Direct naar artikelinhoud
Ten slotte

Derk Wiersum (1975-2019): ‘Een gevreesd advocaat in positieve zin’

Derk Wiersum, de advocaat die woensdagochtend werd doodgeschoten, was een gevreesd advocaat in positieve zin. ‘Hij vocht tot het bot voor zijn cliënten, maar altijd op de inhoud en met zijn sympathieke pleitstijl.’

en

Als Derk Wiersum in de rechtbank het woord nam, dan veerden de rechters net een beetje meer op. “Rechters wisten: nu kan er weleens iets komen. Hij was een gevreesd advocaat in positieve zin,” zegt bevriend collega Robert Malewicz. “Hij wilde zijn cliënten verdedigen, maar nooit door te schreeuwen of populair te doen, maar door nieuwe dingen aan te dragen, creatief proberen te denken en dat combineerde hij met zijn prettige, sympathieke stijl van pleiten.”

Wiersum had een intelligente pleitstijl, zeggen collega’s. “Eentje los van de pleitnota. Inhoudelijk. En met humor waar het kon,” zegt Bart Swier, advocaat die hem al vijftien jaar kent. “Hij was alles behalve een stijve strafpleiter.”

De dood van Wiersum die woensdag in zijn eigen straat in Buitenveldert werd doodgeschoten, heeft de advocatuur in het hart geraakt. Niet alleen omdat dit als een aanslag op de rechtsstaat wordt gezien, maar ook omdat daarbij een geliefd en gewaardeerd collega is omgekomen. Wiersum wordt door zijn collega’s omschreven als sympathiek, aimabel, intelligent, bevlogen, goed en gedegen. De advocaat laat een gezin met twee schoolgaande kinderen achter. Zijn vrouw werkt als rechter in Rotterdam.

‘Geen opschepper’

Hij studeerde rechten in Groningen. Sinds 2003 werkte hij als strafpleiter bij verschillende kantoren. In een introductiefilmpje uit 2017 zegt Wiersum dat hij ‘huis-tuin-en-keuken’-strafzaken in Nederland deed. Daar spreekt bescheidenheid uit, zegt Swier. “Hij was geen opschepper.” Juist die huis-tuin-en-keuken-zaken spraken hem aan: “Ik sta altijd de underdog bij,” zegt Wiersum in het filmpje. “Die heeft een advocaat verschrikkelijk hard nodig, omdat je altijd vanuit je positie van verdachte vecht tegen een systeem. En of dat systeem heel rechtvaardig is of onrechtvaardig, in allebei de situaties heb je een advocaat verschrikkelijk hard nodig om te zorgen dat ook het rechtvaardige systeem de juiste keuzes maakt.”

Hij begon zijn carrière bij Van Gessel Advocaten. Vervolgens startte hij een praktijk met advocaat Bart Stapert. In 2017 ging hij aan de slag bij Blaauw Advocaten en in maart van dit jaar ging hij solo verder in het Advocatenkantoor Wiersum, een eenmanspraktijk in de Jacob Obrecht­straat. Daarnaast werkte hij als plaatsvervangend rechter in de rechtbank van Breda.

Hoewel Wiersum zijn zaken altijd uiterst serieus nam, kon hij buiten een zaak om luchtig met de situatie omgaan. Malewicz: “Hij was heel prettig in de omgang. Je kon met hem lachen, zelfs als je stoom stond af te blazen na een zaak.”

De laatste jaren richtte de vader van twee zich vooral op zware en georganiseerde criminaliteit. Hij stond kroon­getuige Nabil B. bij in de zaak tegen Ridouan Taghi. Dat deed hij aanvankelijk met collega Bart Stapert. Nadat de broer van de kroongetuige was doodgeschoten, werd Stapert rechter en ging Wiersum alleen verder als advocaat van Nabil B. De advocaten waarschuwden in juni 2018 dat het OM onvoldoende in staat was om de veiligheid van de kroongetuige te garanderen.

“Ik vind het ongekend dapper dat hij de kroongetuige wilde bijstaan,” zegt Swier. “Het is een zaak met enorme problemen, zoals de moord op de broer van de kroongetuige, maar alle externe druk weerhield Wiersum er niet van om kroongetuige Nabil B. bij te staan in de zaak tegen Ridouan Taghi. Dat vind ik dapper. En dat paste heel erg bij hem.”

Interesse

Waarom koos Derk Wiersum ervoor Nabil B. te verdedigen? Dat vragen oud-collega’s zich af die zich op het advocatenkantoor van Van Gessel Advocaten hebben verzameld op de dag van zijn overlijden. Uit interesse om de randen van het strafrecht te zoeken? Of deed hij dat uit de overtuiging dat iedereen fatsoenlijke bijstand moet krijgen? Advocaat Marcel van Gessel, bij wie Wiersum als advocaat begon, vermoedt het tweede. “Hij was altijd geïnteresseerd in de zwakkeren in het recht,” zegt van Gessel. “Hij was ook erg geïnteresseerd in het bijstaan van mensen die ter dood veroordeeld waren.”

Hij was een moreel bevlogen advocaat, zegt Swier. Dat een advocaat een groot rechtvaardigheidsgevoel heeft, is evident en een cliché, zegt Swier, maar ‘zijn rechtvaardigheidsgevoel reikte verder dan zijn eigen strafzaken’.

Wiersum wordt door zijn oud-collega’s steevast een geëngageerde advocaat genoemd. Hij wilde opkomen voor de rechten van anderen. Ook buiten zijn ambt zette Wiersum zich in voor anderen. Ruim veertien jaar was hij betrokkenen bij Stichting Rechtshulp Terdoodveroordelen, een organisatie die zich hard maakt in de strijd tegen de doodstraf. Wiersum was tevens lid van de Vereniging van Cassatieadvocaten in Strafzaken.

Toen in 2004 de Overleveringswet werd geïntroduceerd verdiepte Wiersum zich nog meer in het internationale recht. Wiersum, Malewicz en enkele andere bevriende advocaten die zich hadden gespecialiseerd in de Overleveringswet komen tweewekelijks bij elkaar om bij een biertje en hapje over de nieuwe wet te spreken.

Of hij daarnaast ook hobby’s had, weet Van Gessel niet. “Zijn kinderen, meer weet ik niet.”

Vader van twee

Malewicz weet uit eigen ervaring dat Wiersum ook gewoon een vader was die op tijd naar huis moest voor de kinderen. “We zijn in 2003 tegelijk advocaat geworden en hebben inmiddels allebei een jong gezin. Daar herken je elkaar wel in: je moet allebei eerder weg, of je bent later omdat je de kids naar de crèche moet brengen.”

Een paar weken geleden zat Wiersum nog op kantoor bij Malewicz om te praten over zijn nieuwe stichting Dutch&Detained, die rechtshulp biedt aan Nederlanders die gevangen zitten in het buitenland. De advocaat, gespecialiseerd in cassaties en internationaal recht, wilde zich ook graag inzetten voor deze hulpbehoevenden. “Hij moest maar kijken of hij er iets voor betaald kreeg, maar dat belette hem niet anderen te helpen. Je hebt advocaten die vooral zoveel mogelijk uren willen schrijven, maar zo was Wiersum niet.”