Kruiniger. Ze herhaalt het als een mantra: “Voorlichting, voorlichting, en nog eens voorlichting! Je moet mensen bereiken. Het probleem van huwelijkse gevangenschap is namelijk grotendeels te wijten aan gebrekkige kennis over de betekenis en gevolgen van een burgerlijk en religieus huwelijk, de rechten en plichten waarmee je te maken hebt als je trouwt. Je moet die kennis toegankelijk en begrijpelijk maken – en dat is nog lastig, want het is soms best ingewikkeld.”

Flink in de problemen 

In Nederland mag je een religieus huwelijk pas sluiten nadat er eerst een burgerlijk huwelijk gesloten is. Geestelijken die een religieus huwelijk sluiten zonder dat het koppel een huwelijksakte heeft laten zien van de gemeente, zijn dan ook strafbaar. Maar onder moslims bestaat over deze volgorde nog een vrij grote onbekendheid, zegt Kruiniger. “Het komt nog vaak voor dat moslims eerst of alleen een religieus huwelijk aangaan, omdat ze dat als het ‘echte’ huwelijk zien. Je hoopt natuurlijk lang en gelukkig samen te leven. Nou, ook als je slechts mondeling een verbintenis aangaat of de imam een gebed laat uitspreken, kun je bij het verbreken van de relatie flink in de problemen komen. Je hebt dan in Nederland geen recht op alimentatie of opgebouwd pensioen. Dat zijn rechten die alleen komen met het burgerlijk huwelijk.”

Nog zoiets wat tot Kruiniger’s verdriet grotendeels nog onbekend is: dat het joodse en islamitische recht de mogelijkheid biedt om bij het trouwen af te spreken dat bij een eventueel einde van het huwelijk de man zal meewerken aan de beëindiging van het religieuze huwelijk. Beide religies dicteren namelijk standaard dat het aan de man is om een huwelijk te beëindigen: in het jodendom door een ‘scheidbrief’, en bij de islam door ‘verstoting’. “Maar je kunt als joods koppel ook bevorderen dat iemand na de beëindiging van het samenwonen ook meewerkt aan de ontbinding van het joodse huwelijk. Bijvoorbeeld door af te spreken dat de man aan de vrouw, tot het moment dat hij de scheidbrief heeft gegeven, maandelijks een bedrag van 750 euro moet betalen als onderhoudsverplichting.”

Recht overdragen aan de vrouw

In de liberale joodse gemeenschap in Nederland is die optie opgenomen in het standaard huwelijkscontract, zegt Kruiniger. Bij de islamitische gemeenschap is meer onbekendheid over de mogelijkheid dat de man zijn recht om de vrouw te verstoten kan overdragen aan de vrouw. “Maar het is wel degelijk zo dat je in het islamitisch recht de verstoting kunt delegeren. Je hoort wel eens dat de vrouw in de islam helemaal geen rechten heeft: dat is dus beslist niet zo.”

Een andere mogelijkheid in het islamitisch recht is dat de man de vrouw op haar verzoek verstoot, in ruil voor compensatie door de vrouw. “Maar dat betekent dan meestal dat zij al haar financiële rechten opgeeft. Een man kan dit als chantage gebruiken. Zo van: ‘Ik ga jou niet verstoten, want als ik dat doe, moet ik financiële verplichtingen aan jou nakomen. Dus als jij wil scheiden, kom dan maar over de brug, en zie af van die financiële rechten’. Bovendien is een vrouw in dit geval toch ook afhankelijk van medewerking van de man.”

De wetswijziging die minister Dekker aankondigde kwam hem op felle kritiek te staan van de bisschop van Haarlem, Jan Hendriks. Op zijn blog betichtte hij de minister van ‘het bashen van godsdiensten’, en bracht hij de maatregel in verband met christenvervolging. De bisschop citeerde de aankondiging op de website van de rijksoverheid: ‘iedereen moet de vrijheid hebben om te scheiden en om zijn of haar leven weer los van elkaar te kunnen voortzetten. Dat geldt zowel voor het burgerlijk huwelijk, als voor de religieuze verbintenis, ongeacht of deze verbintenis naast een burgerlijk huwelijk bestaat’.

Een huwelijk is oneindig

Dat viel verkeerd, want voor de katholieke kerk is een huwelijk oneindig. Ze kunnen het dan ook niet ontbinden, alleen ‘nietig verklaren’. Met als gevolg dat je niet kunt hertrouwen in de kerk. Maar in de feitelijke wetstekst verandert niets voor katholieke huwelijken. “Er staat een uitzonderingsclausule bij, dat een man in ‘zwaarwegende gevallen’ niet hoeft mee te werken aan de ontbinding van een religieus huwelijk. Het niet kunnen ontbinden van een religieus huwelijk volgens het katholieke recht, kan een dergelijke geval zijn. Dus er is bij de wijziging juist wel rekening gehouden met de katholieke visie”, zegt Benedicta Deogratias. “Maar ik kan de frustratie van Hendriks wel enigszins begrijpen. Bij dit voorstel zijn de christelijke gemeenschappen vermoedelijk niet voldoende betrokken en geïnformeerd geweest. Dan krijg je zulke reacties, dat het ineens als een aanval op de godsdienstvrijheid wordt beschouwd.”

Verdergaande voorstellen van Kruiniger – de minister liet zich bij zijn plannen onder meer inspireren door haar onderzoek – zijn niet meegenomen. In de wet vastleggen dat je bij het sluiten van een burgerlijk huwelijk ook meteen afspreekt dat je meewerkt aan de ontbinding van een eventueel gesloten religieus huwelijk in geval van een burgerlijke echtscheiding voor zover dat in je macht ligt. Deogratias: “Maar dat zou niet verenigbaar zijn met scheiding van kerk en staat, en zou een te grote inbreuk zijn op de godsdienstvrijheid van personen die het religieuze huwelijk als onontbindbaar beschouwen. Dan denk ik: dan zeg je eigenlijk dat godsdienstvrijheid meebrengt dat iemand het recht heeft om een ander tegen haar wil in vast te houden in een religieus huwelijk? De wetgever heeft hier te weinig oog gehad voor de vrouwenrechten.”

Mensenrechtenschending

In haar onderzoek stelt Deogratias vast dat huwelijkse gevangenschap een inbreuk maakt op een tal van fundamentele rechten van vrouwen en dat het ook een vorm van geweld tegen vrouwen kan zijn. “Het is een mensenrechtenschending en een vorm van discriminatie tegen vrouwen. Als een man zegt: ik wil niet scheiden omdat het tegen mijn geloof ingaat, waarom zou zijn godsdienstvrijheid dan zwaarder wegen dan het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw die hij vasthoudt in het huwelijk?”

Ook Deogratias pleit voor voorlichting en bewustwording – de overheid is hier nog lang niet klaar mee, zegt ze. “Nederland heeft het Vrouwenverdrag van de Verenigde Naties ondertekend. Daarmee heeft de staat een verplichting om de bewustwording en mentaliteitsverandering te bevorderen. ”

De verwarring van de bisschop over het wetsvoorstel geeft aan hoe belangrijk hapklare informatie is, zegt Deogratias. “Als de bisschop al niet begrijpt wat er met de zwaarwegende belangen wordt bedoeld, wat moet de leek hier dan van maken? Ik denk dat het belangrijk is dat het duidelijke is om welke zwaarwegende belangen het om zou kunnen gaan, zodat mensen niet het idee krijgen dat je niet mee hoeft te werken aan ontbinding van een huwelijk als jij vindt dat je daar een goede reden voor hebt. Daarbij zou het duidelijker moeten zijn dat het bijna ondenkbaar is dat een beroep op de godsdienstvrijheid voorrang zou krijgen op de rechten en vrijheden van een vrouw die vast zit. Huwelijkse gevangenschap is een probleem dat vrouwen vaker en harder treft als gevolg van machtsongelijkheid tussen vrouwen en mannen bij het beëindigen van een religieus huwelijk. Dat moet je dus in beschouwing nemen. Maar hier staat nu niets over vermeld, ook niet in de toelichting op de wet.”

Zwakkere burgers

Tot haar ongenoegen merkte Kruiniger bij de overheid lange tijd een zekere terughoudendheid. “Het is al snel van: ‘het is aan de mensen zelf’, of: ‘dit behoort tot de privésfeer, dus daar horen we ons niet in te mengen’. Daar denk ik heel anders over. Het is een taak van de overheid om in gesprek te gaan met burgers, en met name zwakkere burgers te beschermen op grond van mensenrechtelijke verdragen.”

Al ziet ze de vrijheid van godsdienst als een groot goed, zegt Kruiniger, hier botst die op de rechten van de vrouw. “Al een aantal jaren nu komen zaken bij de rechter waarbij een vrouw de rechter verzoekt om de man op te dragen om mee te werken aan de ontbinding van een joods of islamitisch huwelijk. In de afweging van de rechters is uiteindelijk nevernooit het beroep van de man op zijn godsdienstvrijheid gehonoreerd. Je ziet dus dat die hier, gezien de situatie, echt overruled wordt door alle andere mensenrechten. En terecht.”

Lees ook:

Met een beetje pech komt aan een religieus huwelijk nooit een eind

Noor Stevens zit vast in een religieus huwelijk. Ondanks hun burgerlijke scheiding vindt haar ex-man dat ze nog getrouwd zijn. Stevens leeft ondergedoken en vreest de dag dat hij haar vindt en voor haar neus staat. Er is een oplossing, zeggen Stevens en jurist Pauline Kruiniger: Nederland moet de wet aanpassen.