Direct naar artikelinhoud
Boekrecensie

Treurige en doodgewone dates van een beginnende vrijgezel

In Zonder liefde verplaatst Brijs – zelf oud-­docent – zich in een Vlaamse docent Nederlands en Engels.

Treurige en doodgewone dates van een beginnende vrijgezel
Beeld Getty Images

In zijn vorige roman, Maan en zon, ­verplaatste de Belgische Limburger Stefan Brijs zich onder anderen in een Curaçaose taxichauffeur en diens ­eeuwig worstelende, langzaam in de criminaliteit afglijdende familie. Het tragische, over drie generaties uitgespreide verhaal overtuigde in vrijwel elke zin, en Brijs’ afbeelding van Curaçao onthulde een diepe kennis van de personages en hun achtergrond. 

Het was het soort portret dat een zorgvuldig onderzoek verraadt, plus een scherpe blik, een open geest en een krachtige verbeelding.

In Zonder liefde verplaatst Brijs – zelf oud-­docent – zich in een Vlaamse docent Nederlands en Engels. Paul is eind twintig, net bedrogen en verlaten door zijn vrouw. Hij woont met zijn hond in een provincieplaats. Hij houdt van literatuur, film, klassieke muziek; hij knoopt een platonische, mild problematische vriendschap aan met een aantrekkelijke vrouw (niet helemaal zijn type) en scharrelt af en toe met minder aantrekkelijke vrouwen (stuk voor stuk helemaal níét zijn type).

Eigen ervaringen

Dat vat de roman wel samen. Het is een verhaal – als je het al zo kunt noemen – dat geen drie generaties beslaat, maar ongeveer een jaar uit Pauls leven; een verhaal dat zich dicht bij huis afspeelt, of in elk geval in een vertrouwde omgeving, bevolkt door vertrouwde mensen. 

Het soort portret dat nauwelijks meer onderzoek vereist dan een beetje door de eigen ervaringen, achtergrond en boekenkast struinen, en af en toe peinzend uit het raam staren. Nergens doen de personages – en hun omgeving – ook maar half zo levensecht aan als hun Curaçaose voorgangers.

De titel is in meerdere opzichten toepasselijk. Het kan gaan om een band waarbij beide vrienden stiekem ­eigenlijk meer willen, of waarbij desnoods een van de twee een dubbele agenda heeft, een vriendschap die steeds aanvoelt als een gefrustreerde relatie, twee mensen die langdurig om elkaar heen draaien, de chronische ‘zullen ze of zullen ze nietvraag’ die boven elke interactie hangt –het is een even onorigineel als onuitputtelijk uitgangspunt. En, als het goed wordt uitgevoerd, is het ook in de tienduizendste versie onweerstaanbaar.

Maar dan moet er wel sprake van liefde zijn, of van enig serieus conflict, tussen de twee vrienden en/of binnen één persoon. Daar is bij Paul en zijn nieuwe vriendin Ava – vernoemd naar Ava Gardner – nauwelijks sprake van. Ze voeren goede, vanzelfsprekende gesprekken, af en toe voelt Paul een vleugje opwinding als hij aan Ava denkt, hier en daar kibbelen ze wat – maar zelfs als Ava tijdelijk bij Paul intrekt, hangt er nauwelijks spanning in de lucht.

Afgestompte houding

Paul is sowieso geen al te hartstochtelijke ­figuur. Dat is misschien wel de belangrijkste ­tegenstelling in het verhaal: Ava snakt naar ­passie, liefde als een blikseminslag, een relatie waar de vonken van af blijven spatten, ook jaren na de eerste veelbetekenende blik. Paul vindt een knusse verstandhouding, met af en toe wat huiselijke seks, al heel wat.

Zit dáár dan de spanning? Is Zonder liefde een verkenning van twee opvattingen van liefde, twee ideeën die allebei hun eigen vorm van ­geluk en pijn met zich meebrengen? Nou nee. Paul vindt Ava’s streven prikkelend, maar laat zich er nooit door meeslepen. Hij raakt in het jaar dat we hem volgen nooit echt verliefd, zoals hij ook over zijn ex-vrouw zelden vol liefde (of passionele haat) spreekt. 

Pauls afgestompte houding had op zich óók interessant kunnen zijn – als het dan tenminste een diepgeworteld persoonlijk tekort was, waar hij zich zonder succes tegen verzette. Maar daar is zijn zoektocht naar liefde niet langdurig, en ook niet schrijnend genoeg voor. We zien hier geen pijnlijk onvermogen tot liefhebben; we zien een paar treurige, soms plezierige, kortom doodgewone dates van een beginnende vrijgezel.

De titel geeft in zekere zin het probleem van het gehele boek weer. De roman lijkt ook geschréven zonder liefde. De personages, hun eerdere relaties, hun geschiedenissen, ze zijn nauwelijks uitgewerkt, en ook in de scènes en beschrijvingen blijft Brijs vaak op afstand. 

Hij haast zich erdoorheen, alsof vaart belangrijker is dan levendige, scherp afgebeelde taferelen, hij kiest vrijwel steeds voor vertellen in plaats van tonen, de indirecte rede in plaats van de ­directe. Grote, schreeuwerige woorden als liefde, passie en eenzaamheid worden zelden ondersteund door kleine, sprekende details. 

Alsof de schrijver zelf óók maar half gelooft in zijn verhaal en personages. Hoe moet de lezer dat dan ooit doen?

Atlas Contact, 224 blz, €22,99