Direct naar artikelinhoud
ReportageStudentenprotest

Pyjamaprotest: ‘Student wordt de stad uit geflikkerd’

Het pyjamaprotest voor de ambtswoning van de Amsterdamse burgemeester.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Amsterdam neemt maatregelen om het ‘verkameren’ van woningen tegen te gaan. Andere steden gingen de hoofdstad voor. Studenten vrezen dat zij de klos zijn.

Of deze 150 studenten dan maar bij de burgemeester aan de Herengracht mogen intrekken. Dat is de boodschap van het ‘pyjamaprotest’ donderdagochtend in Amsterdam. Gehuld in ochtendjassen, flanellen broeken en gewapend met teddyberen demonstreren de studenten tegen de nieuwe Huisvestingsverordening (HVV) die vanaf 2020 de massale kamerverhuur in de stad aan banden moet leggen.

‘HVV weg ermee’, luidt de slogan op de stickers, al wil die nog niet echt lekker over de tong van de studenten gaan. ‘Het is een stil protest’, verklaart Freek van der Weij (21). Omdat ze de burgemeester en haar buren niet willen wekken – ze kennen als geen ander de deugd van het uitslapen – maar ook omdat het wat onwennig voelt, dat demonstreren. ‘Wij studenten protesteren nooit’, zegt hij. ‘Ik moest laatst aan mijn moeder vragen wat scanderen was. Maar dit is belangrijk genoeg om ons bed voor uit te komen, dit raakt ons direct.’

Want Van der Weij is bang zijn kamer te verliezen. Vanaf 1 januari moeten alle gedeelde Amsterdamse studentenwoningen met meer dan twee bewoners voldoen aan aangescherpte regels. Verhuurders moeten een vergunning aanvragen en de woning moet worden voorzien van een gemeenschappelijke ruimte en betere isolering tegen geluid. Alle huurders moet een eigen contract worden aangeboden. Voor Van der Weij lijkt dat er niet in te zitten. Wel mag hij met één andere huisgenoot in zijn huis blijven wonen. In plaats van 1.800 euro exclusief per maand met z’n vieren, moeten ze dat bedrag dan met z’n tweeën ophoesten.

En dat is niet het enige dat verandert als de gemeenteraad in de week voor Kerst akkoord gaat met de Huisvestingsverordening – wat waarschijnlijk is. Het aantal studentenkamers moet vanaf komend jaar worden beperkt tot 5 procent per wijk en 25 procent per pand. Studentenhuizen die al in het bezit zijn van een vergunning mogen sowieso blijven bestaan.

De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties laat alvast weten dat de woningcorporaties niet aan de nieuwe eisen kunnen voldoen. De verbouwingen zouden te kostbaar zijn. Zij zullen in de toekomst dus geen nieuwe contracten met woningdelers aangaan.

Jongerencampus

Het nieuwe beleid is nodig, stelt wethouder Laurens Ivens (SP, Wonen) omdat door de wildgroei aan kamers de hoofdstad nu een recordaantal studentenkamers telt, naar schatting 11.500. ‘We hebben op sommige plekken flats staan waarin alle vrijgekomen woningen worden opgekocht door beleggers en worden verkamerd. Dat betekent dat de gezinnen en oudere mensen die er wonen langzaam maar zeker in een jongerencampus terecht zijn gekomen, met mensen met een heel ander ritme.’

Amsterdam is niet de enige studentenstad die maatregelen neemt tegen het opdelen van huizen in kleinere kamers. Ook in Delft is een vergunningenstelsel ingevoerd omdat studenten in sommige buurten te veel overlast geven. In Wageningen, waar bijna eenderde van de inwoners student is, moest het aantal studentenkamers binnen een straal van 50 meter worden teruggebracht van 15 naar 5 procent van het totaal aantal woningen. In Leiden mogen sinds 2018 helemaal geen nieuwe huizen worden verkamerd vanwege de ‘ontwrichtende werking’ op de stad.

Hoogleraar woningbeleid Peter Boelhouwer van TU Delft is niet direct voorstander van het inperken van woningdelen. Helemaal niet als dat zou leiden tot minder woningen voor studenten en starters. De huizenmarkt in de studentensteden staat al enorm onder druk, vooral in Amsterdam waar meer dan de helft van de huishoudens alleenstaand is, stelt hij. ‘Een van de oplossingen voor het woningtekort is de bestaande voorraad zo efficiënt mogelijk te benutten, bijvoorbeeld met woningdelen.’ Tegelijkertijd beaamt hij dat dat soms op gespannen voet staat met de leefbaarheid.

Maar studenten dragen juist bij aan de leefbaarheid van een wijk, vindt demonstrant Mathijs Carvalho Mota (22) die de decemberkou bij de ambtswoning trotseert met een colbert over zijn ochtendjas. ‘Wij maken deel uit van de stad, we studeren, passen op de kinderen, we maken het bruisend en divers.’ Die mening deelt Mike van Amelrooy (24). Ja, natuurlijk, er is soms wat overlast, ‘maar dit is een hoofdstad, niet de Veluwe’.

Huisjesmelkers

Wethouder Ivens wil de studenten heus niet de stad uit jagen. Sterker nog: de nieuwe regels zijn juist voor hen bedoeld, zegt hij zelf. Met een eigen contract hebben ze straks meer rechten tegenover huisjesmelkers die nu bespottelijke prijzen vragen en hen soms zonder pardon op straat zetten. Ivens: ‘Maar het zou natuurlijk kunnen dat verhuurders dit plan als smoesje aangrijpen om een ander type huurder aan te trekken.’ Huurders die meer te besteden hebben, bijvoorbeeld.

En dat lijkt bij Van Amelrooy het geval. Zijn verhuurder bezit maar liefst 200 panden in Amsterdam, waarvan 10 in dezelfde straat. Onlangs werd Van Amelrooy gebeld door diens advocaat. Het kwam kort gezegd op het volgende neer: hij en zijn huisgenoten moesten misschien maar eens op zoek naar wat anders. Van Amelrooy lijkt daarmee hetzelfde te overkomen als zijn bovenburen. Die vertrokken enige tijd geleden omdat ze de huur niet meer konden betalen. Wat ervoor in de plaats kwam, laat zich makkelijk raden: twee expats. ‘De multinational betaalt voor hen de rekening, maar Jan met de pet wordt de stad uit geflikkerd.’