Direct naar artikelinhoud
Rashad met Filemon bij het reclamebureau
Tv-columnMaaike Bos

Filemon Wesselink draagt waardevol bij aan een andere beeldvorming over vluchtelingen

Nabil is 38 jaar oud, heeft twee kinderen en is als natuurkundeleraar op zoek naar werk. O ja, hij komt uit Syrië en spreekt pas twee jaar Nederlands. In de eerste aflevering van Filemon Wesselinks programma ‘Grenzeloos Talent’ (BNNVara) is deze optimist de eerste die wordt gevolgd.

Hij leert in elk gesprekje woorden bij en heeft zo’n aanstekelijke belangstelling dat je hem vandaag nog een baan zou willen geven. Maar hij moet het zelf doen natuurlijk. Al dan niet door Filemon op het idee gebracht, doet hij een Facebook-oproep om eens met een leraar te praten over lesgeven in Nederland. Zit hij vervolgens met een jonge docent van het Amsterdams Lyceum in een koffietentje. “Hoe begin jij de les?”, vraagt hij. “En hoe weet je of leerlingen je hebben begrepen?” 

Ze kwamen in zwemvesten

Deze beschaafde jongen gaat duidelijk op zijn doel af en weet wat hij wil. En dat is een eye­opener. Want Nabil en Rashad, de andere vluchteling uit de eerste aflevering, kwamen in de vluchtelingencrisis van 2015 uit Syrië naar Nederland. Een eindeloze stroom mensen in bootjes. Oranje zwemvesten. Vluchtelingenopvang. We zagen niet dat daar ook een advocate tussen liep of een arts of cameraman; dat mensen niet alleen veiligheid kwamen zoeken maar ook talent kwamen brengen.

In ‘Grenzeloos talent’ volgt Filemon twaalf vluchtelingen die houden van hun beroep en hier nu een nieuw bestaan proberen op te bouwen. Dat hangt niet alleen op de taalbarrière en ongeldige diploma’s. Grafisch ontwerper Rashad (34) vluchtte zonder zijn portfolio of computer en kan niets van zijn werk tonen. Hij kan niet laten zien wie hij was, weet niet meer wie hij is, en wordt gek van de leegte. Ondertussen moet hij het bombardement op een ziekenhuis verwerken waar hij zijn vriend in losse ledematen moest terugzoeken.

Andere beeldvorming

Filemon maakt af en toe gekke sprongen maar hier moet je hem nageven: hij draagt waardevol bij aan een andere beeldvorming over vluchtelingen. Toen waren ze een groep, nu zijn ze individuen met hun eigen vertwijfeling en momenten van succes.

Die eerste aflevering heeft me nieuwsgierig gemaakt naar alle twaalf mensen en hun geploeter en veerkracht. Helaas is de vorm niet helemaal helder. Doet Filemon nou verslag van hun zoektocht of grijpt hij in, en in hoeverre dan? Hij houdt beknopte interviewtjes over hun vroegere leven en vluchtverhaal en snijdt er reportage-elementen doorheen; dat lijkt nog op verslag doen. Op andere momenten doet hij actief mee in overleg met potentiële stageplek-aanbieders.

De docenten van het Amsterdams Lyceum zijn ontzettend geduldig en aardig tegen Nabil nu ze hem spreken met de cameraploeg en Filemon erbij, terwijl zijn eerste zelfstandige les toch een kleine ramp in ordehandhaving bleek. En de verlegen Rashad krijgt bij vlotte reclamelieden erg hartelijk zijn stage verlengd, ook al is hij nog niet thuis in (Nederlands) conceptueel reclamemaken.

Hier en daar speelt een ‘Vakantieman’-principe op: mensen willen de lulligste niet zijn op camera met een bekende Nederlander. Maar ach, dat is muggenziften in verhouding tot de ontspannen lach van Rashad en het blije gezicht van Nabil nu ze eindelijk ergens binnen zijn.

Vier keer per week schrijven Renate van der Bas en Maaike Bos columns over televisie.