Direct naar artikelinhoud
Interview

Tone Wieten jaagt met de mannen dubbelvier op de wereldtitel

De mannen dubbelvier jaagt vanaf zondag op de wereldtitel en een olympisch startbewijs. Roeier Tone Wieten (25) is sinds dit seizoen een van de sterkhouders in de boot.

Roeier Tone Wieten maakt in de dubbelvier kans op goud.Beeld Merijn Soeters

Tone Wieten is met zijn 25 jaar een imposante verschijning. Twee meter lang, 100 kilo schoon aan de haak. Afgetraind, met armen als staal­kabels en een lijf dat bulkt van de spieren. Met dat lijf, dat ’s ochtends en ’s avonds kilometers maakt op het grauwe water van de Bosbaan, loopt hij overdag in de hagelwitte kleding van het VUmc. Als verpleegkundige in opleiding.

“Het staat nu even op een lager pitje”, haast Wieten zich te zeggen. “Ik heb me in februari ­tijdelijk uitgeschreven om me volledig te focussen op de Olympische Spelen van volgend jaar. Daarna pak ik de draad weer op.”

De Amsterdammer is zich er van bewust dat hij een opmerkelijke verschijning is in het ziekenhuis. Slechts 10 procent van de studenten verpleegkunde is man. En van die handvol mannen is hij waarschijnlijk de enige topsporter van formaat – letterlijk en figuurlijk. Maar ja, de opleiding verpleegkunde is nu eenmaal de enige route die leidt naar zijn droombaan: werken in een mobiel medisch team. “Dat lijkt me ontzettend mooi, meevliegen op een trauma-heli.”

Makkelijk wordt het niet. In Nederland zijn maar vier zogenaamde lifeliners. En dus ook maar een beperkt aantal plekken voor verpleegkundigen aan boord. Nog los van wat je moet kunnen: niet alleen als medisch ondersteuner, maar ook als co-piloot.

Schitteren op de Olympische Spelen van Tokio is ook niet voor alle roeiers weggelegd. Je moet jezelf verzekeren van een plekje in een boot, die ploeg moet een olympisch startbewijs bemachtigen, de finale weten te halen, en in die finale afrekenen met de concurrentie.

Broekie

Nee, je kunt Wieten niet verwijten dat hij te laag inzet. En waarom zou hij? Vier jaar geleden maakte hij als 21-jarig broekie zoveel indruk op bondscoach Mark Emke dat hij in het vlaggenschip terechtkwam: de Holland Acht. Met die ploeg won hij in Rio de Janeiro brons. Er zijn maar weinig jongensboeken die beter aflopen.

Ook nu zit hij in het vlaggenschip: de dubbelvier dit keer. Een ploeg die volgens de bond de grootste kansen heeft op succes. Voor Wieten zelf zijn de kaarten ook goed geschud. Hij is ­ouder, ervarener en nog sterker dan hij al was. Hij werd in juni met de dubbelvier Europees kampioen. Half juli wonnen ze brons bij de wereldbekerwedstrijd in Rotterdam, terwijl dat absoluut geen piekmoment was.

“We zijn geen underdog meer,” weet Wieten. “Andere ploegen houden vanaf moment één ­rekening met ons. De druk ligt nu ook hoger. De afgelopen jaren roep je weleens dat je goud gaat winnen, maar op basis waarvan? Een vijfde plek op een WK? Een trainingsafstandje dat een snelle tijd opleverde?”

Wieten is niet het type dat hoog van de toren blaast, maar meer een goedmoedige reus. Hij praat met zachte stem, heeft een rustig karakter en is nauwelijks te betrappen op studentikoze ­fratsen. Vroeger hield hij ook meer van spruitjes dan van snoepgoed.

Hij zit ook in een spruitjesboot, met roeiers die liever hun prestaties voor hen laten spreken dan dat ze er uitgebreid over willen bomen. Ploeg­genoten Koen Metsemakers, Abe Wiersma en Dirk Uittenbogaard zijn net zo gedecideerd als Wieten.

Grenzen opgezocht

Samen vormen ze dit seizoen een geoliede machine; een kwartet dat de essentiële ingrediënten in zich verenigt: techniek, ritme, kracht en volharding. En volgens coach Eelco Meenhorst heeft het viertal sinds het gouden EK harder gewerkt dan ooit om deze WK in topvorm aan de start te verschijnen.

Meenhorst: “We hebben tijdens onze hoogte­stage in Oostenrijk de grenzen opgezocht en zijn er soms zelfs overheen gegaan. Ik denk dat de jongens erachter zijn gekomen dat ze tot nog meer in staat zijn dan ze al dachten. Ook Tone.”

Nog meer is ook nodig. Op de WK in het Oostenrijkse Linz-Ottensheim is de concurrentie niet mals. Polen, Italië, Duitsland, Noorwegen, Oekraïne, Groot-Brittannië, Litouwen: het zijn stuk voor stuk toplanden die de Europees kampioen maar wat graag een paar rangen terug willen zetten.

Of dat gebeurt, wordt vanaf zondag duidelijk. Met als ultiem meetmoment de WK-finale zaterdag 31 augustus. Daar hopen Wieten en de zijnen voor het eerst sinds 1989 de wereldtitel in de mannen dubbelvier te veroveren. Met in het ronkende motorblok van de ploeg een verpleegkundige in opleiding, met armen als staal­kabels.

Para-roeier verdronken

Bij een training drie dagen voor het begin van de WK roeien in Oostenrijk is de 33-jarige Wit-Russische para-roeier Dzmitry Ryshkevich verdronken. Een van de speciale drijvers voor zijn boot brak af, waardoor Ryshkevich op de roeibaan van Linz-Ottensheim te water raakte. Hoewel reddingswerkers snel bij hem waren en Ryshkevich zich eerst nog kon vastklampen aan zijn boot, ­verdween hij plotseling toch onder water. De reddings­brigade kon hem daarna niet vinden in het troebele water. Pas uren later werd zijn ­lichaam geborgen. Ryshkevich was sinds 2013 actief als roeier en hoopte zich in Oostenrijk te kwalificeren voor zijn eerste ­Paralympische Spelen.