Direct naar artikelinhoud
AnalyseVerkiezingen Spanje

De verkiezingen maken één ding duidelijk: Spanje valt op minstens drie manieren uit elkaar

De PSOE van Pedro Sanchez werd zondag de grootste partij.Beeld EPA

Als er één conclusie kan worden getrokken na de Spaanse verkiezingen van zondag is het deze: nog nooit was de politieke verdeeldheid zo groot. En dat gebrek aan eenheid is in Spanje vanwege de bloedige geschiedenis een groter probleem dan in andere landen.

Een groot Spaans woonwarenhuis verkoopt een deurmat met de tekst ‘Bienvenido a la república independiente de mi casa’. Welkom in de onafhankelijke republiek van mijn huis. Het is een frase die een perfect inkijkje geeft in de Spaanse ziel – helemaal na de verkiezingen van zondag.

Nooit was de politieke verdeeldheid in het land zo groot. Spanje is bezig, in minstens drie opzichten, uit elkaar te vallen. De extremen hebben aan kracht gewonnen. Het parlement was in veertig jaar tijd niet zo versplinterd. En steeds meer regio’s sturen tegenwoordig een eigen afgezant naar Madrid.

Om met dat eerste te beginnen: net als overal in Europa is er een exodus bezig vanuit het politieke centrum. In Spanje gebeurt dat op zowel links als rechts. Het meest in het oog springend was zondag de winst van de ultrarechtse partij Vox, die met 15 procent van de stemmen de derde partij van het land werd. Het linkse Podemos heeft bij de verkiezingen van zondag weliswaar verloren, maar heeft nog altijd 13 procent van de stemmen. Voor 2015 was er aan de linkerkant van de sociaal-democratische PSOE nauwelijks iets.

Het leidt ertoe dat de grootste partij, in dit geval de PSOE met 28 procent van de stemmen, niet eerder zo klein was. Partijleider Pedro Sánchez had gehoopt dat hij na deze verkiezingen de enige logische premierskandidaat zou zijn. Hij droomde van een minderheidsregering met steun van Podemos. Maar nu Sánchez een paar zetels verloren heeft, is de bereidheid bij Podemos om zo’n minderheidsregering te steunen allicht afgenomen.

Bovendien heeft Sánchez, tenzij hij een grote coalitie sluit met Partido Popular-leider Casado, meer coalitiepartners nodig dan voorheen. Een record van 16 partijen heeft straks zitting in het parlement. Wat de zaak bemoeilijkt, is dat de Spaanse politiek complex is. Net als in België, waar ook al een half jaar wordt geformeerd, is er niet alleen sprake van een links-rechtstegenstelling, maar ook van diepgewortelde regionale verschillen.

Buitengewesten 

Als je alle linkse partijen in Spanje bij elkaar optelt, hebben ze een meerderheid. Het probleem is: daar zitten ook Catalaanse en Baskische partijen tussen. Die voelen er weinig voor PSOE-leider Sánchez in het zadel te helpen. Sterker nog: voor hen is het uitstekend als de centrale regering haar greep op het land kwijtraakt. Hun afkeer van de ‘Spaanse staat’ is groter dan ooit, nu een aantal politieke leiders uit Catalonië wegens separatisme is veroordeeld tot lange gevangenisstraffen.

En dan is er in Spanje dus nog een trend: steeds meer Spaanse buitengewesten willen een eigen afgevaardigde in het parlement. Dit voorjaar kreeg een regionale partij van de noordelijke regio Cantabrië voor het eerst een zetel. Nu bestormt de oostelijke provincie Teruel het parlement, met de partij ‘Teruel Bestaat’ – u wist het misschien niet, maar de grote Spaanse partijen blijkbaar evenmin.

Van het gebrek aan politieke samenhang gaat in Spanje altijd net iets meer dreiging uit dan in andere landen. In de jaren dertig, tijdens de Spaanse burgeroorlog, vochten rechts en links een bloedige strijd uit. Ook nu wordt in Spanje met grote bezorgdheid naar de politieke verdeeldheid gekeken.

El Mundo Today, de Spaanse variant op De Speld, schreef vorige week: ‘Vox belooft de Spanjaarden dat ze nooit meer hoeven te stemmen’. Het was een goede grap – nog wel.