Havenplaatsen: Grijze lucht en grijze terminals in Delfzijl
bijzondere ontmoetingen
Fietsers komen me tegemoet wanneer ik de haven binnenloop. Ze komen van het scheepje de Dollard dat hen van Emden naar Delfzijl bracht. De drie schippers die ik aan boord aantref, zijn volgens het boekje. Ik zie een oorbel, zo’n mooie donkerblauwe trui en wit haar. Eigenaar Holger Freimuth en zijn collega’s varen twee keer per dag op en neer, en ik mag mee, maar dat kan niet. De haven moet ontdekt worden. Zo beland ik een paar uur later (langs de jachthaven, langs een spoor, om een dijk heen) aan de overkant van de u-vormige haven in een kantoortje boven de twee droogdokken van Niestern Sander. De rooklucht slaat je in het gezicht, de koffiepot zit vol en er ligt nog een verloren gevulde koek op een wit bordje. Collega’s Paul Windt (51) en Harry Brons (50), allebei in een groen overall en rond de 50, werken sinds hun zestiende op de scheepswerf. Projectleider Marjan Elderman geeft me spontaan een rondleiding. Wel even een gele helm op. Een droogdok wordt opgeknapt, in het andere ligt het Turkse schip Duzgit Harmony, een drijvend tankstation. ‘Daar zijn we zo’n twee weken mee bezig. We geven ook veel schepen een snelle knip- en scheerbeurt: zeewier, pokken en mosselen verwijderen van de onderkant van het schip en een snelle verfbeurt.’
Aan het eind van het dok kijken we vanonder onze gele helmen samen naar de stille haven. Op de achtergrond klinkt alleen het geluid van slijptollen. ‘De offshore schepen zijn aan het werk’, zegt Elderman. ‘Als het weer onrustig is en de Eemshaven vol, dan liggen hier meer schepen.’
de haven vanaf het water
Met het ene been over het andere geslagen lost een machinist containers van het schip de Eemstrans. ‘Mag ik bij jullie koffie drinken?’, roep ik vanaf de steiger naar iemand aan boord. Het mag, schoenen uit in de stuurhut. ‘Wat dat betreft zijn schippers net kampers’, grijnst schipper André Bruins Slot terwijl hij op zijn sokken koffie inschenkt.
Het ruikt lekker naar gasolie. Ik wijs naar de machinist die inmiddels met de benen over elkaar loodzware containers het ruim in manoeuvreert. ‘Hij is goed’, zegt Bruins Slot. ‘Kraanmeesters die relaxed zitten te pielen, dat zijn de besten.’ Op de kade staan tanks met waterstofperoxide. Die zijn gisteren al gelost. Vanmiddag vertrekken de 38-jarige schipper en zijn collega met een nieuwe lading lege en gevulde containers naar Rotterdam. De Eemstrans is niet van de schipper, maar van Van der Veen Shipping die ook in de haven van Delfzijl zit. Bruins Slot werkt er ‘veertien, veertien’: twee weken op het schip, twee weken thuis.
de sfeer
Heel de haven ademt nuchterheid. Het schreeuwt niet, het is er gewoon grijs. De lucht is grijs, de terminals van het familiebedrijf Wagenborg Stevedoring die de hele linker kade beslaan zijn grijs, de evenementenhal die er haaks op staat is dicht, het water is grijs. Het ziet er allemaal kalm uit, terwijl er toch werk wordt verzet in de haven. De grote chemiebedrijven, de aluminiumsmelter Aldel en Akzo Nobel zitten verderop in het havenkanaal en zijn alleen buitenom te bereiken.
Rond 12 uur stroomt hotel-restaurant de Boegschroef, waar je vanuit de serre over het water kijkt, vol. Collega’s, gepensioneerde mannen met ronde brilletjes en Duitse vriendinnen in fleecevesten nemen plaats voor wijn, bier, uitsmijters en kibbeling. Jachthaven Neptunus is voor niet-leden onbereikbaar, het hek zit dicht. Af en toe vaart er een zeilbootje binnen. De schepen worden gadegeslagen door een groepje zelfbenoemde hangjongeren van zeventig plus. Als ik vraag hoe het gaat met de haven, antwoorden ze in koor ‘slecht’. Dat blijkt wel mee te vallen. Ze vinden het gewoon saai geworden. ‘Vroeger lag de kade vol met schepen. Toen legden Urkers nog hun vissersboten hier aan.’
waar kom je voor terug?
Voor een dagje lopen langs het strand en de dijk. Die worden op dit moment verbreed en verhoogd. Het Eemshotel achter de dijk, het enige hotel van Nederland dat op palen in de zee staat, is ondanks de werkzaamheden gewoon open. Dat staat op een groot bord aan de kant van de weg. Met daaronder: nait soezen, moar broezen. En dan weer eten bij de Boegschroef. Zitten naast mensen die een glas melk bestellen in een restaurant waar taart ronddraait in een glazen vitrine. En dan weer kijken hoe rond half een rondvaartboot de Warsteiner Admiral aanmeert. Waar vervolgens tientallen Duitse ouderen hand in hand of met een rollator uitstappen. Die dan halverwege de steiger omslachtig hun jas aantrekken, omdat het toch wel fris is in de haven van Delfzijl.
nog iets christelijks gezien?
De mooie kerktoren van Farmsum. Die maakt het plaatje van de jachthaven vol zeilbootjes compleet.
Hoe groot is de haven?
Haven Delfzijl vormt samen met de Eemshaven 15 kilometer verderop Groningen Seaports, de vierde zeehaven van Nederland na Rotterdam, Amsterdam en Zeeland. 2018 was qua overslag het beste jaar ooit met in totaal 13,7 miljoen ton, waarvan ruim 6 miljoen in de haven Delfzijl.
Welke industrieën zijn er belangrijk?
De chemie en de circulaire industrie (containers vol afgedankte goederen die grondstoffen vormen voor andere producten).
Recent in het nieuws geweest?
Bij TV Noord deze maand: er zijn vorig jaar in de havens van Delfzijl en de Eemshaven meer goederen via zee aan- en afgevoerd dan het jaar ervoor.
Heeft de haven toekomst, of vooral veel verleden?
Geholpen door grote zus de Eemshaven is er een groene toekomst voor haven Delfzijl.
Over pakweg dertig jaar ziet de haven van Delfzijl er ongeveer zo uit:
Dan zijn de Groninger zeehavens spil in de waterstofeconomie. De CO2-uitstoot is dan nagenoeg teruggebracht naar nul en windturbines, zonnepanelen, biomassa en waterstof zijn de norm in beide havengebieden. Het gehele gebied is van het gas af en draait volledig op waterstof.