Direct naar artikelinhoud
Ze zit boordevol zinnigs, voor wie het echt horen wil
Roos Schlikker

Ze zit boordevol zinnigs, voor wie het echt horen wil

Ze sliep bij me, de nacht voor de rechtszaak naar aanleiding van de dood van mijn Friese neef. Telkens als ik mijn tante Corine zie, lijkt ze iets kleiner, maar haar lach dendert groots door het trappenhuis. Kinderlijke blijmoedigheid verpakt in het lichaam van een zeventiger.

Natuurlijk zegt ze dingen die ons doen grijnzen (tegen onze grijze kat: “Wat ben jij mooi gestoffeerd. Helemaal beschimmeld”) en als ze de volgende dag de officier van justitie loeihard complimenteert (“U heeft uit alle losse touwtjes een touw kunnen vormen waar aan vast te houden is”), kan niemand een glimlach onderdrukken. Maar ze zit boordevol zinnigs, voor wie het echt horen wil.

Ze stuurt geregeld e-mails. Tussen schijnbaar lukraak gestrooide interpunctie staat altijd de waarheid. Zo schreef ze over mijn moeder: ‘Mijn niet te vangen vlindertje zusje EMMEKE… ze fladderde soms door mijn leven… als ze sterk genoeg was om de afstand te kunnen halen… en dan WAS ze er, tot ze ineens opsteeg en krachtig wegvloog. En ik keek haar op een afstand volgend onwennig na. Even een kijkje in haar ziel, GENOEG, dag, dag.’

Dag. Dag. Corine speurt de lucht af en vangt de juiste woorden in haar netje. Ook over Nico, haar autistische broer die lijdt aan diverse geestelijke en lichamelijke kwalen: ‘Nico had ZELF gebeld, en het weinige wat hij losliet was… ik ben zo duizelig… Ik informeerde of hij een ROLLATOR had… Ik kom je er een brengen.’

‘Zodoende zat ik bij Nico, zijn skeletterig figuur geschaard over mijn schoot, tevreden SAMEN te zwijgen, broer en zus zijn te genieten. Aan Nico bemerkte ik GEEN duizeligheid. Hij zei het toen we weggingen nog wel met een bibberend smartelijk pruimenmondje, maar liep kaarsrecht naar ons toe. Hij had een GEVOELIG toetsje om aandacht ingetoetst, en ik ben in vrede dat ik de harde schedel geknuffeld heb.’

Geen irritatie, geen verbolgenheid. Corine neemt de mensen zoals ze zijn. En nu is het vonnis in Friesland geveld. De vrouw van mijn neef is veroordeeld wegens moord. Mijn maag borrelt. Woede weet geen uitweg. Misschien moeten we opgelucht zijn omdat ze twintig jaar krijgt. Maar ik denk steeds aan het moment dat ze trouwden. En hoe hij toen naar haar keek.

Dan mailt Corine. Ze schrijft over de weduwe die nog immer zwijgt over haar handlanger(s). Corine hoopt op: ‘… Een persoonlijke aanraking van GOD, waardoor ze WIL vertellen wat er gebeurd IS, zoals het is geweest. Vooropgesteld dat GOD de mensen een vrije mening gaf, om het goede te ontdekken, en uit te kiezen. Ze heeft wel tijd nu, dikke zoen van je vrolijke gelovige tante CORIEN.’

Ik grijns om de laatste zin die zeer waar is. Misschien brand ik vanmiddag wel een kaarsje. Om alles wat mijn tantetje wenst. Ik ken haar God niet goed en weet niet of ik hem geloven kan. Maar mijn tante geloven, doe ik wel. Want als iemand weet hoe ontwapenen moet, dan is het Corine.

Roos Schlikker (1975) is journalist en schrijfster van boeken en toneelstukken. Elke zaterdag schrijft ze een column voor Het Parool.

Reageren? r.schlikker@parool.nl