Direct naar artikelinhoud
interviewpromovenda Marietje Beemsterboer

Onderzoeker islamitisch onderwijs: ‘Ik denk nog steeds dat deze scholen bijdragen aan integratie’

De recente commotie over een lesboek voor islamitische basisscholen verbaast Marietje Beemsterboer (34) van de Universiteit Leiden. Volgens de promovenda is het islamitische basisonderwijs juist goed voor de integratie van moslimkinderen en stimuleren religieuze onderwijzers homoacceptatie.

‘Islamitische scholen maken wel degelijk duidelijk aan kinderen dat ze onderdeel zijn van de Nederlandse samenleving’, zegt promovenda Marietje Beemsterboer.Beeld Kelly Schalke-Visser

De bevindingen van Beemsterboers promotie-onderzoek staan haaks op de conclusies die NRC en Nieuwsuur vorige week trokken. Uit onderzoek van het actualiteitenprogramma en de krant blijkt dat verschillende islamitische basisscholen een boek over seksuele voorlichting gebruiken dat uiterst conservatieve passages bevat. Kinderen leren dat Allah homo’s verafschuwt en bestraft, dat meisjes en jongens elkaar niet mogen aankijken en dat er onbetwistbare kledingvoorschriften bestaan voor vrouwen. Op ongeveer de helft van de 44 islamitische basisscholen is het boek van Asma Claassen aangeschaft.

Beemsterboer startte haar onderzoek voordat Claassens boek werd uitgegeven op de scholen. Op negentien islamitische basisscholen interviewde ze 75 directieleden, docenten en godsdienstleerkrachten. Ze promoveerde vorig jaar. ‘Ik weet niet precies hoe NRC en Nieuwsuur hun onderzoek hebben gedaan, maar ik ben geschrokken van wat er naar buiten is gekomen’, reageert de onderzoekster.

Hoe verklaart u het verschil tussen hun en uw conclusies?

‘Het onderwerp seksuele voorlichting was een klein onderdeel van mijn proefschrift. In mijn onderzoek analyseer ik hoe islamitische scholen omgaan met de gevoeligheden tussen de islamitische thuissituatie en de hoofdzakelijk niet-islamitische samenleving.’

‘Als een leerkracht zegt dat homoseksualiteit in Nederland geaccepteerd is, nemen kinderen op een islamitische school dat makkelijker aan dan van een docent op een openbare basisschool. Zelf werk ik op een niet-islamitische basisschool in Bergen en als ik iets zeg over homoseksualiteit, kan een islamitische leerling denken dat die boodschap niet voor hem geldt. Religieuze autoriteit helpt bij de acceptatie.’

Groeit door die autoriteit niet de acceptatie voor religieus geïnspireerde teksten over homofobie?

‘Ik wijs die hoofdstukken zeker af. Het is belastend materiaal, maar als een gekwalificeerde leerkracht op een open manier over dit soort onderwerpen spreekt, kunnen er mooie conversaties ontstaan. Zulke gesprekken kunnen heel waardevol zijn. De docenten vertelden mij dat ze Koran- en Hadith-citaten bespreken en in context plaatsen.’

‘Ik kan niet garanderen dat het op elke basisschool gebeurt, maar het staat vast dat leerlingen homoseksualiteit moeten accepteren. Dat lees ik ook terug in deze methode: een moslim mag nooit geweld gebruiken, ook niet als hij het ergens mee oneens is.’

De methode wijst geweld inderdaad af, maar een paar regels boven die alinea wordt de kinderen gevraagd op welke manier Allah homoseksualiteit bestraft.

‘Daar schrok ik van. Als leerkracht vind ik dat lastige passages. Daarom is het goed nieuws dat dit naar buiten is gekomen en het lesmateriaal kritisch tegen het licht wordt gehouden. Maar nog steeds denk ik dat religieuze autoriteit helpt bij de acceptatie van homoseksualiteit in de Nederlandse samenleving.’

Onderstreep je de culturele verschillen niet juist door te benadrukken dat de islam homoseksualiteit niet accepteert, maar de Nederlandse samenleving wel?

‘Islamitische scholen maken wel degelijk duidelijk aan kinderen dat ze onderdeel zijn van de Nederlandse samenleving. Ze leren dat kinderen om op een vreedzame manier om te gaan met homoseksualiteit. Door te benadrukken dat dit binnen de Nederlandse samenleving geaccepteerd is, onderstrepen de docenten om het niet te veroordelen. Ik vind niet dat ze de samenleving afzetten tegenover de islam.’

Voor homoacceptatie is toch veel meer nodig dan alleen benadrukken dat je geen geweld mag gebruiken?

‘Homoacceptatie ontbreekt in dit boek, maar dat betekent niet dat het niet in de lessen wordt besproken. Seksuele voorlichting is altijd een beladen onderwerp. Er resoneren verschillende belangen in zo’n les. Wat ook ondersneeuwt in deze discussie is dat homoacceptatie ook op andere religieusbijzondere scholen een moeilijk punt is. Maar die staan nu niet ter discussie.’

Wat vindt u ervan dat de ISBO dit boek uitgeeft?

‘Het boek is na mijn onderzoek gepubliceerd, maar dit hadden ze absoluut moeten voorkomen. De ISBO had hier kritischer naar moeten kijken.’

In uw proefschrift stelt u dat drie islamitische scholen ‘streng in de leer zijn’. Nu blijkt dat ongeveer twintig onderwijsinstellingen dit boek gebruiken. Behoren zij ook tot die categorie?

‘Ik maak onderscheid tussen open en gesloten scholen. Maar een hele school kwalificeren op basis van één lesmethode gaat mij te ver. Er kunnen nog steeds open en genuanceerde gesprekken plaatsvinden. Op islamitische scholen is zo’n 60 procent van de docenten niet-islamitisch. Denk je echt dat zij deze lessen doceren? Het is te kort door de bocht om te stellen dat de helft van de scholen ook daadwerkelijk dit hoofdstuk hebben gebruikt.’

Kun je op een islamitische school uit de kast komen?

‘Het is volgens mij voor moslims sowieso lastig om uit de kast te komen. Dat geldt dus op islamitische scholen, maar ook op openbare scholen. Ik durf niet te zeggen dat het voor een islamitische jongen op een openbare school makkelijker is om uit te komen voor zijn homoseksualiteit.’

Vindt u nog steeds dat de islamitische basisscholen bijdragen aan de integratie?

‘Daar sta ik nog steeds achter. De ISBO heeft aangegeven de lesmodule te gaan herschrijven. De gevoelige passages worden niet door alle godsdienstleerkrachten gebruikt. Daarnaast is mijn conclusie niet alleen gebaseerd op seksuele diversiteit, maar op een breder perspectief.’

‘Mijn conclusie kan overeind blijven, omdat open gesprekken nog steeds kunnen bijdragen aan de integratie. Dat dit materiaal anders doet vermoeden, neemt niet weg dat ik veel voorbeelden ken van situaties die integratiebevorderend zijn.’

Dit is de voormalig katholieke schrijfster van het omstreden islamitische schoolboek over puberteit
Asma Claassen groeide op in een katholiek gezin, bekeerde zich tot de islam en schrijft nu het ene na het andere boek voor de islamitische jeugd. Haar lesboek voor pubers ligt onder vuur vanwege negatieve passages over onder andere homo- en transseksualiteit. Wie is deze vrouw?