Direct naar artikelinhoud
NieuwsArbeidsparticipatie Mannen

Man door ziekte en studie vaker verstoken van werk

Man door ziekte en studie vaker verstoken van werk
Beeld Sander Soewargana

Hoeveel mannen kunnen en willen niet werken? Steeds meer, ziet het CBS.

Het aantal jonge mannen dat niet wil of kan werken, is in tien jaar tijd fors toegenomen. Dat komt bij deze 25- tot 45-jarigen vooral door meer arbeidsongeschiktheid, of anders wel door een drukke studie. Kortweg steeg het aandeel mannen dat niet actief is op de arbeidsmarkt van 4,6 naar 8 procent. Bij vrouwen is die trend amper te zien, zij willen en kunnen nog net zo vaak aan de bak als tien jaar geleden.

Het gaat hier niet om werklozen, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat de nieuwe cijfers vandaag publiceert. Want wie op zoek is naar werk valt gewoon onder de beroepsbevolking, ook al oefent hij op dat moment even geen beroep uit. Verwarrend misschien, maar zie het als een definitiekwestie. Deze niet-werkende mannen uit het nieuwe rapport hebben niet alleen geen werk, ze willen of kunnen dat ook niet.

Hoofdreden voor de algehele groei van die groep is een oplopend aantal arbeidsongeschikten. Het aandeel mannen dat niet kán werken steeg van 1,5 naar 2,9 procent in de afgelopen tien jaar. Het CBS kan desgevraagd niet uitsplitsen aan wat voor ziekten of klachten deze mannen lijden. Maar het lijkt toch meer om geestelijke klachten te gaan, zegt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. “Dit zijn jonge mensen. De kans is niet heel groot dat hun lichaam al versleten is door het werk dat ze hiervoor deden. Dan blijven psychische problemen over.”

Man door ziekte en studie vaker verstoken van werk
Beeld Sander Soewargana

Dan is er nog studie. Ook het percentage jonge mannen dat niet aan werk toekomt door het volgen van een opleiding verdubbelde sinds 2009. Deze mensen reserveren dus geen enkel uur per week voor werk: wie een baantje heeft voor meer dan een uur per week wordt immers al tot de beroepsbevolking gerekend, waar deze CBS-cijfers niet over gaan.

Op het eerste oog verbaast die stijging van studenten die niet solliciteren misschien. Sinds 2009 is de basisbeurs afgeschaft. Studenten moeten hun studiejaren aan het eind van de rit zelf bekostigen. Je zou kunnen denken dat ze daardoor extra haast maken met die studie, elk extra jaar voelen ze in de portemonnee. Of op zijn minst dat meer van hen er een baantje naast nemen om minder te hoeven lenen. Met andere woorden: dat het aantal het studenten dat werkt of eerder klaar is juist toeneemt.

Meer studenten

“Maar vergeet niet dat het totáál aantal studenten is toegenomen de laatste tien jaar”, zegt Van Mulligen. “Dat het absolute aantal studerende mannen zonder baan toeneemt, verbaast me in die zin niet.” Het aantal vrouwelijke studenten uit de niet-beroepsbevolking is daarentegen amper toegenomen, waar Van Mulligen al wat meer van opkijkt. Hij zou daar dan ook een stijging verwachten. “Wel is bekend dat jongens gemiddeld langer over hun studie doen. Het zou kunnen, maar nu speculeer ik, dat vrouwen wat beter zorgen dat ze zo snel mogelijk al hun punten halen.”

En de huisman? Die zich simpelweg geen tijd gunt voor een baan vanwege huishouden of zorg voor naasten? Slechts 0,1 procent van de mannen rekent zich tot die groep, waarmee het een marginaal verschijnsel blijft (al was het in 2009 nog afgerond 0 procent). Zet maar eens af tegen het aandeel vrouwen dat niet aan een baan toekomt vanwege zorg of het huishouden: 3,7 procent.

Rest de vraag waarvan de thuiszittende man van rondkomt. Voor alle arbeidsongeschikten (het grootste deel van de hele groep) is er een uitkering. Fulltime studenten kunnen relatief gunstig lenen. En er zullen mensen zijn die niet willen werken en in de bijstand zitten, zegt Van Mulligen. Eigenlijk moeten deze mensen volgens de Participatiewet verplicht solliciteren. En áls ze solliciteren, zijn ze weer actief op de arbeidsmarkt, en vallen ze daarmee buiten dit onderzoek. “Maar de realiteit is weerbarstiger, en ik vermoed dat een groot deel helemaal niet solliciteert. En dus toch deel uitmaakt van de 8 procent mannen die niet wil of kan werken.”

Lees ook:

Overal vacatures, maar de 50-plusser komt moeilijk aan een baan

De werkloosheidscijfers zijn laag, terwijl er veel vacatures te vervullen zijn. Ondanks deze krappe arbeidsmarkt is het voor veel 50-plussers lastig om een baan te vinden.

Hoe werkloos zijn jongeren nou echt?

De jeugdwerkloosheid lijkt laag. Maar volgens de oude definitie staan er nog veel jongeren langs de kant.