Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Van Amsterdamse meisjes naar 20-jarige vrouwen

Jaïz Ridder, Nieuw-West.Beeld Patricia Wolf

In juli 2011 sprak PS met meisjes van nog net 11 jaar. Ze bevonden zich op een tweesprong; de stap naar de grotemensen-wereld nemen of nog even dat meisje zijn. Hoe staan ze nu in het leven, en zijn hun dromen van destijds uitgekomen?

Jaïz Ridder, Nieuw-West: ‘Ik vind mezelf goed zoals ik ben’

Toen Jaïz elf was, danste en zong ze met haar vier zussen in de woonkamer en was ze fan van Beyoncé. Ze droomde van een carrière als model of modeontwerper. “Ik heb wat fotoshoots voor kledingmerken gedaan. Maar als ik wilde doorgaan in het modellenleven moest ik afvallen en ik houd te veel van eten. Ik vind mezelf goed zoals ik ben.”

Ook het ontwerpen van mode zag ze al gauw niet meer als droombaan. Een bedrijf opzetten wel. “Ik was op mijn elfde dagelijks met make-up bezig en op mijn veertiende had ik de eerste klant in mijn beautysalon, die ik verder heb opgebouwd. Ik ben gespecialiseerd in brows and braids: wenkbrauwen en vlechten. Ik begon in de kelder bij mijn ouders, nu heb ik een eigen salonruimte in Amsterdam.”

Jaïz ging na het vmbo naar Engeland voor een eenjarige opleiding aan de London College of Beauty Therapy. “Ik vond het eerst moeilijk; ik had al zes jaar verkering, miste mijn vriend. Ik heb er geleerd nog zelfstandiger te zijn. Daarna heb ik de mbo-modemanagement gedaan.”

Jaïz als elfjarige.Beeld Patricia Wolf

“Met mijn vriendje ging het uit en kort daarna ontmoette ik mijn huidige vriend, met wie ik al weer een jaar verkering heb. Misschien was het beter geweest langer single te zijn, maar het liep nou eenmaal zo. Het was best zwaar na dat jaar buitenland terug te zijn bij mijn ouders en me aan hun regels te houden. Ik zou wel op mezelf willen wonen, hoewel ik nu kan sparen. Momenteel werk ik als receptionist in een hotel, omdat de inkomsten van mijn beautysalon nog te onzeker zijn om me daar fulltime op te richten.”

Groot Beyoncéfan is ze niet meer. Ook dansen met haar zussen is verleden tijd. “We kijken als gezin of we salsalessen kunnen nemen, om met elkaar in contact te blijven, want ieder gaat nu zijn eigen weg.”

Toekomstdromen heeft Jaïz volop. “Ik wil een opleidingsinstituut oprichten voor haar en make-up, en een make-uplijn lanceren. Verder wil ik een groot gezin, met liefst vijf kinderen.” Twintig zijn vindt ze leuk. “Ik ben geen klein meisje meer en kijk ernaar uit mijn eigen ding te kunnen doen.”

Jona Thuijls, West: ‘Ik moest accepteren dat ik niet voor één ding wil gaan’

Ze zat op circusles, reed op een eenwieler, speelde viool, deed aan klimmen en had ook nog een vriendje en een konijn. Het ontbrak de elfjarige Jona niet aan interesses. Over de toekomst had ze een helder idee: ze wilde kapster worden, iets met make-up doen of kleding ontwerpen.

Jona Thuijls, West.Beeld Patricia Wolf

De eenwieler hangt al een tijdje in de schuur bij haar ouders, de viool is de deur uit en het vriendje ook. Sterker nog, ze kan zich niet herinneren wie dat was. Klimmen doet ze allang niet meer. Alleen het konijn is er nog.

Sinds twee maanden woont Jona op zichzelf in Amsterdam. “Ik heb de laatste acht jaar als een zoektocht ervaren naar wie ik ben en wat ik wil. Na het vwo besloot ik een tussenjaar te nemen om te reizen. Ik prentte mezelf in dat ik na die reis precies zou weten welke vervolgstudie het moest worden. Het voelde als een enorme desillusie toen dat niet zo was.”

De eenwieler waar de hier elfjarige Jona op zit hangt al een tijdje in de schuur.Beeld Patricia Wolf

Het ene tussenjaar werden er twee. Jona volgde theaterlessen om uit te vinden of ze daarin verder wilde, want tijdens haar schooltijd op het Montessori Lyceum ontstond een grote liefde voor theater. 

Ze deed tevens een cursus filosofie, studeerde een maandje Spaans in Barcelona, volgde een schrijvers­cursus in Groningen en ontdekte yoga. De constante factor was haar werk bij een teabar dat ze nu vier jaar doet. “Het voelt daar als thuiskomen.”

Jona voelde zich in de tussenjaren best alleen. “Mijn vrienden studeerden en ontmoetten nieuwe mensen, ik deed dat niet. Ik heb veel nagedacht in die jaren en ontdekte dat ik moest accepteren dat ik veel interesses heb en niet voor één ding wil gaan. Daarom heb ik nu een brede studie gekozen, algemene sociale wetenschappen, en valt alles op zijn plek.”

In januari doet ze mee met een productie van Studenten Toneelvereniging Amsterdam. “Toneel is een mooie vorm om een boodschap over te brengen. Mijn studie combineren met creativiteit, dat is wat ik wil. Verder probeer ik in het moment te leven en te kijken wat er op mijn pad komt.”

Annemarijn van der Kolk, Centrum: ‘Ik ben nu pas echt van mijn onzekerheid af’

Als elfjarige woonde Annemarijn met haar moeder en zusje in Amsterdam-Zuid en hield ze van hockey en buitenspelen. Inmiddels heeft ze een eigen woonruimte in hartje Amsterdam.

“Op de begane grond van de woning ben ik met drie vrienden een galerie begonnen. Ik haal mijn geluk uit het verbinden van mensen en het toegankelijk maken van kunst. Daarom organiseren we in de galerie panelgesprekken en borrels voor mensen uit de creatieve sector, om elkaar te ontmoeten en elkaar te versterken​.”

Annemarijn van der Kolk, Centrum.Beeld Patricia Wolf

Dat ze dit pad zou inslaan had Annemarijn acht jaar geleden niet kunnen bedenken. Ze vertelt dat ze lange tijd onzeker was. 

“Ik ben sinds een halfjaar pas echt van die onzekerheid af. Mijn moeder heeft me van jongs af aan gestimuleerd over gevoelens te praten. Met de mensen om mij heen, maar bijvoorbeeld ook met een psycholoog. Dat heeft ertoe bijgedragen dat ik over mijn onzekerheden heen ben en van mezelf ben gaan houden.”

Een elfjarige Annemarijn.Beeld Patricia Wolf

Annemarijn is vanaf haar vijftiende bij het Stedelijk Museum betrokken als een Blik­opener (jongere die in het Stedelijk Museum werkt om andere jongeren te enthousiasmeren voor kunst, red.).

“Daar is de passie voor kunst ontstaan. De groep mensen in het museum was heel bijzonder en iedereen behandelde me als gelijke, waardoor ik me minder onzeker voelde. Ik werd projectmedewerker van de Museumnacht en organiseerde twee jaar op rij de meest succesvolle Museumnacht van het Stedelijk ooit – heel gaaf.”

Haar focus ligt nu echter op haar studie. “In september ben ik begonnen met cultureel erfgoed. Er hangt dezelfde sfeer als bij Blikopeners en ik heb hier echt mijn plek gevonden. Ik wil stage lopen in New York bij het Whitney Museum of American Art.”

“Het mooie van deze leeftijd is dat ik mezelf en het leven bewust aan het ontdekken ben. Ik sta tussen twee werelden; ik ben nog een kind én ik ben volwassen. Alles kan nu nog, ik heb vrijheid. En later, ja, dan zie ik mezelf best met vier kinderen en een man.”

Jane van den Nouwland, Santpoort-Zuid: ‘Ik wil kinderen begeleiden die het moeilijk hebben’

Voor Jane was juf van groep 3 worden de ultieme droom. Verder deed ze als elfjarige aan jazzballet, hield van zingen, vond dat ze verlegen was en zag een jongen als Justin Bieber wel zitten. 

Nu is Jane al ruim vier jaar gelukkig met haar vriend die totaal niet op Justin Bieber lijkt, is ze gestopt met ballet en zegt over zichzelf dat ze georganiseerd is, sociaal en zorgzaam voor familie en vrienden.

Jane van den Nouwland, Santpoort-Zuid.Beeld Patricia Wolf

“Na de havo ben ik finance and control gaan doen bij Hogeschool Inholland. Ik was toen nog niet zo zeker over het docentschap dat ik de pabo wilde doen. Maar in 2020 studeer ik af en wil ik verder gaan met de universitaire pabo en kom ik dus toch uit op dat docentschap. Voor de klas staan hoef ik niet per se, het gaat mij meer om het begeleiden van kinderen die het wat moeilijker hebben, bijvoorbeeld door dyslexie of problemen thuis.”

Ze mist het dansen, maar is er huiverig voor zich bij een nieuwe balletgroep aan te sluiten. “Destijds haakten er te veel meisjes af bij balletles. Ik vind het moeilijk nu bij een dansschool te gaan waar meiden al heel lang samen in een groep werken. Daarom doe ik aan fitness. Ik vind mezelf niet meer verlegen, ik ben wel een introvert persoon die zich liever op de achtergrond houdt.”

Jane als elfjarige.Beeld Patricia Wolf

In het tweede jaar van haar studie had Jane het zwaar. “Ik zat huilend bij mijn moeder en zag het niet meer zitten. Het was allemaal zo veel, die tentamens en projecten, en ik baalde als ik een slecht ­cijfer had. Nu ben ik er trots op dat ik heb doorgezet en in mijn laatste jaar zit.”

Ze hoopt in de nabije toekomst veel van de wereld te kunnen zien, zoals Amerika bijvoorbeeld. “Het gaat in het nieuws zo vaak over dat land, maar ik heb er geen beeld bij.”

“Twintig vind ik een leuke leeftijd, het klinkt een stuk volwassener dan met die tien erin. Ik voel me zelfstandiger, ik wil eigen keuzes maken en onafhankelijker zijn van mijn ouders, al woon ik nog thuis. Na mijn studie wil ik een baan waarvan ik energie krijg. Ik hoor te vaak over mensen die iets doen wat ze niet leuk vinden.”