Direct naar artikelinhoud
ReportageKamperen

De charme van kamperen: ‘Je gaat naast je tent zitten en hoeft niets meer’

Kampeerders op Camping RuigenhoekBeeld Phil Nijhuis

Na een flinke dip is het kamperen weer voorzichtig terug. Niches zijn in trek, zoals het luxe glamping en het sobere bamping of een verblijf in de pipowagen. ‘Als je ‘s nachts de regen op het tentdoek hoort vallen, ben je echt op vakantie.’

Wat de charme van eenvoudig kamperen is? “Dat de pasta tijdens het koken op een wiebelig gaspitje in het zand valt en je na wat afspoelen met water gewoon verder kookt”, zegt Tjitske de Groot (27). Samen met haar nichtje Maaike van der Sijs (20) en neefje Jelle (12) zit ze bij een platte kar die voor de gelegenheid dienstdoet als tafel. Op de achtergrond staat een lichtgewicht tent met twee slaapcabines. Er zijn nog lege klapstoelen, één iemand slaapt nog. De Groot: “Dit is eigenlijk luxe, normaal kampeer ik met een heel klein tentje in de natuur en dat is het dan.”

De Ruigenhoek, niet ver van Noordwijk, Zuid-Holland, is een camping met weinig voorzieningen. Stroom hebben tentkampeerders er niet, voor kleine kinderen zijn er twee schommels en een glijbaantje. 

Bamping

Er is zelfs een woord voor: bamping. Nederlanders kamperen weer meer en back-to-basic-camping, waar bamping voor staat, is in trek. Fanatieke kampeerders hebben niet meer nodig dan een stukje grasveld voor een tentje en een toiletgebouw met stromend water. Een winkeltje, golfslagbad of discobar ontbreekt. Het motto: ‘De omgeving is de speeltuin’. Zo ook op De Ruigenhoek, een van de 146 natuurkampeerterreinen die horen bij Stichting de Groene Koepel.

“Met onze ouders gingen we elk jaar kamperen, in Nederland of in het buitenland. Zo hebben ze ons aangestoken. Als je ’s nachts de regen op het tentdoek hoort vallen, dan ben je echt op vakantie”, aldus Maaike van der Sijs. Tjitske de Groot: “Mits je een goeie tent hebt, anders ben je de pineut.” Jelle schatert. “Lig je dan op je luchtbedje.” Van der Sijs: “Mijn vader wil een camper kopen want hij voelt zich te oud om nog op zo’n dun matje te slapen. Nou dat vind ik niet echt kamperen, doe mij maar een tent.”

Charme van de camping

Niet alleen de campinggasten genieten op De Ruigenhoek van de eenvoud, ook de vrijwillige beheerders kamperen op een eigen veldje. Van de 60 plekken voor tenten (naast de 30 voor caravans en campers) zijn er deze woensdag zo’n 20 bezet. Maar met het mooie weer op komst staat de telefoon in ‘de blokhut’ roodgloeiend. Reserveren kan niet, wel vragen of er plek is.

De 43-jarige Daphne Koolbergen weet wel wat de charme van zo’n camping is. “De camping is de bestemming. Je gaat naast je tent zitten en je hoeft niets meer”, zegt ze. “In een hotel kan dat niet. Dan moet je na je ontbijt bedenken wat je gaat doen want op je hotelkamer zit je er ook zo zielig bij. Op een camping hoef je niets te gaan doen. Als je wilt blijf je de hele dag hier zitten.”’

Vervolgens vult de tijd zich vanzelf, weet Koolbergen. “Bij kamperen gaat alles langzaam, heerlijk. Koffie zetten duurt lang, afwassen gaat traag en voor de douches sta je in de rij te kletsen. Dat lage tempo is een genot na alle drukte en haast die komt kijken bij werk, huishouden en kinderen.”

Cijfers over kamperen

44% van de mensen die in Nederland op vakantie ging, deed dat in 1990 nog op de camping

Van de mensen die toen naar het buitenland ging, ging 28% kamperen

In 2017 ging nog maar 14% kamperen in het buitenland. In eigen land was dat 10%

Lees ook:

Klassieke tentenmakers geven zich niet gewonnen

Door nieuwe vormen van kamperen moeten de klassieke tentenmakers De Waard en Karsten knokken voor wat ze waard zijn.