Direct naar artikelinhoud
AnalyseDe worsteling met haga lyceum

Stilte in Den Haag over Haga Lyceum: waarom zwijgen politici over falen veiligheidsdiensten?

Leerlingen gaan het Haga Lyceum binnen.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

De veiligheidsdiensten hebben flinke steken laten vallen in de strijd tegen het islamitische Haga Lyceum. Waarom reageren politici zo laconiek?

en

Het staat er echt. In het vonnis waarmee de rechtbank afgelopen maandag de aanwijzing van het Cornelius Haga Lyceum van tafel veegde, geven de rechters en passent de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) een tik op de vingers.

‘De analyses hebben niet altijd een logische opbouw’, zo valt te lezen, ‘en niet altijd is inzichtelijk op welke feitelijke bevindingen sommige conclusies zijn gebaseerd. Dit klemt te meer omdat ook niet is vermeld wie de opsteller(s) van de analyses is, zodat onduidelijk is wat de expertise van de opsteller(s) is.’

Het betreft de geheime analyses die de NCTV maakte van vier ‘personen met extreem gedachtengoed’ die zich rondom het islamitische Haga Lyceum zouden bewegen. De rechters mochten de analyses inzien, maar ze blijken allerminst onder de indruk.

Bij een van die vier, geschiedenis­leraar Kasim Tekin, zien de rechters in de NCTV-stukken ‘onvoldoende feitelijke en kenbare onderbouwing’ voor de conclusie ‘dat hij antidemocratisch en anti-integratief gedachtengoed uitdraagt’. 

Bij de drie anderen onderbouwde de NCTV weliswaar overtuigend dat ze extreem gedachtengoed uitdragen, maar volgens de rechters hebben die personen weinig met de school van doen. Eén is vertrokken, van de twee anderen is de betrokkenheid ‘zodanig gering geweest’ dat er ‘geen noemenswaardige betekenis’ aan toekomt. 

Broddelwerk van de NCTV, zou je dus zeggen. Maar wel broddelwerk waarop minister Arie Slob van Onderwijs zijn eis baseerde dat het bestuur van de school moest opstappen. En broddelwerk dat de basis vormt voor een schoolstrijd waardoor een grote groep moslims zich voelt weggezet en verdacht gemaakt.

Opvallend is dat ook de inlichtingendienst AIVD al een tik op de vingers heeft gekregen in deze kwestie. De Commissie Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) uitte in december forse kritiek op een geheim ambtsbericht van de dienst. Dat ambtsbericht vormde, samen met de analyses van de NCTV, het startschot voor de uitzonderlijke strijd van de overheid tegen de Amsterdamse school.

Delen van dat ambtsbericht zijn ongenuanceerd of slecht onderbouwd, concludeerde de CTIVD. Het betreft cruciale passages voor de beeldvorming over de school, onder meer over banden met terroristen, passages waar bestuurders, politici en media flink op aansloegen.

Machtige instituten

De AIVD en de NCTV zijn machtige instituten, die grotendeels in het duister opereren. Als bestuurder of burger zou je erop moeten kunnen vertrouwen dat hun informatie klopt. Niet voor niets noemde CTIVD-voorzitter Nico van Eijk het ‘een doodzonde’ om onrechtmatige passages op te nemen in een ambtsbericht.

Toch is er tot nu toe weinig ophef ontstaan over de onzorgvuldigheden en fouten in de Haga-saga. Geen spoeddebat in de Tweede Kamer, geen verzoek aan minister Ank Bijleveld (Defensie, tijdens het ziekteverlof van minister Kajsa Ollongren verantwoordelijk voor de AIVD) om uitleg te komen geven. In plaats daarvan reageerden de betrokken bewindslieden, Amsterdamse bestuurders en bijna alle Tweede Kamerleden quasi tevreden op het CTIVD-rapport, omdat er ook nog enkele passages in het ambtsbericht stonden die wél kloppen.

Haagse vergevingsgezindheid

Waarom is de Kamer, die als controleur van de macht altijd hoog te paard zit als het gaat om ‘volledig en juist informeren’, nu zo vergevingsgezind?

Farid Azarkan (Denk) verbaast zich daarover. Hij vroeg na de publicatie van het CTIVD-rapport als enige in de Tweede Kamer wel een debat aan. Geen enkele fractie steunde het voorstel. Men wilde wachten op de uitspraak van de rechtbank.

Toen die deze week kwam, probeerde Azarkan het opnieuw. Dit keer met meer succes, al zal het debat pas plaatsvinden nadat er een uitspraak in hoger beroep is geweest. Dat duurt nog maanden.

‘Eerst gaan ze tekeer als schuimbekkende hyena’s’, zegt Azarkan. Hij refereert daarbij onder meer aan het spoeddebat na het openbaren van de inlichtingeninformatie over het Haga Lyceum. Daarvoor moesten drie ministers tekst en uitleg komen geven. Veel woordvoerders pleitten voor het zo snel mogelijk sluiten van de school. ‘Maar nu er fouten zijn gemaakt, blijven ze stil’, zegt hij. ‘Dat vind ik bizar. Het lijkt alsof ze zich vooral laten leiden door een persoonlijke afkeer van islamitisch onderwijs. Daardoor vergeten ze dat ze trouw hebben gezworen aan onze ­democratische rechtsstaat.’

‘Natuurlijk is het vervelend als er informatie wordt verspreid die niet helemaal juist is’, reageert D66-­Kamerlid Paul van Meenen. Maar ‘als eenvoudige wiskundeleraar en onderwijswoordvoerder’ voelt hij er weinig voor om een waardeoordeel te vellen. ‘Dan moet je bij mijn collega zijn. Wie dat is? Daar vraag je me wat. Nee, de fouten in het ambts­bericht zijn nooit in onze fractie besproken.’

Provocatie

Zijn VVD-collega Rudmer Heerema is evenmin van plan de onzorgvuldigheden van de AIVD en de NCTV aan te kaarten. ‘Ik heb eerlijk gezegd niet al te veel redenen om me druk te maken of er dingen niet kloppen aan het ambtsbericht’, zegt hij. ‘Omdat het in lijn ligt met hoe wij al jaren tegen deze school aankijken. Die had er nooit mogen komen, en hij moet gewoon dicht.’

Heerema stelt dat de rechtbank heeft bevestigd dat er op het Haga ­Lyceum antidemocratisch onderwijs wordt gegeven. Maar dat staat niet in het vonnis. Ook de Onderwijsinspectie schreef geen signalen van anti­democratisch onderwijs te zijn ­tegengekomen.

Heerema, die zegt alle uitspraken en rapporten te hebben gelezen: ‘Er staat wel in het vonnis dat er sprake was van financieel wanbeleid.’ Er zijn inderdaad vier onrechtmatigheden in de boekhouding aangetroffen.

Hebben de fracties een afkeer van islamitisch onderwijs, zoals Azarkan beweert? Er zijn ook andere verklaringen. Veel Kamerleden lijken liever te accepteren dat de veiligheidsdiensten fouten maken, dan dat ze hun verlies nemen tegenover de provocerende directeur-bestuurder Soner Atasoy.

Die maakte bestuurders die zijn aftreden eisten immers uit voor ‘incompetente randdebielen’ en de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema voor ‘domme gans’. Medewerkers van de Onderwijsinspectie voelden zich zo geïntimideerd dat zij een bezoek aan de school afbraken. ‘Dat blijft staan’, zegt Van Meenen (D66).

Imagoschade

Wat ook meespeelt: veel partijen hebben kopstukken die vooropgaan in de strijd. Neem GroenLinks, die partij-icoon Halsema steunt in deze kwestie. De PvdA, met onderwijswethouder Marjolein Moorman en partijleider Lodewijk Asscher. Die was in een vorig leven wethouder in Amsterdam en probeerde toen al de komst van het Haga Lyceum te dwarsbomen. Asscher wilde ondanks meerdere verzoeken niet op vragen reageren.

De ChristenUnie, die er doorgaans als de kippen bij is om een schending van de onderwijsvrijheid te veroordelen, blijft nu trouw aan de eigen minister: Arie Slob. En ook de VVD streed altijd tegen de school, met voormalig staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker voorop. Dekker is nu minister voor Rechtsbescherming.

Hoe nu verder? In de Amsterdamse gemeenteraad zei Moorman deze week naar aanleiding van het vonnis dat zij inmiddels een ‘werkbare relatie’ nastreeft met de school. Een normale relatie zit er, zo zei ze, wat haar betreft niet in. ‘Wat er gebeurd is, is niet normaal.’ Ook in Den Haag is dat de stemming bij veel partijen. Ze voelen weinig voor een knieval of een kritische evaluatie van het overheidsoptreden in deze zaak, en lijken langzaamaan te accepteren dat de school voorlopig open zal blijven.

AMBTSBERICHT

Het AIVD-ambtsbericht van 15 januari 2019 over het Cornelius Haga Lyceum. Informatie tussen vierkante haken was weggelakt en is door de Volkskrant voor zover bekend en relevant aangevuld.

AMBTSBERICHT

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst beschikt in het kader van zijn taakuitvoering over de volgende betrouwbare informatie.

Cornelius Haga Lyceum

Het Cornelius Haga Lyceum (CHL), onderdeel van de Stichting Islamitisch Onderwijs wordt statutair geleid door […], [...] en [...]. Het CHL wordt echter feitelijk geleid door [Soner Atasoy (alias Isa), voorzitter van het Algemeen Bestuur] en [Son Tekin Atasoy (alias Yusuf), volgens de schoolgids van het Cornelius Haga Lyceum beleidsmedewerker].

Ambtsbericht - Feitelijke informatie, geen concreet risico of dreiging

De AIVD verstuurde dit ambtsbericht op 15 januari 2019 naar onder meer het ministerie van Onderwijs, de gemeente Amsterdam en de NCTV. Het begin van een kettingreactie, die resulteerde in de aanwijzing van minister Arie Slob. 

Het Cornelius Haga Lyceum had 43 scholieren in schooljaar 2017-2018 en 180 leerlingen in 2019-2019. Het bestuur is op zoek naar een tweede locatie in Amsterdam en voornemens om nieuwe vestigingen in Den Haag en Utrecht te openen. Er zou veel animo voor de school in Utrecht zijn. [Soner] en [Son Tekin Atasoy] hebben reeds panden in beide steden op het oog. Op dit moment beschikt de AIVD echter niet over inlichtingen waaruit blijkt over welke panden dit zou gaan.

[De gebroeders Atasoy] willen de helft van het curriculum aan de salafistische geloofsleer wijden en zijn van plan om ook buiten reguliere lestijden scholieren onder hun invloedssfeer te brengen. Sleutelfiguren binnen de school stellen onderling vast dat zij in strijd handelen met een antiradicaliseringsstrategie, ontwikkeld door de overheid. Tevens komt uit inlichtingen naar voren dat ten minste een godsdienstles bewust is geannuleerd op het moment dat de Onderwijsinspectie kwam controleren.

Salafisme - CTIVD-rapport: passage geeft ongenuanceerd beeld

Hier maakt de AIVD volgens de CTIVD niet voldoende duidelijk dat het een dreiging voor de toekomst betreft, en er geen bewijs is dat er al salafistisch gedachtengoed op school wordt uitgedragen.

Er wordt gestreefd naar gescheiden onderwijs tussen mannen en vrouwen. Een groot deel van het onderwijs wordt nu al gescheiden gegeven. De leerlingen moeten drie maal per dag verplicht deelnemen aan het gebed. Als meisjes menstrueren, mogen ze niet deelnemen aan het gebed en verblijven ze in een aparte ruimte.

Onderwijs - Feitelijke informatie, geen concreet risico of dreiging

Deze opsomming toont volgens de CTIVD niet aan dat de school grenzen van de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van onderwijs overschrijdt. De kenmerken ‘kunnen niet zonder meer worden aangevoerd om een risico of een dreiging te onderbouwen.’

Het dienstverband van een docent kon geen doorgang vinden, omdat deze persoon van plan was om homoseksualiteit te bespreken met de leerlingen. Dit werd door het bestuur niet toegestaan.

Dienstverband - CTIVD-rapport: passage geeft ongenuanceerd beeld

De CTIVD schrijft dat uit de achterliggende informatie blijkt dat ‘meerdere factoren bijdroegen aan het feit dat het dienstverband geen doorgang vond’, dus is deze passage ‘ongenuanceerd’.

Het beleid en de leer van de school is gebaseerd op de Koran en de Sunna waarbij zij geen islamitische wetsschool aanhangen. In het aannamebeleid voor nieuwe leraren worden bewust zoveel mogelijk docenten geworven die deze salafistische interpretatie van de islam aanhangen.

Koran en Sunna - CTIVD-rapport: passage is onvoldoende onderbouwd

Onvoldoende onderbouwd volgens de CTIVD. Dat houdt in dat onderliggende inlichtingen een bewering niet rechtvaardigen. Er waren voor deze passages wel ‘bepaalde indicaties’. Als deze bewering zou kloppen, noteert de CTIVD ook, dan plaatst dat de school binnen het fundamentalistische spectrum van de islam. ‘Op zichzelf wijst het echter niet op een dreiging.’

Betrokkenen bij Cornelius Haga Lyceum

[Soner] en [Son Tekin] bezitten de Nederlandse en Turkse nationaliteit. Beiden verkeren sinds 2000 in een salafistische en radicale omgeving. Het is bekend dat zij in de periode 2009-2012 contact onderhielden met de terroristische groepering “het Kaukasus Emiraat”. [De broers] noemden de rebellenleider van het Emiraat van de Kaukasus ‘hun leider’. Degenen met wie [Soner] en [Son Tekin Atasoy] in contact stonden waren de leiders van het Emiraat in België.

Emiraat - CTIVD-rapport: passage is onvoldoende onderbouwd

Onvoldoende onderbouwd, stelt de CTIVD, die in het rapport onthult dat na het versturen van het ambtsbericht ook binnen de AIVD twijfel was ontstaan over juistheid van de informatie over de banden van de Atasoys met het Kaukasus Emiraat.

Het Emiraat was met name actief in de periode 2007 tot en met 2015, waarna een deel van de strijders zich aan heeft gesloten bij IS. Het Kaukasus Emiraat is onder meer verantwoordelijk voor aanslagen zoals die in de metro in Moskou in 2010. Een aantal van de personen uit deze groepering is in België in onderzoek op verdenking van betrokkenheid bij terrorisme, of is al veroordeeld. [Soner] en [Son Tekin] worden in verband gebracht met de financiering van het Kaukasus Emiraat.

[De broers] omringen zich met salafistische aanjagers, zoals [Kasim Tekin], [Abdullah Özütürk] en [Fouad el Bouch].

Over [Tekin] is bekend dat hij verbonden is aan de salafistische jongeren organisatie Moslim Jongeren Almere. Hij heeft contact met de salafistische Britse shariageleerde [Haitham Al-Haddad]. Op het Cornelius Haga Lyceum zijn meerdere heimelijke bijeenkomsten georganiseerd met [Haitham Al-Haddad]. [Tekin] fungeert tevens als tussenpersoon richting de Nederlandse vertegenwoordiging van de Britse Sharia Council in Nederland. Over [Özütürk] is bekend dat meerdere uitreizigers bij hem lezingen en lessen hebben gevolgd. [El Bouch] heeft mogelijk invloed gehad op het radicaliseringsproces van anderen.

Personen - Rechtbank Amsterdam: geen risico voor onderwijs

De rechtbank beoordeelde de geheime analyses die de NCTV maakte over deze personen. Die van Tekin bevat een ‘onvoldoende feitelijke en kenbare onderbouwing’ om te kunnen concluderen dat hij antidemocratisch en anti-integratief gedachtengoed uitdraagt, aldus de rechtbank. De drie anderen huldigen wel antidemocratische opvattingen, maar deze personen zijn niet meer betrokken (Özütürk) of zo minimaal betrokken geweest dat het ‘geen noemenswaardige betekenis toekomt’ (Al-Haddad, El Bouch). 

DE HAGA-SAGA: DIT GING ERAAN VOORAF

Voor wie het overzicht kwijt is, zetten we de belangrijkste gebeurtenissen uit de roerige geschiedenis van de omstreden islamitische school op een rij.

Minister Arie Slob (Onderwijs) verzocht het bestuur van het Haga Lyceum deze zomer om op te stappen. ‘Deze bestuurders moeten echt uit de school verdwijnen’, zei hij in een interview met de Volkskrant. Directeur-bestuurder Soner Atasoy reageerde furieus: ‘We worden genaaid in het kwadraat.’

Aanleiding voor de ophef is een zeer negatief rapport dat de Onderwijsinspectie opstelde over de school. Bewijzen voor salafistisch onderwijs zijn niet gevonden, maar op het gebied van bestuur en financiën is er scherpe kritiek. De school probeerde – tevergeefs – de publicatie van het rapport te voorkomen.

De veiligheidsdienst AIVD heeft onrechtmatig en onzorgvuldig gehandeld bij het uitbrengen van twee ambtsberichten over het Cornelius Haga Lyceum, bleek uit onderzoek van toezichthouder CTIVD. Zo zijn de beweringen over banden van de schoolleiding met terroristen ‘onvoldoende onderbouwd’.

De Volkskrant kwam tijdens meer dan tien bezoeken en tientallen gesprekken met de schoolleiding, docenten, medewerkers, ouders, vrijwilligers en externen geen bewijzen tegen van salafistische invloeden of antidemocratisch onderwijs. Lees de longread of luister naar de podcast waarin verslaggevers Tjerk Gualthérie van Weezel en Rik Kuiper hun verhaal doen.