Direct naar artikelinhoud
VoetbalNederland - Noord-Ierland

Oranje plaatst zich in de geest van Koeman voor het EK

Virgil van Dijk en Daley Blind vieren de winst op de Noord-Ieren.Beeld AFP

Oranje plaatste zich zaterdagavond voor het EK 2020, maar mooi kon het niet gaan. De laatste stap tegen Noord-Ierland was een passende in het tijdvak van bondscoach Koeman, de pragmaticus.

De Nederlandse voetbalcrisis was diep geweest, met twee gemiste toernooien, het EK 2016 en het WK 2018. Als dan eindelijk een toernooi weer gehaald kan worden, het EK 2020, dan wordt de voorgeschiedenis uitvoerig gereconstrueerd, het leed nog één keer doorgenomen. Ook om de vreugde des te groter te laten zijn – de ontlading, de bevrijding misschien wel: Nederland is er weer bij in de top van het voetbal.

Oranje plaatste zich voor het EK, maar kon zich in het Windsor Park van Belfast niet met slingers laten omhangen, er dwarrelde geen confetti. Een gelijkspel tegen Noord-Ierland zou volstaan, en dat werd het (0-0). Natuurlijk, bondscoach Ronald Koeman en zijn spelers konden en mochten trots zijn: dit was het doel dat het herrezen Oranje wilde bereiken.

Nederland kan zich opmaken voor een ouderwetse voetbalzomer, een aparte ook nog. Op het EK, dat vanwege het jubileum van de zestigjarige Uefa in twaalf speelsteden verspreid over Europa zal worden afgewerkt, zal Oranje zijn drie groepswedstrijden in Amsterdam spelen.

Nederland zag vandaag opnieuw dat de ploeg zó goed niet is

Het is misschien daarom maar beter dat Oranje zaterdag niet goed was, en vorige maand twee keer ook al niet. Oranje boekte eerder bejubelde zeges op Duitsland en Frankrijk, en dan mag het straks een half eindtoernooi in eigen land spelen. Dan ligt in Nederland gekte op de loer, maar Nederland kon zaterdag opnieuw zien dat de ploeg zó goed niet is. Dat is niet vreemd, het kan ook verre van een diskwalificatie zijn na de vurige reanimatie onder Koeman, maar goed om vast te stellen is het voor het juiste perspectief wel.

In een bepaald opzicht was het een passende beslissende wedstrijd in het tijdvak van Koeman. Een feest kon het niet worden, de wedstrijd althans niet, tegen zo’n beperkte en toch ook hinderlijke tegenstander. De Noord-Ieren waren erop uit om in het begin wat gas te geven en in het vervolg vooral lastig te zijn. Snel werd duidelijk wat Koeman zijn spelers vooral had opgedragen: rustig blijven.

De gedachten gingen daarmee toch even terug naar 2014, het begin van de droogte voor Oranje. Koeman was al de gedoodverfde nieuwe bondscoach, totdat de KNVB plots toch aan Guus Hiddink de voorkeur gaf. Waarschijnlijk is Koeman beter af nu, met meer talent dan toen, maar nog altijd laat de vraag zich niet onderdrukken: wat zou er na het WK 2014 onder Koeman zijn gebeurd?

Zo gewaagd lijkt het niet te stellen dat Oranje in toch niet zware kwalificatiepoules de nu gemiste toernooien, het EK 2016 en het WK 2018, met vooral de pragmatische aanpak van Koeman wel had gehaald. Hij, als speler en trainer altijd al on-Nederlands georiënteerd, had Oranje zo nodig laten spelen met de boodschap die hij ook zaterdag zichtbaar had meegegeven: het kan niet altijd mooi of goed, hoeft ook niet, al helemaal niet zolang de stand daar niet om vraagt.

Ontregelen, dat moest Oranje nu zelf eens doen

Tekenend waren al vroeg de gebaren van aanvoerder Van Dijk. Hij maande vooral de aanvankelijk toch weer wankele doelman Cillessen tot rust. Wat mindere tegenstanders willen, ontregelen, dat moest Oranje nu zelf eens doen: temporiseren, het opportunisme van de Noord-Ieren breken. Wat zou er dan, gezien hun beperkingen, nog kunnen gebeuren?

Nou, niet helemaal niets. Na een half uur lag de bal plotseling op de stip, na een ongelukkige handsbal van Veltman. Davis joeg de bal vanaf elf meter over het doel: tekenend voor én het Noord-Ierse onvermogen én het geluk dat Oranje onder Koeman ook al herhaaldelijk had.

Nee, goed gespeeld werd er niet. Vorige maand had Oranje al stroef gespeeld tegen Noord-Ierland en Wit-Rusland. Het is toch iets anders dan wedstrijden tegen goede tegenstanders als Duitsland en Frankijk. Zij spelen zelf ook opbouwend en laten daarmee ruimtes vallen, waarin Oranje kon komen tot de prestigieuze zeges die de sfeer rond de ploeg na de crisis zo deden omslaan.

Spits Depay was niet fit genoeg gebleken, de grieperige Wijnaldum kon ook niet spelen tegen Noord-Ierland. Dat hoort ook bij voetbal, blessures, malheur. Zo rijk is Oranje dan toch niet. Koeman verkoos Babel als spits en Feyenoorder Berghuis op de rechterflank. Geen spelers uit het eerste echelon, zoals meer posities (de backs, hier en daar op het middenveld, in de aanval) niet met topkwaliteit bemand zijn.

Niet leuk misschien, maar het hoefde niet leuk te zijn

Dit was geen podium, besloot Koeman, voor net geselecteerde talenten als de AZ’ers Stengs en Boadu. Dat was begrijpelijk – niet leuk misschien, maar het hoefde niet leuk te zijn. Twee kansjes kreeg Oranje in de eerste helft, niet één zelfs in de qua spel juist iets betere tweede helft.

Pröpper was nog voor rust ingevallen voor De Roon, die vroeg een gele kaart had opgelopen. Hij is meer een voetballer, zoals dat heet. Maar het middenveld van Oranje scharniert zo soepel nog niet. Frenkie de Jong wordt bewierookt, maar sterkere ­tegenstanders richten zich met een volle bezetting op hem en tegen mindere tegenstanders is hij nog niet de meteen dominante strateeg die laat voelen waar het heen moet.

Zoiets bedoelde Koeman toen hij sprak over het vinden van creatieve oplossingen: spelers die zelf in het veld, met zoveel meer talent dan de tegenstander, de richting eens zouden moeten kunnen bepalen.

Het heeft geen zin te filosoferen over de kansen op het EK, al zal het onvermijdelijk gebeuren. Genoeg is het nu de zegeningen te tellen. Het was zaterdag zoals het moest zijn: de laatste stap werd gezet in de geest van de pragmaticus, Ronald Koeman, die Oranje er weer bovenop hielp.

Lees ook:

Oranje vervult Nederland weer met trots. Zo kwam het uit de crisis

Oranje staat op de drempel van het EK 2020. Het kan zich vanavond plaatsen tegen Noord-Ierland, een gelijkspel volstaat, en anders dinsdag tegen Estland. De weg van de crisis naar een nieuw groepsgevoel, dat Nederland weer met trots vervult.

Daley Blind, van stille debutant tot vaste waarde bij Oranje

Daley Blind is 29 jaar en met 68 caps de meest ervaren speler van Oranje. Zaterdagavond plaatste de ploeg zich voor het EK. ‘Er is een vaste, hechte groep ontstaan.’