Opinie: 'Gelukkig zijn er grenzen aan politieke macht'

Een kind in het al-Hol kamp voor familieleden van aanhangers van IS in Syrië.

Een kind in het al-Hol kamp voor familieleden van aanhangers van IS in Syrië.

De rechter mag zich met politiek bemoeien, ook als het over IS-kinderen gaat. ‘Internationaal recht is ons recht grenzen te stellen aan de macht.’

Lees meer over
Opinie

Afgelopen maandag maakte de rechtbank Den Haag korte metten met de weigering van onze staat om Nederlandse kinderen uit Syrische kampen terug te halen naar Nederland. Meerdere malen lichtte minister Grapperhaus in klare taal deze weigering toe aan de volksvertegenwoordiging: ‘Degenen die zijn afgereisd naar IS-gebied hebben willens en wetens de keuze gemaakt om zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie. Daarmee hebben zij de kinderen die werden meegenomen of daar geboren werden in ernstig gevaar gebracht.’

Eigen schuld, dikke bult

Achter het ‘eigen schuld, dikke bult’ van Grapperhaus lijkt de gedachte schuil te gaan dat de misdaden van IS zo wreed en onmenselijk zijn dat de daders, hun sympathisanten en hun kinderen zichzelf buiten het recht hebben geplaatst en onze bescherming niet meer waardig zijn. Met het extreme onrecht van IS zijn de grenzen van het recht bereikt. In de publieke discussie over het arrest speelden de grenzen van het recht een belangrijke rol. VVD-Kamerlid Dilan Yesilgöz noemde op Twitter de uitspraak van de rechter frustrerend en voegde gemelijk toe: ‘Wij willen deze kinderen niet.’

Opiniemaker Paul van der Bas twitterde zijn verbazing over de rechter die hier wat al te veel aan politiek leek te doen. Hardop vroeg hij zich af of in een door en door politieke discussie de rechter wel het laatste woord mag hebben.

Schadelijk handelen

Allereerst de vraag of de rechter zich met politiek mag bemoeien. Het antwoord is even eenvoudig als kort: ja. Bijvoorbeeld als het handelen van de staat burgers schade toebrengt. Het civiel recht biedt burgers dan de mogelijkheid om naar de rechter te stappen. Deze zaak ging om zulke schadelijk handelen. De rechter beoordeelde of de staat Nederlandse kinderen schade toebrengt door hen niet te helpen terug te keren naar Nederland.

Zorgvuldigheid

Centraal stond de juridische norm van maatschappelijke zorgvuldigheid. Dat gaat om de zorg die iemand, in dit geval de staat, in acht moet nemen om schade te voorkomen. De Haagse rechter interpreteerde de zorgvuldigheidseis onder meer in het licht van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Daar is niets vreemds aan, want volgens onze grondwet werkt internationaal recht rechtstreeks door in de nationale rechtsorde. In het Kinderrechtenverdrag staat dat kinderen nooit verantwoordelijk mogen worden gehouden voor de misdaden van hun ouders, dat het belang van het kind voorop moet staan in alle maatregelen die het kind treffen en dat ieder kind het recht op leven heeft.

Geen enkele poging ondernemen om Nederlandse kinderen uit een levensbedreigende situatie te halen alleen maar vanwege de fout die hun moeders maakten door zich bij IS aan te sluiten, is onzorgvuldig. En dus oordeelde de rechter dat de staat zich het schrijnende lot van deze kinderen dient aan te trekken. De weigering van de staat om dat niet te doen kwalificeerde de rechter in juridische termen als nalatigheid: ‘Indien de Staat dat nalaat, handelt hij tegenover deze kinderen onrechtmatig.’

Democratische legitimiteit

Blijft de vraag of het wenselijk is dat de rechter hier het laatste woord heeft. Ook hier is het antwoord bevestigend en de uitspraak van de Haagse rechter laat goed zien waarom. De rechter heeft duidelijk gemaakt dat internationaal recht, waarin mensenrechten en kinderrechten zijn vastgelegd, ons recht is. En waarom dat belangrijk is.

Internationaal recht is ons recht om grenzen te stellen aan de macht. Democratische legitimiteit betekent niet dat alleen de belangen van de democratische meerderheid worden beschermd, maar beschermt de belangen van alle Nederlanders. Soms is de rechter beter toegerust dat te doen dan de volksvertegenwoordiging. Mensenrechten vragen erom dat de rechter minderheden kan beschermen van wie de stem niet gehoord wordt of van wie de belangen door de meerderheid worden tegengewerkt.

Dat betekent dat rechterlijke uitspraken soms frustrerend kunnen zijn voor politici. Juist met zulke onwelgevallige uitspraken houdt de rechter de staat aan zijn eigen doel om mensenrechten te beschermen.

Nanda Oudejans is universitair hoofddocent rechtsfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam.