Direct naar artikelinhoud
ColumnFrank Kalshoven

Er groeit een nieuwe consensus over de arbeidsmarkt

Er groeit een nieuwe consensus over de arbeidsmarkt

De commissie-Borstlap over de toekomst van de regels rond werk gooide deze week een knuppel in het hoenderhok. De commissie bepleit niet minder dan een volledig ­herontwerp: arbeidsrecht op de schop, fiscaliteit ­anders, sociale zekerheid hervormen, investeren in scholing voor volwassenen. En dat alles om de (brede) welvaart in Nederland te verhogen.

En, is het wat? Ik ben er blij mee. Maar omdat ik lid mocht zijn van deze commissie laat ik de bespreking van de inhoud graag over aan anderen.

Ik deel wel graag een observatie: er groeit in Nederland een nieuwe consensus. Er zal nog wel wat water door de Rijn stromen voor deze nieuwe consensus is uitgekristalliseerd en omgezet in concreet beleid; er zullen nog heel wat scherpe debatten moeten worden gevoerd over tientallen concrete maatregelen; maar er is goedbeschouwd ook al veel overeenstemming.

Waarop is deze stelling gebaseerd? En waaruit bestaat die overeenstemming?

Vragen stellen en luisteren naar het antwoord. Daar is de stelling op gebaseerd. De commissie sprak met driehonderd mensen (en in mijn dagelijks werk tel ik er makkelijk nog weer driehonderd bovenop). Met ambtenaren, werknemers, ondernemers, zzp’ers, wetenschappers, werkgevers groot en klein. Met politici van allerlei pluimage, met polderpartijen, met mensen die hierin geen plek aan tafel hebben. En door al die gesprekken valt een rode draad te trekken.

Welke?

1. Het gaat niet goed op en rond de arbeidsmarkt. Er is een waslijst aan serieuze problemen. Uiteraard benoemt niet iedereen spontaan dezelfde problemen in dezelfde bewoordingen. Maar er is ook en vooral veel overlap. En die overlap is onafhankelijk van de positie, kleur en rol van mensen.

2. De oorzaak van deze problemen is van eigen ­makelij. Nederland heeft de problemen op en rond de arbeidsmarkt aan zichzelf te wijten. De regels in de vier genoemde domeinen rammelen, zijn inconsistent, niet-handhaafbaar en zelfs pervers.

3. Het is (daarom) tijd voor groot onderhoud. ­Pleisters plakken helpt niet meer. We moeten de spel­regels op de arbeidsmarkt grondig herzien en wel in samenhang.

4. Herwaardering van de waarde van werk (voor de betrokkenen, voor de economie en voor de maatschappij) is bij dit grote onderhoud het startpunt van denken. We gaan al een tijdje veel te achteloos om met werk en met werkenden. We hebben het dan wel over een arbeidsmarkt, maar het is een andere markt dan die voor pindakaas en aandelen: het gaat om mensen. Met een leven. En de impact van werk op dat leven is zeer groot. Daarom is het vergroten van de waarde van werk een zinvol startpunt bij het nadenken over de herinrichting van de arbeidsmarkt.

5. Hierbij wel nuchter blijven. Globalisering, technologisering, demografie en de veranderende voorkeuren van mensen zijn een gegeven. Organisaties moeten zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. ‘Geld verdienen’ is óók een waarde van werk.

6. Wil het herontwerp van de regels toekomstbestendig zijn, dan moeten hieraan eisen worden gesteld. Kortweg: wendbaarheid, weerbaarheid, wederkerigheid en duidelijkheid.

Tot zover de consensus. Deze is dus nog wel een paar stappen verwijderd van eensgezindheid over ­concrete maatregelen. Maar dat geeft niet. Als we in ­Nederland de analyse delen (het gaat niet goed), ­samen de hoofdoorzaak benoemen (de regels rammelen), en ­samen het uitgangspunt delen (de waarde van werk) en de vier eisen omarmen waaraan het herontwerp moet voldoen, zijn we al een eind op weg.

Voorwaarts!

Frank Kalshoven is directeur van De Argumenten­fabriek. Reageren? frank@argumentenfabriek.nl