Direct naar artikelinhoud
AnalyseRuttes Crisis

Ruttes ‘grootste crisis’: hoe regeren veranderde in reageren

Minister-president Mark Rutte praat donderdag met aanwezige boeren tijdens een bijeenkomst over de stikstofproblematiek in Deurne.Beeld ROBIN VAN LONKHUIJSEN / ANP

Twee maanden geleden heerste nog een gevoel van tevredenheid over Rutte III. Maar onder druk van rechters, adviesraden, media en demon­straties zijn kabinet en Kamer de regie kwijt over de politieke agenda. 

De stikstofcrisis, de pfas-crisis rond gevaarlijke stoffen in de grond; de protesten van boeren, leraren, bouwers, medisch personeel, politie en jongeren; de verdonkeremaande burgerdoden bij bombardementen in Irak; de herten in de Oostvaardersplassen die toch niet mogen worden afgeschoten; het pensioenakkoord dat maar geen akkoord wil worden; de mislukte decentralisatie van de jeugdzorg; de aarzeling over het al dan niet terughalen van de IS-bruiden en hun kinderen. 

Er zijn er die om minder wanhopig worden. En er zijn kabinetten om minder pregnante redenen gevallen.

Het is snel gegaan met Rutte III. Het is nog maar twee maanden geleden dat het kabinet van zowat alle media een voorzichtig schouderklopje mocht incasseren, bij wijze van midterm review. ‘Het kabinet komt op stoom’, was de teneur na Prinsjesdag. Knap werk van een coalitie waar het conflict ingebakken lijkt, om zo de rust en eenheid te bewaren en toch een en ander voor elkaar te boksen. En dat terwijl het regeerakkoord, die uit afspraken tot ver achter de komma opgebouwde tranquillizer die ten doel had Rutte III door de eerste periode heen te helpen, wel zo’n beetje uitgewerkt is. Het meeste wat daarin staat, is in gang gezet of op de lange baan geschoven.

De plagen in Ruttonië

Dat gevoel van tevredenheid lijkt alweer een eeuwigheid geleden. Ministers beklimmen podia en organiseren spoedoverleggen om crises te bezweren, amper verhulde verwijten vliegen over en weer. De minister-president, die van nature en uit strategische overwegingen zo lang mogelijk uit de frontlinie blijft, draait overuren voor camera’s, in zaaltjes en in schuren.

Het zijn de tien plagen van Egypte die de ploeg van Rutte bespringen. En zoals in het Bijbelse verhaal de heersers van Egypte de narigheid over zichzelf afriepen, zo is dat in Ruttonië ook het geval. Omdat het landsbestuur in veel gevallen een loopje heeft genomen met de eigen afspraken – stikstof, CO2, pfas, de jeugdzorg, de kinderopvangtoeslag – is voor rechters, adviesraden en demonstranten ruimte ontstaan om het beleid te corrigeren. 

Dat doen zij inmiddels zo gretig en zo collectief, dat het kabinet nauwelijks meer tijd heeft voor de eigen plannen en ambities. Als de ministerraad op vrijdagochtend bijeenkomt in de Trêveszaal, dan zijn het niet de ministeriële  initiatieven die domineren, maar dossiers die daar door derden zijn gedeponeerd. De rest van de tijd gaat op aan nabluswerk van de tweespalt die door die inbreng van buiten kan ontstaan.

Druk van buitenaf

Die inbreng komt om te beginnen van de rechterlijke macht:  het zijn rechters die het klimaat urgent maken, die de regering een inspanningsverplichting geven om IS-gangers terug te halen, die het akkoord over het beheer van de Oostvaardersplassen torpederen. Thierry Baudet van Forum voor Democratie had er deze week een adequate verzamelnaam voor: dikastocratie, een samenleving die door rechters wordt bestuurd. De politieke frustratie groeit. Er wordt gewerkt aan de oprichting van een parlementaire werkgroep om die groeiende macht van de rechters nader te onderzoeken.

Maar er is meer.  Het Planbureau voor de Leefomgeving legde vorige week de lat voor de klimaatplannen nog wat hoger. Het Europese Hof van Justitie en de Raad van State trokken de stikstofnorm strak. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) drukte de regering met de neus op de feiten over de pfas. Media dwongen verantwoording af over de burgerdoden in Irak. En ten slotte: een reeks demonstraties van een in lang niet geziene intensiteit dwingt de regering telkens weer de koers bij te stellen. Met als extra complicatie dat de klassieke vakbonden vaak niet meer leidend zijn, waardoor de regering niet langs de vertrouwde kanalen kan onderhandelen.

Bij elkaar is dat veel druk, en steeds van buitenaf. De Tweede Kamer, en dat is uitzonderlijk, speelt in al die kwesties niet meer dan een marginale rol. Natuurlijk, de regering wordt telkenmale ter verantwoording geroepen en de toon loopt hoog op, maar het heeft er veel van weg dat die woede ook een uitlaatklep is voor de frustratie over het eigen functioneren. Ook Kamerleden hadden meteen na het beëindigen van de missie in Irak om een evaluatie kunnen vragen. Ook Kamerleden hadden al jaren eerder stikstofalarm kunnen slaan. De Kamer initieert niet, maar is al even reactief als de uitvoerende macht. 

Incidentenpolitiek

Zo is het de buitenwereld die – in velerlei gedaanten – toch minstens tijdelijk de regie heeft overgenomen. Met slogans, eisen, bandensporen, rechterlijke procedures en wetenschappelijke normen. Op het Binnenhof is regeren vervangen door reageren. Elke tik van buiten wordt opgevangen met een bijstelling van het beleid. Bij Defensie werken ze aan transparantie, de maximumsnelheid wordt verlaagd, de natuur kan wellicht herschikt worden, gedupeerde ouders krijgen hun kinderopvangtoeslag terug en voor het onderwijs komt er eenmalig een zak geld. 

Het is incidentenpolitiek, de feitelijke regie ligt elders. Wellicht was dat het gevoel dat Mark Rutte ertoe aanzette deze week van de grootste crisis in zijn negen jaar als minister-president te spreken.