Direct naar artikelinhoud
Interview

Couturier Edwin Oudshoorn: glamour met een tikkeltje Dynasty-vibe

Couturier Edwin Oudshoorn: glamour met een tikkeltje Dynasty-vibe
Beeld Melody Lieftink

Het gaat couturier Edwin Oudshoorn voor de wind. Zijn bruidsjurken dwarrelen over de hele wereld neer. Zijn laatste collectie presenteerde hij op de Looiersgracht.

Het voelde alsof het zijn verjaardag was, zegt Edwin Oudshoorn (39). “Mensen over de vloer, een borrel, alles heel relaxed.” Zijn ontwerpen stonden in een volledig gestripte galerieruimte op de Looiersgracht in Amsterdam opgesteld op etalagepoppen; genodigden konden er zo letterlijk aan snuffelen. Een half jaar geleden presenteerde hij zijn couture in de Marktkantine in de Jan van Galenstraat, waar het naar bier en chloor rook, een verrassende combinatie, maar Oudshoorn verkeert in de positie dat hij kan doen en maken wat hij wil, klanten genoeg.

Zijn salon zit sinds vijf jaar op de Overtoom. Collega-couturier Ronald Kolk, wiens salon een stuk verderop zat, stopte er in januari 2018 mee, maar Oudshoorn gaat het voor de wind. Sinds april heeft hij op de Admiraal de Ruijterweg een tweede atelier geopend. Dagelijks fietst hij van zijn huis in Oost door het Oosterpark naar West, mét hond Amy, ‘een verwende vuilnisbak’.

De perfectie combinatie

Dat hij iets in de mode zou gaan doen, stond als kleuter al buiten kijf. Voor zijn achtste verjaardag kreeg Oudshoorn – zoon van de koster van de gereformeerde kerk in Lisse – een naaimachine. Via Academie Montaigne en de mts voor Mode en Kleding in Den Haag, belandde hij op de kunstacademie in Arnhem en richtte in 2005 zijn eigen modehuis op. “Het maakgedeelte van het vak vind ik nog steeds heel leuk, ik ben elke dag op het atelier te vinden.”

Zijn succesvolle bruidslijn bestaat uit dertig jurken, made to order, prijzen vanaf 1800 euro. Alle patronen zijn er in vijf maten, elke bovenkant kan gecombineerd worden met een onderkant en stoffen kunnen worden uitgewisseld. “Dat maakt het kiezen makkelijker, want als ik zeg: ‘Alles is mogelijk, dus zeg maar wat u wil’, slaan veel vrouwen dicht. Als ik ze daarentegen tien jurken laat proberen waarbij ik ze vraag op stoffen, halslijnen en vorm te letten, dan kunnen we uiteindelijk de voor haar perfecte combinatie maken.”

Edwin Oudshoorn.Beeld RVDA

Vederlicht zijn ze, want vrouwen willen niet meer de hele dag in een zware jurk lopen, en ook het binnenwerk moet prettig op de huid aanvoelen. Derhalve werkt Oudshoorn veel met een voering van zijden georgette, waarna hij loosgaat met Italiaanse tule. Soms gaat er wel zestig meter in een jurk, wat ‘hele elegante niemendalletjes’ oplevert. 

Stoffen komen van wereldwijde leveranciers. Eenmaal per jaar gaat hij met man Nick Lynch – ‘na tien jaar samen noemen wij dat gewoon man’ – op jacht op de Première Vision Paris, de belangrijkste stoffenbeurs. “Duizenden leveranciers staan daar letterlijk in hokjes met hun stalen. Drie dagen lang gaan we dan hokje in, hokje uit en vragen samples aan. Daarmee ga je een collectie vormen en uiteindelijk de stoffen bestellen.”

Oudshoorn staat bekend om zijn romantische sprookjesjurken die geregeld op een rode loper voorbijkomen. “Een handschrift dat er niet uit te slaan is.” 

Op zijn atelier draagt hij, net als het achtkoppige personeel, vaak een witte laborantenjas, waarin ook couturiers Yves Saint Laurent en Hubert de Givenchy op menig foto zijn vereeuwigd. “Als je met witte stoffen werkt is een pluistrui heel onhandig.” Het atelier is ook geheel wit, witte gietvloer, witte daglicht­lampen, om er goed te kunnen zien en werken.

Door al dat wit echter kreeg Oudshoorn zin in felle kleuren: tevens een reactie op zijn succesvolle bruidsseizoen, waarin hij een stuk of zestig jurken jurken maakte, zegt hij. “En couture is toch een beetje een feestje.”

Dat was te zien zondag bij de presentatie van de collectie, die gekenmerkt werd door een jaren­tachtiggevoel, grote schouders, glamour en vanwege de vele glitters ook een tikkeltje Dynasty-vibe. “Ja lekker hoor, hoewel die serie van voor mijn tijd is, nooit gezien.”

Molensteenkraagtechniek

De jurken waren, zoals we van Oudshoorn gewend zijn, stuk voor stuk technische hoogstandjes. Neem de zwart-witte stippeljurk, een pláátje. Zelfs met de neus erbovenop viel niet te ontrafelen hoe ze in elkaar zit, op borsthoogte schemert er ook nog een gele strik doorheen.

Oudshoorn geeft uitleg: “Het betreft een dunne tulen jurk geborduurd met micropailletten, waarop ook de strik is bevestigd. Daarover hangt een supersofte Italiaanse tule die is gezeefdrukt met polkadots. Geheel met de hand, op lange tafels. En die stof is met lussen naar buiten, per plooi, met de hand aan een ringband vastgezet, een techniek die ook werd gebruikt voor 17de-eeuwe molensteenkragen, waardoor de jurk volume krijgt. Ze heeft uiteindelijk een fijn klein schoudertje gekregen met daaronder een hele wijde jurk die oogt als een kolom, maar nauwelijks iets weegt en supersoepel is. Er is veel tijd gaan zitten in het uitbalanceren van het ontwerp – hoe groot moet de jurk worden, wat is nog fijn om te dragen – en je moet oppassen dat je met zoveel transparante lagen en plooien de boel uiteindelijk toch niet dicht bouwt, dat is een zoekwerkje.”

De volumineuze groene jurk uit de collectie doet denken aan de stijl van Fong Leng. “Klopt, maar zij werkt met geappliqueerde motieven. Deze stof heb ik speciaal laten maken, een dubbele, apart geweven jacquard, waardoor de gouden motieven in reliëf óp de stof liggen. Het topstuk van de collectie? Ik zal eerlijk zijn, ze is al gekocht door een Amerikaanse klant voor de opening van het balletseizoen. Voor de presentatie zondag was ze in de salon en riep ze: ‘Die wil ik!’”

De zwart-witte stippeljurk.Beeld Melody Lieftink

Er wordt nu een nieuwe jurk gemaakt, die hij straks persoonlijk met Nick gaat afleveren in San Francisco. Het stel doet alles samen. “We zijn sparringpartners, we sturen elkaar continu bij en als het moet, kruipt Nick ook achter de naaimachine.”

In maart gaan ze samen naar Palm Springs op uitnodiging van El Paseo Fashion Week. “De laatste avond is het onze beurt tijdens een galadiner, voor een zaal vol potentiële klanten, althans dat hopen we.” Zijn klanten komen tegenwoordig van all over, zegt hij. “Ze vliegen in, of wij gaan naar ze toe.” Tendens is dat buitenlandse klanten zijn couture gewoon via de website bestellen in plaats van diverse malen langs te komen voor een doorpas.

De groene jurk met gouden motieven.Beeld Melody Lieftink

“Voor vrouwen uit het Midden-Oosten is dat gebruikelijk, zéker ook omdat wij mannen zijn. We hebben altijd een vrouwelijke collega in de salon als we afspraken hebben met vrouwen uit dat werelddeel. Dan staan wij achter een gordijn. Wij mogen geen armen of decolleté zien, vaak worden jurken doorgepast met een dun T-shirt met lange mouwen eronder, dan kunnen ook wij meekijken. We zijn in die contreien nog niet met shows bezig, maar vrouwen weten ons te vinden via Instagram, de website of via via. Uiteindelijk is de couturewereld toch klein en er zijn altijd mensen op zoek naar iets unieks.”

Bastiaan van Schaik

Nog één jurk dan: die van geplisseerde voile en vibrantgroene tule geborduurd met zilveren pailletten, kettinkjes, parels en struisvogelveertjes. “O die is héél Beyoncé,” zegt Oudshoorn. Aha, heeft de wereldster al eens een ontwerp van hem gedragen? “Nóg niet, maar we zijn allerlei lijntjes aan het uitzetten. Daarom reizen we minstens drie keer per jaar naar Amerika, voornamelijk naar New York, Los Angeles en San Francisco, daar zitten onze contacten.”

Voor nu heeft de couturier al één uitleen aan een BN’er te pakken. Stylist Bastiaan van Schaik is verliefd op een knalgeel pak. Door een gastric bypass operatie viel hij zeventig kilo af. “Dus nu pas ik erin.” Binnenkort dus waarschijnlijk een bizar, maar memorabel Oudshoornmoment op de rode loper. 

De jurk met kettinkjes, parels en struisvogelveertjes.Beeld Melody Lieftink