Direct naar artikelinhoud
75 jaar bevrijdingHet Apeldoornsche Bosch

Sporten als opvoeding en als therapie voor Joodse patiënten

Korfballers van Het Apeldoornsche Bosch, vlak voor de oorlog.Beeld sinaï centrum

De Joodse psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch gaf sport een belangrijke rol in de behandeling van patiënten – tot de deportatie in 1943. De velden liggen er nog altijd. Deel 5 van een maandelijkse serie over de sporen van de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse sportwereld.

Binnen de Joodse beweging in Nederland werd ook aan sport gedaan. Bij voetbal ging het om kleine aantallen, want tot aan de Duitse inval hebben er in Nederland maar 39 Joodse clubs bestaan, op een totaal van ruim tienduizend. De Joodse invloed op boksen was aanzienlijk groter met iemand als Ben Bril. Ook bij het turnen was er een grootse invloed, het duidelijkst te zien bij de Nederlandse vrouwenturnploeg op de Olympische Spelen van 1928 met vijf Joodse turnsters én een Joodse coach.

Sport Staalt Spieren

In 1909 werd Het Apeldoornsche Bosch geopend, een Joodse psychiatrische instelling, bedoeld voor kinderen met opvoedingsproblemen of voor zwakzinnige kinderen. Er waren honderden patiënten bij de instelling, die bekend stond als zeer progressief met de behandelingsmethodes. Er werd zelfs aan sport gedaan, absoluut geen vanzelfsprekendheid in de vooroorlogse jaren. Door deze actieve therapie werden patiënten actiever en levendiger.

Sport was een zeer belangrijk hulpmiddel in de opvoeding van deze kinderen, zo meldt de verzamelbundel ‘Wie in tranen zaait’, over de geschiedenis van de Joodse Geestelijke Gezondheidszorg in Nederland. Die aanpak hielp, want in de zomer van 1926 richtten de patiënten hun eigen sportclubs op, zoals Sport Staalt Spieren. Twee jaar later werd er tijdens een feest van de personeelsvereniging een Imitatie Olympiade gehouden, ongetwijfeld beïnvloed door de echte Olympische Spelen die op hetzelfde moment in Amsterdam werden gehouden.

Aanvankelijk werd voor zulke wedstrijden een terrein gebruikt op de nabijgelegen Sarahoeve, maar in 1931 schonk Julius Menko Hartogensis als regent van Het Apeldoornsche Bosch een compleet nieuw terrein met kleed- en wasgelegenheid, voor die tijd zeer modern en hygiënisch. De instelling was er natuurlijk erg blij mee, blijkt uit de jaarverslagen, ook omdat een sport als voetbal goede eigenschappen kan aankweken, zoals samenwerking en sportiviteit. ‘Dat kan als algemeen bekend geacht worden.’

Oprecht genoten

Het nieuwe onderkomen bood de mogelijkheid voor sportdagen met deelnemers vanuit de wijde omgeving, zowel van reguliere sportclubs als andere instellingen. De sport zorgde er dus voor dat de Apeldoornse patiënten in contact bleven met de buitenwereld, in plaats van dat ze werden geïsoleerd van de maatschappij.

Op 21 Juni 1936 was er zo’n dag, die duurde van ’s ochtends vroeg tot diep in de avond met een receptie en feestelijke afsluiting. ‘Op het sportterrein wapperden de vlaggen’, aldus de Nieuwe Apeldoornsche Courant. ‘Gedurende den duur der wedstrijden verzorgde de heer Böttcher te Apeldoorn per versterkte luidspreker gramophoonmuziek. Er is oprecht genoten.’

De ingebruikname van een gymnastiekzaal in 1937 was een volgende stap, want zo konden de patiënten ook met slecht weer in beweging komen. ‘De schitterende toestellen zijn een belangrijke aanwinst’, aldus het instellingsbestuur. Na het uitbreken van de oorlog werd deze ruimte ook ingericht als schuilplaats tijdens bombardementen, als metafoor voor de vreselijke nieuwe omstandigheden.

Deportatie

Vanaf 1939 werd de instelling overspoeld met nieuwe patiënten én vluchtelingen, vooral Duitse Joden. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werden hieruit bijna 1300 patiënten en verzorgers gedeporteerd, die allemaal worden doorgestuurd naar Auschwitz om meteen te worden vermoord, als ze al levend waren aangekomen.

Enkele jaren geleden dreigden projectontwikkelaars bezit te nemen van het terrein, wat is voorkomen na een indringende lobby. Morgen wordt op Het Apeldoornsche Bosch een herinneringscentrum geopend, een plek waar deze geschiedenis wordt vastgelegd. In de bijhorende expositie zijn ook de sporen van de sport uit de jaren dertig weer te zien. De velden uit 1931 liggen er ook nog, als herinnering aan die vooroorlogse feestelijke dagen.

Lees ook:

Het monument van de KNVB voor 2212 gesneuvelde leden is nu digitaal te doorzoeken

De 2212 in de oorlog omgekomen KNVB-leden zijn vereeuwigd in vijf bronzen kasten. Deel 4 van een serie over de sporen van de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse sportwereld.

Voetbal in de gordel van de verwoesting van Moerdijk

Moerdijk werd compleet verwoest in de oorlog, maar tussen de puinhopen werd al snel weer een voetbalclub opgericht. Deel 3 van een serie over sporen van de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse sport.