Direct naar artikelinhoud
ReportageAchterstandswijken

Niet nóg een hulpverlener die even komt kijken

Jennet Ahbouk (links) leidt het initiatief wijkouders en Fatima Chokoud (rechts) is een van de vertrouwenspersonen uit de wijk. Zoontje Mohammed (met voetbal) en vriendje Redouan (rechts).Beeld Inge Van Mill

De Haagse wijk Molenwijk heeft iets nieuws: wijkouders. Dertien vrijwilligers verlagen de drempel naar professionele hulpverlening. ‘Vertrouwen is alles wat we hebben.’

Het patroon valt al snel op tijdens de wandeling door de Haagse Molenwijk. Om de paar minuten wijst Fatiha Chokoud op een appartement van de wijk gekruld om kinderboerderij de Molenweide. “Daar woonde je vader”, vertelt ze haar meeslenterende zoontje in de Zuigerstraat. Een straathoek later kijkt Chokoud uit op een nieuwe rij flats. “Hier wonen mijn ouders.” Of buurtgenootje en toekomstig profvoetballer Redouan op de foto mag? Chokoud wijst een appartementenblok aan en belt Redouans moeder.

Het is een doeltreffende demonstratie van de kracht van de dertien kersverse wijkouders, onder wie Chokoud: worteling. Sinds een maand zijn dertien vrijwilligers in de arme Haagse Molenwijk officieel gecertificeerd om gebruik te maken van hun netwerk. Hun taak: de drempel naar hulpverlening verlagen voor buurtbewoners. Met dat doel kregen ze een snelcursus pedagogiek van Praktijk HSN, gespecialiseerd in het helpen van interculturele jongeren. “Bewoners zijn bang dat hun kinderen bij ze worden weggehaald als ze hulp zoeken. Wij zijn de vertrouwenspersoon van de wijk”, licht Chokoud toe.

Net zo belangrijk is wat Chokoud niet is: nóg een hulpverlener die af en toe komt kijken. Die heeft Molenwijk al genoeg. Chokoud is slechts toegangspoort naar professionele hulpverleners: zij dient bezorgde bewoners aan te horen en indien nodig aan de juiste balie te krijgen. Een voorbeeld? “Een vrouw die slachtoffer is van psychisch geweld en via mij op weg is naar een organisatie als Veilig Thuis.” Namen geeft ze liever niet. “Vertrouwen is alles wat we hebben.”

Wijk met een gebruiksaanwijzing

De Molenwijk waar Chokoud opgroeide en haar man leerde kennen is een wijk met een gebruiksaanwijzing. Letterlijk: om de problemen op te lossen heeft de wijk zijn eigen wijkaanpak gekregen. Er is veel schooluitval, hoge werkloosheid en het aantal jongeren met een criminele carrière neemt toe, valt in dat document te lezen. De helft van de bewoners van stadsdeel Laak is laaggeletterd. 

Het landelijk nieuws haalde Molenwijk toen zeven jongeren in 2016 een aantal auto’s in brand staken. Met de hulp van buurtbewoners en jongerenwerkers wist de politie de daders op te sporen. De autobranden waren de directe aanleiding om wijkouders op te leiden, zegt gedragswetenschapper en docent pedagogiek Jennet Ahbouk van Praktijk HSN. Zij rekruteerde op verzoek van de gemeente Den Haag de dertien moeders en leidde ze op in de beginselen van de pedagogiek. Dat vergde enige aanpassing van haar lesprogramma. “Het zijn geen studenten. Moeilijke woorden als autonomie hebben een heel concreet voorbeeld nodig.”

Ahbouk wierf zo divers mogelijk. Molenwijk heeft nu wijkouders met een Marokkaanse, Chinese, Egyptische, Somalische en Soedanese achtergrond. Alleen mannen ontbreken. “Helaas. Ik had graag wijkvaders gewild. De overgrote meerderheid van de jeugddelinquenten waar ik normaal gesproken mee werk heeft een afwezige vader of een moeilijke relatie met de vader. Een vader kan zo’n rolmodel zijn.”

Universeel gevoelige thema’s

Maar zet twee seksen bij elkaar en sommige vrouwen houden eerder hun mond, is Ahbouks ervaring. Door de mix van culturen? “Bepaalde thema’s liggen universeel gevoelig. Menstruatie en hormonale verandering bijvoorbeeld. Ik vraag me af of dat in een willekeurig Nederlands dorpje anders zou zijn.” Daarnaast was er in Molenwijk ook een praktische reden om vrouwen op te leiden: “Moeders kunnen vaker ’s ochtends, als de kinderen naar school zijn.”

Het is die pedagogische scholing die de wijkouders onderscheidt van andere initiatieven in achterstandswijken met ouders als contactpersoon in de wijk, zegt Ahbouk. “De investering in de wijkouders is groter.” 

Wat Chokoud van Ahbouks lessen opgestoken heeft? “Niet zomaar advies geven, maar eerst goed luisteren. Ik sprak een vrouw met een echtgenoot die meer bezig is met zichzelf dan met haar. Vroeger zou ik meteen gezegd hebben wat ze moet doen. Nu luister ik en bedenk ik of er hulp is voor die mevrouw. Bijvoorbeeld door een maatschappelijk werker in te schakelen.”

Lees ook

Discriminatie los je niet op. Dus leert Jaswina Elahi jongeren ermee om te gaan

Hoe help je gediscrimineerde jongeren uit de Haagse Molenwijk aan een baan? Laat ze leren van buurtgenoten met een migratie-achtergrond die het wel lukte om hun talenten te benutten, zegt onderzoekster Jaswina Elahi.