Verbroederen met Britten op Ginkelse Heide
Ede
Melkwitte mist ligt op zaterdagmorgen nog als een rouwsluier over Dropzone I, het noordelijkste landingsveld: een herinnering van de natuur aan de Britse para’s die vermist raakten en hier nog steeds, ergens, liggen. De zon brandt de mist weg, het heideveld wordt één grote openluchtpicknick, waarbij militairen van zes landen en burgers vrijuit mengen en in gesprek gaan. Veteranen arriveren, mannen van 98, 94, 100 jaar, in rolstoelen, borsten vol medailles, blikkerend in de zon. ‘Als je hen in de ogen kijkt’, zegt minister Ank Bijleveld van Defensie, ‘zie je nog steeds de moedige jonge mannen die sprongen om voor de vrijheid te vechten.’ Ze ziet die moed nu in de ogen van de militairen van nu. ‘Ik zie de keuze die ze maken om hun land en de vrijheid wereldwijd te dienen, hoewel ze zelf in vrede opgroeiden.’
‘Dit is de laatste grote herdenking waarbij zo veel veteranen aanwezig zijn, bij het volgende kroonjaar, 2024, zijn ze er niet meer’, beseft Emily McGhie. De Britse, werkzaam bij de Commonwealth Wargraves Commission, interviewde veteranen voor het project Voices of Liberation. ‘Vrijdag is in Oosterbeek de as verstrooid van Steve Morgan, dat was zijn wens. Deze traditie bestaat alleen in Oosterbeek. Op andere Commonwealth-erevelden mag dat niet. We maken die uitzondering vanwege de kameraadschap onder de mannen die vochten bij Arnhem.’ ‘Remember Arnhem, lads, keep going!’, is nog steeds een strijdkreet van de Britse para’s.
Er springen Britse, Poolse, Franse, Amerikaanse én Duitse para’s. Zij gebruiken elkaars type uitrusting en soort parachutes. De aanwezigheid van instructeurs is geen overbodige luxe. Een van hen, een forse Brit, zegt afgemeten-vriendelijk: ‘Wij oefenen op sprongen vanaf 350 voet, extreem laag dus’. Dat is slechts zo’n honderd meter vanaf de grond.
verwoeste steden
Het Engelse ontbijt vindt gretig aftrek, ook bij Richard Nebel (80), een Britse ex-militair en politieman. ‘Als vijfjarige zag ik de vliegtuigen vertrekken voor Market Garden. Mijn moeder zei: ‘Kijk, jongen, nú winnen we de oorlog’. In 1954 was hij voor het eerst op de Ginkelse Heide. ‘Ik was vijftien, we bezochten ook het verwoeste Duitsland. In Keulen zag ik de kathedraal, verder weinig. Er waren in die stad alleen nog maar zandwegen. De nazi’s dwongen 40.000 Nederlanders de rommel van onze bommen op te ruimen.’ Hij is, niet als enige van zijn landgenoten, verbaasd over onze vergevingsgezindheid: Market Garden is immers mislukt?
De toespraken benadrukken dan ook de nobele waarden, de ‘Airborne spirit’, de geest van de mannen van toen: moed, hulpvaardigheid, opofferingsgezindheid, strijden voor het goede, nooit opgeven. De morele winnaars, dat waren ze. En na vier jaar oorlog viel de hoop letterlijk uit de lucht. Burgemeester René Verhulst van Ede memoreert echter ook de 69 burgers die tegelijkertijd in Ede omkwamen door geallieerde bommen, en de executies door de SS van mensen die de para’s hielpen.
Het applaus klatert voor veteraan Sandy Cortmann (97), die voor de tweede keer landt; deze keer een duosprong. Tegenover een Britse journalist noemt hij zijn sprong later ‘behoorlijk beangstigend’. Prins Charles zegt: ‘Ik schaam me bijna, ik had met hem daarboven moeten zijn.’ Mede-veteraan Les Fuller (98) assisteert bij het slaan van de herdenkingsmunt van vijf euro. Fuller verloor in de strijd in 1944 zijn rechterarm en dankt zijn leven aan een bloedtransfusie van een Duitse soldaat. Die overleed korte tijd later.
De brexit is ver weg, net als het idee dat Nederland ‘geen militaire traditie heeft’. Het leger zit hier in de harten en menige jongen in mini-uniform kijkt bewonderend naar de echte soldaten. Maar verschil moet er zijn: ónze Landmacht heeft geen Emily Houghton (17), Lily Stanford (17) en Lauren James (16). Voor hen geen gewone sociale dienstplicht. Deze Britse meisjes van St. Mary’s College in Crosby, Merseyside, zijn in vol tenue. ‘Wij mogen als scholieren meedraaien met het leger, in de rang van kadet. We verkopen de poppies, de bekende klaprozen, en helpen veteranen.’
Duitse kant
Het publiek is nieuwsgierig naar de Duitse kant. Historica Ingrid Maan interviewde Duitse Arnhemveteranen. ‘Mijn boek over hen is al toe aan de derde druk.’ Dit jubileumjaar verkocht ze er veel. De Duitsers krijgen nog een eervolle vermelding van de dagpresentator: ‘Ik hoorde hen laatst hun volkslied uit volle borst zingen. Doet u dat straks ook? Nederlanders zijn daarin soms wat te bescheiden …’ Duidelijker hoorbaar is echter toch het applaus. Als Charles en Beatrix teruglopen na de kranslegging, slaan ze even de armen om elkaar heen, een hartverwarmend moment. Net als dat andere moment dat hoort bij de Ginkelse Heide: schoolkinderen die een veteraan ondersteunen bij de kranslegging. En het gebed van de para’s, uitgesproken door de Britse brigadekapelaan. Prins Charles, erekolonel van de para’s, reisde na Ede nog door naar Arnhem, Driel en Oosterbeek.
De interviews van het project Voices of Liberation, waaronder het verhaal van Les Fuller, zijn te zien en te lezen op de site van de oorlogsgravenstichting van de Britse Commonwealth, www.cwgc.org.In aanwezigheid van 100.000 bezoekers en oud-strijders zijn zaterdag op de Ginkelse Heide tien kransen gelegd ter herdenking van Operatie Market Garden. Dat gebeurde onder scherpe bewaking, onder meer van sluipschutters, vanwege de aanwezigheid van de Britse prins Charles en prinses Beatrix. Staatssecretaris van Financiën Menno Snel presenteerde het Market Garden Vijfje, een herdenkingsmunt waarvan het ontwerp te herleiden is tot de badges en emblemen van de paratroopers. De toeloop liep, ondanks pendelbussen vanaf station Ede-Wageningen, zo uit de hand, dat de organisatie opriep weg te blijven en thuis naar de NOS-uitzending te gaan kijken. Veel belangstelling was er ook voor het nieuwe Airborne-monument.