Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Technisch directeur sportkoepel: ‘Mijn sporthart zegt: dit is niet oké’

De WK atletiek in Doha, de Spelen in Tokio en het WK voetbal in Qatar: met bidbooks vol kapitale investeringen werden de toernooien binnengehaald. Maar heeft er ook nog iemand oog gehad voor de sportieve belangen?

De Amerikaanse tv-zender NBC betaalde 6,8 miljard euro voor de uitzendrechten van de Olympische Spelen tot en met 2032.Beeld Merel Corduwener

Het was eigenlijk geen gezicht: al die marathonlopers onder kunstlicht door de nachtelijke ­straten van Doha, amper publiek langs de route om de strijd om de wereldtitel gade te slaan, laat staan toe te juichen. Het was buffelen in de bloedhitte die zich gedurende de dag had op­gebouwd en ook ’s nachts van geen wijken wist. Veel deelnemers gaven op, terwijl het startschot pas om middernacht was gegeven. Voor de WK atletiek, die in september en oktober in Doha werden gehouden, had gastland Qatar de stadions voorzien van airconditioning, maar voor de 42 kilometer door de stad kon alleen de nacht een paar graden verlichting geven.

Ook voor de Olympische Spelen in Tokio van deze zomer wordt gevreesd voor tropische temperaturen en een hoge luchtvochtigheid. Deze maand werd besloten de marathon naar het – iets – minder warme Sapporo te verplaatsen. Er gaan ook stemmen op om het golftoernooi op een koelere locatie te houden. De triatleten hebben al een testevenement gehad op het officiële parcours – ingekort vanwege de verzengde hitte – en klaagden over de omstandigheden.

Gezondheidsrisico’s

Net als bij toewijzing aan Qatar van de WK wielrennen van 2016, de afgelopen WK atletiek en het WK voetbal van 2022 zijn de omstandig­heden voor sommige sporten straks in Tokio verre van ideaal. Maurits Hendriks (58), de ­technisch directeur van sportkoepel NOC*NSF, noemt de gemaakte beslissingen jammer. “Natuurlijk willen we alle sporters in volle compe­titie zien in optimale omstandigheden.”

Hendriks, die drie keer als chef de mission naar de Spelen ging, wijst onder andere op de gezondheidsrisico’s. “De ­gezondheid van de atleet staat voorop. Als een land met deze omstandigheden de Spelen organiseert, moet je risico’s uitsluiten. Ik begrijp daarom de keuze voor het verplaatsen van de marathon naar Sapporo. Al is het jammer voor het Japanse publiek dat de lopers in de hoofdstad wilde zien.”

Die mening deelt Abdi Nageeye (30), de beste marathonloper van Nederland en al geplaatst voor de Olympische Spelen. Voordat werd besloten de marathon naar Sapporo te verplaatsen werd overwogen ’s nachts in Tokio te lopen, zoals bij de WK in Doha. Dat zijn lichaam dat niet gewend is, had Nageeye geen bezwaar gevonden. “Als alleen Abdi twee minuten langzamer loopt, heeft Abdi een probleem. Als iedereen twee minuten langzamer loopt, heeft Abdi geen probleem. Al zag het er op de WK in Doha niet uit. Er stond niemand te kijken. Dat was heel slecht voor onze sport.”

Televisierechten

In Tokio zullen veel olympische sporters zich moeten aanpassen aan de hitte, de hoge luchtvochtigheid en een ander wedstrijdritme. Dat laatste is vooral voor de zwemmers van invloed. Waar bij een zwemtoernooi normaal gesproken in de ochtend series worden gezwommen en in de namiddag finales, zijn de finales in Tokio de volgende ochtend. Een heel ander ritme, waar veel zwemmerslijven niet aan gewend zijn. De mens levert de meeste kracht doorgaans aan het eind van de middag of begin van de avond.

De reden voor de wijziging in Tokio: de Ame­rikaanse zender NBC betaalt 6,8 miljard euro aan het Internationaal Olympisch Comité (IOC) voor de televisierechten tot en met 2032. De zender beschouwt het zwemmen als kijkcijferkanon en wil de Amerikaan Caeleb Dressel, 23 jaar en al in het bezit van 13 wereldtitels, op prime ­time olympische medailles zien winnen.

Het belang van de Amerikaanse tv-kijker lijkt dus zwaarder te wegen dan dat van de zwemmer. Hendriks: “Mijn sporthart zegt: dit is niet oké. Maar sporters laten zien dat ze ermee kunnen omgaan. Ik vind het jammer, maar de tijden die worden gezwommen zijn niet per definitie langzamer. Al vereist dat flexibiliteit van de zwemmer.”

Om vroeg op de dag te presteren is aanpassing van de chronobiologie noodzakelijk. De sporter – in dit geval de zwemmer – doet er goed aan zijn dag-en-nachtritme zo bij te sturen dat de ochtend voelt als de middag. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld met de lichttherapiebril die ook al door de zwemploeg bij de Spelen van Peking is gebruikt (zie kader).

Schoolslagspecialist Arno Kamminga vertelde onlangs dat hij elke wedstrijd, dus ook in de voorrondes van een onbelangrijk toernooi, benadert alsof het een finale is. Gemakzucht is uit den boze, hoe zwak de tegenstanders ook. Daarmee prepareert de Amsterdammer zijn lijf meteen voor een eventuele olympische finale, als hij er straks in Tokio ook in de ochtend moet staan.

Het vraagt dus extra inspanningen van een sporter om op de omstandigheden te kunnen anticiperen. Stellen dat de sport lijdt onder het grote geld, is te kort door de bocht, vindt Hendriks. “Je moet de ogen niet sluiten. Dat geld dat bij deze grote evenementen wordt verdiend, gaat ook de sport weer in, óók in de Nederland. Het IOC verdeelt het geld onder de landen en NOC*NSF zet dat geld in om sporters met een klein inkomen te steunen, zodat zij hun sport op topniveau kunnen blijven beoefenen, schermer Bas Verwijlen bijvoorbeeld. Om die reden gaan wij als land geen issue van deze tijden maken en de sporters ook niet.”

Ook oud-zwemmer en winnaar van olympisch goud Maarten van der Weijden (38) wijst op het financiële aspect waar de hele topsport baat bij heeft. “De sporter vindt het in beginsel gek om concessies te doen om meer mensen te bereiken, maar de vele aandacht is uiteindelijk van groter belang dan een snelle tijd. Als kijker van sport vinden we het tijdstip van het evenement belangrijker dan een wereldrecord. Bedrijven die veel geld in de sport stoppen, volgen de consument.”

Impact

In het zwemmen werd de discussie eerder gevoerd. Bij de Olympische Spelen van 2008 in ­Peking werden de finales ook vervroegd. Toen voor de Amerikaan Michael Phelps, winnaar van 28 olympische medailles. Doorslag­gevend was daarbij de maatschappelijke impact, zegt Van der Weijden. “Voor impact heb je publiek nodig. Daarom zijn die vroege finales in Tokio niet zo’n gek idee.”

Je kunnen aanpassen is bovendien onderdeel van topsport, zegt Van der Weijden. “De beste zwemmer is degene die zich het beste aan de omstandigheden kan aanpassen. Die verdient het om olympisch kampioen te worden.”

Een lichtbril en landbouwplastic

Om tot een sportieve topprestatie te komen is een stabiel slaap- en waakritme cruciaal. Een van de specialisten op dat gebied is chronotherapeut Toine Schoutens. Hij adviseert verschillende olympische ploegen op het gebied van slaap, rust, jetlags en bioritme. “Op dit moment maken 600 olympiërs gebruik van mijn kennis,” zegt hij.

Schoutens ontwikkelde de lichttherapiebril waarmee hij ‘een interventie in tijd’ kan doen. Voor de Olympische Spelen van Peking in 2008 gebruikte een deel van de zwemploeg zijn bril al. Bij de Spelen van deze zomer in Tokio worden dat straks honderden sporters, verwacht hij.

In Tokio zijn de zwemfinales in de ochtend, terwijl die normaal gesproken altijd in de namiddag op het programma staan. Dat vereist een andere voorbereiding. “Met de lichtbril kan ik het bioritme van de sporters veranderen,” zegt Schoutens. “Door op een kunstmatige manier gebruik

te maken van licht wordt het piekmoment verschoven, waardoor de zwemmer in de ochtend op zijn sterkst is.”

Schoutens begeleidt inmiddels veel bekende turners, zwemmers en atleten. “Veel mensen onderschatten het effect van een jetlag. Met die vermoeidheid is het vrijwel onmogelijk een medaille te halen. Met de bril kun je in Nederland al het Japanse dagritme simuleren, waardoor je de jetlag voorkomt.”

Schoutens heeft nog twee adviezen aan de olympiërs: neem landbouwplastic mee en slaap op de hoogst mogelijke verdieping. “Slaap is essentieel. Met het plastic kun je de ramen afplakken zodat je niet wakker wordt van het vroege licht in Tokio. Door op een hoge verdieping te slapen, heb je minder last van insecten en geluid van de straat.”