De Tour de France van 2020: nu al puzzelen op de sterkste ploeg
De Tour de France van 2020 is voor klimmers en brengt voor Jumbo-Visma dilemma’s met zich mee. Wie worden uitgespeeld? Dumoulin, Roglic én Kruijswijk? En gaat Dylan Groenewegen wel mee?
Als Steven Kruijswijk zijn rode stoel naar links draait in het Palais des Congrès kijkt hij recht in het gezicht van Chris Froome. En daarachter ziet hij Egan Bernal. Die aanblik kan zomaar eens de voorbode zijn van de strijd aankomende zomer in de Tour de France. Jumbo-Visma heeft in 2020 ook Tom Dumoulin in de gelederen en de ploegleiding heeft meermaals aangekondigd de hegemonie van Ineos te willen doorbreken. Dat zal moeten gebeuren op de 29 beklimmingen die in het dinsdag gepresenteerde parkoers zijn opgenomen.
Kruijswijk heeft al aangegeven na zijn derde plek van afgelopen zomer achter Bernal en Geraint Thomas graag weer naar de Tour te willen. En Kruijswijk is niet de enige die zich erop verheugt. Ook viervoudig winnaar Froome, die in Parijs nog moeilijk liep door zijn horror-crash in juni, laat weinig ruimte voor twijfel. Froome is ervan overtuigd dat hij weer op zijn oude niveau kan komen en wil zich met een vijfde eindzege in het rijtje scharen met recordwinnaars Anquetil, Merckx, Hinault en Indurain. Ook titelverdediger Bernal ziet bij de presentatie dat het parkoers hem op het lijf geschreven is en de kans is groot dat hij op 27 juni in Nice naast Froome aan de start staat.
Ineos heeft nog een aantal troeven in handen. Richard Carapaz, die voor Movistar de Giro won, rijdt volgend jaar voor de Britse ploeg. Ook Geraint Thomas, vorig jaar winnaar van de Tour en afgelopen zomer tweede, kan goed uit de voeten op het klimmersparkoers.
Klimmersbal
De vraag is wie Jumbo-Visma daar tegenover stelt als het daadwerkelijk de strijd met Ineos aan wil gaan. Met Vueltawinnaar Primoz Roglic en Kruijswijk had de Nederlandse ploeg al twee klassementsrenners van wereldklasse, Dumoulin is de derde. Gezien het parkoers is het niet uitgesloten dat ze alledrie meegaan naar de Tour, zegt sportief directeur Merijn Zeeman die er niet aan twijfelt dat ook Dumoulin zich staande kan houden in het Franse klimmersbal.
“Tom is ook goed op die steile hellingen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het WK van 2018 in Oostenrijk. Toen ging hij ook met de besten mee die steile muur op. Als het met dit parkoers een wedstrijd wordt die moeilijk te controleren is, dan moeten wij ons daar tegen wapenen. Zorgen dat hij wél te controleren is. Daar zullen we goed over na moeten denken.”
Vast staat dat vanaf de eerste etappes in Nice het gevecht bergop los zal barsten. Tourdirecteur Christian Prudhomme verwacht dat na een heuveletappe met vlakke aankomst de eerste gele trui nog om de schouders van een sprinter komt. Maar etappe twee met 4000 hoogtemeters maakt de Tour-ouverture de zwaarste in jaren. Het is tegelijkertijd een voorbode voor de etappes in de Pyreneeën, het Centraal Massief, de Jura, de Alpen en een klimtijdrit van 36 kilometer naar Planche des Belles Filles in de Vogezen daags voor de slotetappe naar Parijs.
Geen heilige huisjes
Zelfs etappes die als vlak worden geduid, blijken bij nadere bestudering niet bij voorbaat voor de sprinters. Zeven of negen vlakke etappes wordt gezegd, maar Zeeman schat dat sprinters niet zo veel kansen krijgen. Alleen de twee ritten bij de Atlantische kust na de eerste rustdag en de slotetappe zijn vlak.
De afgelopen vier jaar was Tourdeelname van Dylan Groenewegen een zekerheid. Maar het kan zijn dat de topsprinter thuis blijft omwille van de klassementskansen van de andere kopmannen. Heilige huisjes bestaan niet, zegt Zeeman. “Het is een mogelijkheid. Net zoals dat hij wel gaat. Voor een sprinter is het doel zo veel mogelijk wedstrijden winnen. Volgend jaar start de Vuelta in Nederland en het parkoers van de Giro is over anderhalve week bekend. Ook met Dylan kijken we waar de meeste kansen liggen.”
Twee maanden heeft Zeeman ervoor uitgetrokken om uit te maken wie waar zal rijden. De komende tijd gaat hij de parkoersen van Giro en Tour bestuderen. Routekaartjes. Hoogteprofielen. Zeeman: “Alles gaan we tegen het licht houden. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. En ook naar Parijs.”
‘Dit parkoers is niet in ons voordeel’
Met de 36 kilometer lange klimtijdrit naar Planche des Belles Filles komen de tijdritspecialisten er volgend jaar bekaaid af in de Ronde van Frankrijk. De afgelopen 25 jaar telde geen Tour minder tijdritkilometers. “Erg jammer. Als je er klinisch naar kijkt, is het niet in ons voordeel,” zegt Merijn Zeeman, sportief directeur van Jumbo-Visma.
De Nederlandse ploeg heeft de tijdrit tot zijn specialiteit gemaakt. Jumbo-Visma heeft met Primoz Roglic en Tom Dumoulin twee wereldtoppers. Alle kopmannen, ook Steven Kruijswijk, waren gebaat bij meer tijdritkilometers, zegt Zeeman. “Dat hebben we vorig jaar met Steven in de Vuelta gezien en dit jaar in de Tour. En ook met Primoz in de Vuelta en in de Giro. Er zit nog altijd een tijdrit in van 36 kilometer in deze Tour en die zal voor grote verschillen zorgen. Maar komend jaar geen ploegentijdrit. Die had ons veel voordeel kunnen opleveren.”
