Direct naar artikelinhoud
Voetbal

Hans Vanaken strijdvaardig voor Club Brugge-Galatasaray: ‘Eigenlijk moeten we winnen’

Hans Vanaken strijdvaardig voor Club Brugge-Galatasaray: ‘Eigenlijk moeten we winnen’
Beeld AFP

Er is maar één optie voor Hans Vanaken bij de thuiswedstrijd van Club Brugge tegen Galatasaray in de Champions League: winnen. ‘Het lijkt me logisch dat wij twee strijden voor die belangrijke derde plaats.’

Zijn je ploegmaats je de voorbije weken komen bedanken?

“Waarom?”

Omdat je met je drie goals de kwalificatie mee bewerkstelligd hebt.

“Nee. Ze hoeven dat ook niet te doen. Iedereen heeft goed en volwassen gespeeld. Oké, het begin in Kiev en Linz was niet goed – we werden twee keer overlopen –, maar het is positief dat we rustig bleven en de match toch nog naar onze hand konden zetten. (denkt na) Het is straf wat we gedaan hebben. We mogen daar zeker niet te licht over gaan. Dinamo Kiev mag dan Manchester United niet zijn, veel mensen hadden er geen rekening mee gehouden dat we de groepsfase van de Champions League zouden halen.”

Akkoord dat het duel met Galatasaray meteen cruciaal wordt?

(knikt) Eigenlijk moeten we winnen, want dan zetten we meteen een mooie stap richting de derde plaats. Het lijkt me logisch dat we daar met Galatasaray voor zullen strijden. Daarnaast kunnen we ons meten met de absolute top. Hoe ver staan we als ploeg ten opzichte van Real Madrid en PSG?

“Wij zijn Club Brugge. En als we straks naar Madrid, Parijs en Istanbul gaan, zullen we dat met onze kwaliteiten doen. Vorig jaar is gebleken dat er tegen elke ploeg íets mogelijk is. Toch als je van je eigen sterkte uitgaat. Je moet je niet altijd aanpassen, denken hoe je hen kunt stoppen en achteruit kruipen. Nee, je moet laten zien dat je goed kunt voetballen, proberen hén pijn te doen. Want de ruimte zal er zijn: die ploegen willen ook voetballen.”

Hoe anders is het voor jou voetballen onder Clement dan onder Leko?

“Het systeem verschilt natuurlijk, maar er was vroeger ook iets minder vrijheid. Van Leko moest ik vaak links blijven en mocht ik zelden naar rechts uitwijken. Dat is niet altijd leuk als nummer tien. Nu heb ik het gevoel dat ik kan kiezen.”

Je staat bij momenten ook zo hoog dat je wel de tweede spits lijkt.

“De coach denkt dat ik zo nog beslissender kan worden. Want als je de bal tussen de verdedigers gaat ophalen, is het moeilijk om te scoren of assists te geven. De spelers achter me moeten het spel nu op gang brengen, en de bal bij mij zien te krijgen. Oké, ik raak daardoor misschien twintig à dertig ballen minder in een match – wat niet altijd fijn is en zeker in het begin frustrerend was –, maar degene die ik raak, zullen wel efficiënter zijn.”

Je bent 27 en er is weer een mercato voorbij zonder concrete interesse uit het buitenland.

(rustig) Soms denk ik weleens: ‘Ik doe het toch goed? Waarom komt er dan niets?’ Het klopt dat ik de voorbije transferperiode niets vernomen heb. Ook niet van Ajax. Maar elke buitenlandse ploeg heeft tegenwoordig een goede scouting en genoeg beeldmateriaal. Dus als het zo is, dan is het zo, he.”

Je had ook tegen je makelaar kunnen zeggen: vind me een goede Europese subtopper.

“Maar dat wil ik niet. Ik wil niet dat Evert (Maeschalck, red.) een ploeg voor me zoekt. Die club moet mij willen. Dát is het belangrijkste. En als er geen ploegen zijn die het in me zien, of weet ik veel, dan moet ik me daar ook niet druk in maken.”

Je hebt het voorbije jaar de Gouden Schoen gewonnen, meermaals gescoord in de Champions League en twee keer mogen invallen bij de Rode Duivels. Sorry dat ik het moet zeggen, maar als er nu geen club is komen aankloppen...

“Het kan dat het momentum voorbij is, ja. Dat vraag ik mezelf ook af. Nu, ik heb het al eens gezegd: als ik hier tien jaar kan voetballen, zal ik ook heel blij zijn en ga ik mijn carrière mooi kunnen afsluiten. Ik heb daar echt geen problemen mee. Ik ben hier heel gelukkig en blij.”

Voel jij je ook echt een Rode Duivel?

“Euhm... (stilte) In zekere zin wel. Ik heb twee caps en het is nu al een jaar dat ik onafgebroken opgeroepen word. Dat wil wel iets zeggen, want het is een kern met veel kwaliteiten en veel talent. Erbij horen is leuk. Al hoop je natuurlijk altijd om meer te mogen spelen.”

Dat je tegen San Marino en Schotland niet eens mocht invallen – in tegenstelling tot Verschaeren en Raman –, was voor velen een verrassing, gezien de blessure van Eden Hazard. Hoe heb jij die interlandperiode beleefd?

“Ik ben in Glasgow ontgoocheld op het vliegtuig gestapt. Het is mooi voor Yari en Benito dat ze hebben mogen debuteren, maar ik had ook willen invallen. Dat is toch normaal? Maar uiteindelijk is het aan de bondscoach om keuzes te maken. Ik kan daar niets aan veranderen. Behalve dan mijn stinkende best blijven doen bij Club.”

Heeft Martínez je een uitleg gegeven?

“Neen, en dat hoefde ook niet. Of het nu bij Lommel, Lokeren, Club of de Rode Duivels is, ik heb geen uitleg nodig als ik niet mag spelen.”

De selectie voor het EK halen wordt hoe dan ook niet simpel.

“Sowieso. Niet alleen voor mij, maar voor heel wat jongens. Er zijn slechts 23 plaatsjes, terwijl we een generatie hebben met veel talent. Het is afwachten. Ik ga de komende maanden de bondscoach proberen te tonen dat ik erbij hoor. Meer kan ik niet doen. Het belangrijkste is dat ik me op het einde van het seizoen niets kan verwijten.”