Direct naar artikelinhoud
Reportage

Proef met ijsbaden redde mogelijk levens bij Dam tot Damloop

Tijdens de Dam tot Damloop worden dit jaar koelbaden ingezet om oververhitte hardlopers snel af te kunnen koelen. De vrouw op de afbeelding is een nepslachtoffer.Beeld Dingena Mol

Het is dankzij een proef met ijsbaden dat er tijdens de Dam tot Damloop, die gisteren vroegtijdig werd gestaakt vanwege de hitte, levens zijn gered.

Een paar uur voordat de eerste lopers zondag uit Amsterdam vertrokken, reed ‘s ochtends vroeg een busje van ijsblokjesleverancier IJs-Gigant het centrum van Zaandam binnen. De ideale mix voor een koelbad is honderd liter water, zestig kilo ijs – zo schrijft het nieuwe ijsbadprotocol voor. Dus werd er duizend kilo aan ijsblokjes uitgeladen, zodat het water in de twee blauwe opblaasbaden rond de slotkilometers van de Dam tot Damloop de hele dag ijs- en ijskoud blijven.

De ijsbaden zijn nieuw bij de Dam tot Damloop. Nadat er zowel in 2014 als 2016 een deelnemer overleed aan de gevolgen van een hitteberoerte, is er meer aandacht gekomen voor de risico’s van oververhitting tijdens het hardlopen.

In het verleden werd oververhitting niet altijd herkend: het slachtoffer in 2016 kreeg zelfs een isolatiedeken omgeslagen nadat ze onwel werd, in plaats van dat ze werd gekoeld. Sindsdien wordt bij renners in problemen met een oorthermometer de temperatuur gecontroleerd. En voor deze 35e editie van de Damloop werden de natte sponzen voor onder de oksels omgeruild voor koelbaden.

Er stonden zondag vier baden langs de route: twee na de finish, en twee zo’n 800 meter eerder. De renners die ver voor deze slotkilometer in de problemen kwamen, werden met de ambulance naar het Zaans Medisch Centrum gebracht, waar ook een bad stond.

Voor de start werd er bij ieder bad uitgebreid geoefend met een nepslachtoffer. De baden, de ijsvoorraad, de tanks met water, de oefening en de vijf mensen per bad die de hele dag klaar moesten staan: het leek veel werk voor iets waarvan iedereen hoopte dat het niet nodig zou zijn.

Stilleggen Dam tot Damloop

Maar voor het middaguur werd de eerste hardloper al in het bad getild. Uiteindelijk werden, volgens een eerste schatting, tussen 10 en 20 mensen ondergedompeld en waren er over de hele route zoveel problemen vanwege de hitte dat de Dam tot Damloop voor het eerst in de geschiedenis deels werd stilgelegd: de laatste 4.000 deelnemers (van de 46.000 in totaal) mochten niet starten.

Dat besluit leidde bij de startvakken op de Prins Hendrikkade tot teleurstelling, boosheid, gefluit, begrip en daarna gedoe omdat de tasjes met persoonlijke eigendommen al onderweg naar Zaandam waren.

“Ik stond 10 meter voor de start klaar, ik had net een muziekje aangezet, ik was mezelf een beetje aan het oppompen en stond helemaal in het moment,” zegt Danique (24, doeltijd: 1.20 - 1.30). “En toen kwam zo’n mannetje: het gaat niet door, het is te warm, we moeten het om medische redenen afgelasten. Ik was redelijk boos. Ik had er van tevoren niet heel veel zin in, maar toen ik voor de start stond wilde ik wel echt vertrekken.”

“We hoorden het een paar minuten voor de start. Echt iedereen was teleurgesteld,” zegt Joanna Wdowik (26, doeltijd: 1.45). “Daarna begonnen sommige mensen toch gewoon te rennen, en hebben ze de IJtunnel maar afgesloten. Wij hebben nog een uur moeten wachten tot de vrachtwagen terug was met onze tassen.”

“Binnenkort loop ik de halve marathon, dus het is oké, maar wel jammer,” zegt haar zus Justyna (43, doeltijd: 1.45). “Maar ik heb ook weleens een halve marathon met 30 graden gelopen. Mensen kunnen toch verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen acties?”

“Ik was ook boos hoor,” zegt Jeroen Brouwer (46, doeltijd: onder de 2 uur). “Ik dacht wat is dit voor een gezeik. Je bent er half jaar mee bezig he. Het is nog net geen levensstijlwijziging, maar wel bijna. Maar je snapt het ook wel.”

“Ik ben blij dat er mensen zijn die dat in de gaten houden, dat we worden beschermd,” zegt Rosa Sijben (31, “ik hoopte de finish te halen, dat is niet gelukt”).

Zware editie door hitte

Dat dit een zware editie zou worden was bekend: door een warme wind uit het zuidoosten werd voorspeld dat de temperatuur zou kunnen oplopen tot een graad over 24. “Geen reden voor paniek,” liet de organisatie vooraf weten. “Wel een reden voor extra alertheid.”

Waarom meer mensen dan verwacht in problemen kwamen, is niet bekend. Op basis van ervaringen met de hardloopwedstrijd onder deze omstandigheden in het verleden ging de organisatie uit van zo’n dertig tot veertig ambulanceritten. In de loop van de middag werd duidelijk dat het, onder meer bij EHBO-punten die om de 500 meter waren, veel drukker werd dan verwacht. 

Exacte aantallen had directeur Ron van der Jagt van organisator Le Champion zondagmiddag nog niet. “We hebben ook wel Damlopen gehad met nog veel warmere omstandigheden, maar veel mensen hadden problemen. Daar zit van alles bij. Niet iedereen heeft een hitteberoerte, maar je moet wel iedereen helpen.” 

Onvoldoende capaciteit

Daardoor was het zo druk bij de hulpposten dat de organisatie het onverantwoord vond om nog meer renners te laten starten. “Het was zodanig dat we dachten: als we die laatste vierduizend mensen ook nog laten starten, dan kan het weleens gebeuren dat de ambulancediensten niet snel genoeg heen en weer kunnen rijden, of dat er onvoldoende capaciteit is in het EHBO-park.”

Na afloop van de race was er volgens Van der Jagt in ieder geval ‘geen enkel signaal dat er levensbedreigende gevallen’ zijn. De inzet van de ijsbaden bij de Damloop was dit jaar nog een proef, maar het kan zomaar zijn dat het zondag levens heeft gered.

Oververhitting

Risico op oververhitting is er al vanaf 15 graden, vooral als er op relatief hoge intensiteit gelopen wordt (zoals bij de Damloop van 16,1 kilometer). Dat kan leiden tot verschillende problemen: hittekramp, hitte-uitputting en in het ergste geval een hitteberoerte, waarbij het zenuwstelsel niet meer normaal functioneert.

“Het is een heel dubbel gevoel om hier te staan,” zei Joost Fonville van de werkgroep Hardlopen en Hyperthermie zondagochtend, nadat hij een kijkje had genomen bij de twee ijsbaden die waren klaargezet na de finishlijn. “Ik ben opgelucht dat koelbaden er eindelijk zijn, maar tegelijkertijd komt ook alles van die dag uit 2014 terug.”

Bij die editie zakte Fonville’s 24-jarige zoon Arthur vlak na de finish in elkaar. Hoewel hij goed was getraind, was zijn lichaamstemperatuur tijdens de race opgelopen tot 42,6 graden. Met natte sponzen probeerden de hulpverleners zijn temperatuur omlaag te krijgen, maar dat mocht niet baten: Arthur stierf aan de gevolgen van een hitteberoerte.

Toen er in 2016 ook een 25-jarige vrouw bij de Damloop overleed aan een hitteberoerte, besloot Fonville samen met de nabestaanden van deze deelneemster dat er iets moest gebeuren. Met het Radboud UMC richtte hij een werkgroep op die zich bezighoudt met de hitteproblematiek bij hardloopevenementen. 

Dat er bij de Damloop nu voor het eerst ijsbaden klaarstaan, is volgens Fonville een belangrijke stap. “Je kunt hier levens mee redden. Bij een hitteberoerte is het als een ei dat kookt. Door de hitte ontstaan zoveel stolsels in het bloed, dat vitale organen uit kunnen vallen. Dat moet je zo snel mogelijk stoppen, en dat bereik je door agressief te koelen, zodat de lichaamstemperatuur uit de gevarenzone van 42 graden of meer wordt gehaald.”

In de Verenigde Staten is de inzet van koelbaden bij sportwedstrijden al heel gewoon. Volgens Fonville is ‘men in Nederland lange tijd terughoudend geweest’. Dat komt mede door de vele partijen die erbij zijn betrokken. Zo zijn bij de proef van zondag met de koelbaden naast de organisatie van de Dam tot Damloop het Nederlandse Rode Kruis, het Mobiel Medisch Team (MMT), het Zaans Medisch Centrum (ZMC), de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), VUmc, de Ambulance Amsterdam en iCoolsport.nl ijsbaden betrokken. 

“Het is ook tegennatuurlijk,” zegt Fonville. “Iemand die niet meer helder is daar wil je een deken over leggen en vertroetelen, niet in een ijskoud bad stoppen. Maar een ijsbad kan het verschil maken tussen dat iemand komt te overlijden, of na een half uurtje weer verder loopt alsof er niets aan de hand is.”