Direct naar artikelinhoud
Interview

Opgestapt Kamerlid PvdD: ‘Thieme regeert met ijzeren hand’

Femke Merel van Kooten is opgestapt bij de Partij voor de Dieren. Ze gaat door als zelfstandig Kamerlid. De partij van Marianne Thieme royeerde Van Kooten per direct.Beeld GUUS SCHOONEWILLE

Tweede Kamerlid Femke Merel van Kooten is deze week opgestapt bij de Partij voor de Dieren. Voor het eerst doet zij een boekje open over de ‘verziekte cultuur’ binnen de partij.

Ze schetst het beeld van een dierenpartij die zich in meerdere opzichten niet druk maakt om mensen. Medewerkers worden opgebrand - die kun je het beste ‘zo goed mogelijk uitbuiten’ - en politici worden niet geacht zich in te zetten voor ‘futiele mensendingen’. Dat mensen ondergeschikt zijn, ondervond Femke Merel van Kooten (35) zelf aan den lijve.

De geboorte van haar zoontje Olivier, in november vorig jaar, speelt een rol bij het besluit van het Tweede Kamerlid om de Partij voor de Dieren te verlaten. “Het was een moeizame, zware bevalling. Een week na de geboorte van Olivier werd ik opnieuw in het ziekenhuis opgenomen. Omdat het een vermoeiende tijd was, heb ik de fractie gevraagd of ik het de eerste twee weken na mijn zwangerschapsverlof wat rustiger aan kon doen. Even geen debatten in de avond, bijvoorbeeld.”

Partijleider Marianne Thieme reageert in eerste instantie welwillend op het verzoek. Maar na een fractieoverleg laat Thieme weten dat het beter is dat Van Kooten zich voor vier maanden ziek meldt, zodat zij goed kan herstellen én er een vervanger voor Van Kooten in de Kamer kan worden benoemd. “Ik was totaal verrast,” zegt Van Kooten. “Ik stond te popelen om weer aan het werk te gaan. Het enige wat ik vroeg is wat rustmomenten in de eerste weken. Ik zag het echt niet zitten om nog eens vier maanden thuis te zitten.”

Na wekenlang getouwtrek en gesprekken met dokters besluit Thieme dat Van Kooten dan toch maar moet beginnen. “Ze zei letterlijk dat ik dan maar op de rijdende trein moest springen. Dat was heel heftig. Ik voelde me totaal niet welkom.” Ook bleek dat een collega-Kamerlid had gezegd dat de fractie ‘geen halve krachten’ kon gebruiken. “Ik was woest, ik vond dat zo vrouwonvriendelijk.”

In maart 2017 werd Van Kooten gekozen in de Tweede Kamer. Door een forse verkiezingsoverwinning steeg de PvdD van twee naar vijf zetels. Zij stond op plek vijf, ze kreeg 6131 voorkeursstemmen. Van Kooten was geen onbekende binnen de partij: ze werkte als beleidsmedewerker in de Tweede en Eerste Kamer, was actief binnen de gemeenteraden van Utrecht en Den Haag en ze was lid van Provinciale Staten in Utrecht.

Haar man, Frank, steunde haar. Tijdens haar Kamerlidmaatschap zegde hij zelfs zijn baan op om haar te helpen. “Dat was ook wel nodig, want ik heb het acht maanden zonder beleidsmedewerker moeten doen. Net als de meeste medewerkers binnen de partij raakte ook die van mij overspannen.”

IJzeren hand

Dat is symptomatisch voor de cultuur binnen de PvdD, zegt Van Kooten. “Ik heb tientallen medewerkers zien komen en gaan. De werkdruk is gigantisch. Marianne Thieme regeert de partij met ijzeren hand. Wie niet hard genoeg werkt, moet het veld ruimen. Een collega-Kamerlid zei het normaal te vinden dat medewerkers na een jaar opgebrand zijn. Dan kun je ze maar beter zo goed mogelijk uitbuiten, was zijn boodschap.”

Toch is het niet de werkdruk waardoor Van Kooten is opgestapt. “Ik heb persoonlijke én politieke redenen,” zegt ze. Het kantelpunt is in mei 2018. Die maand verschijnt in het Reformatorisch Dagblad een artikel over de PvdD, waarin staat dat de partij zich steeds meer om mensen bekommert. De PvdD zou zich een breder profiel aanmeten en zich niet langer met alleen koeien, varkens en kippen bezighouden.

Femke Merel van Kooten in de Tweede Kamer.Beeld ANP

“Met dat artikel in de hand vertelde Marianne Thieme tijdens een fractieoverleg dat het zo niet langer kon. We gingen te veel op andere partijen lijken. We moesten meer actievoeren en terug naar de core: dier, natuur en milieu. Mensendingen waren voor mensenpartijen, zei ze.” Dat raakte Van Kooten, die in de Kamer het woord voerde over onder meer volksgezondheid, justitie en emancipatie.

“Ik denk dat de Partij voor de Dieren steeds meer kiezers aantrok, omdat wij verder keken dan de partijnaam lang is. Mensen voelen zich aangetrokken tot het brede gedachtegoed, het ‘Plan B’, voor een betere wereld met gelijke kansen en mededogen voor dieren én mensen. Maar op dat moment maakte de Tweede Kamerfractie de keuze om te gaan versmallen.”

Clash

De laatste tijd botste Van Kooten regelmatig met Thieme. Het werd haar niet in dank afgenomen dat ze aandacht gaf aan glucosemeters voor diabetespatiënten, rechten van asielkinderen, betogingen bij abortusklinieken en de emancipatie van lhbt-plussers en transgenders. “Mij werd letterlijk gevraagd waarom ik Kamervragen stelde over futiele mensendingen. Als ik me druk ging maken over diabetespatiënten, moesten we ons ook maar druk gaan maken om kankerpatiënten?”

Er knapt iets bij Van Kooten als het haar door Thieme wordt afgeraden om te debatteren over de rechten voor lhbt-plussers (mensen die lesbisch, homo- of biseksueel of transgender zijn, red.). “Daar begreep ik niets van. Wij zouden een partij moeten zijn die zich inzet voor achtergestelden in de samenleving, die problemen hebben. Thieme heeft ook altijd gezegd dat zij zich voor die mensen inzet.”

In een gesprek met Van Kooten zegt Thieme dat de partij ‘niets is verschuldigd aan de lhbt-gemeenschap’. “Volgens haar wilde de homogemeenschap na de oprichting van de PvdD niets van ons hebben, omdat wij soortverraad zouden hebben gepleegd door ons hard te maken voor dierenrechten. Ik viel echt van mijn stoel toen ze dat zei.”

In het begin van haar Kamerlidmaatschap wilde Van Kooten voor een motie stemmen waarmee de NIP-test voor alle zwangere vrouwen zou worden vergoed. De test, die onder meer het syndroom van Down bij ongeboren kinderen aantoont, draagt volgens Van Kooten bij aan de keuzevrijheid voor vrouwen. Maar de fractie eist dat zij tegenstemt. “Marianne Thieme vond dat dit een opmaat was naar een maakbare samenleving waarin alleen perfecte mensen welkom zijn. Maar ik vind dat iedere moeder, ongeacht haar inkomen, het recht heeft om te testen en een bewuste keuze te maken.”

Uiteindelijk moest Niko Koffeman, oprichter van de partij en fractievoorzitter in de Eerste Kamer, eraan te pas komen om Van Kooten over te halen om tegen te stemmen. “Het is een voorbeeld van een moment waarop ik in gewetensnood kwam, maar ik geen vrijheid kreeg om een eigen keuze te maken. Ik wil strijden voor mijn principes, maar dat lukte steeds slechter.”

Volgens Van Kooten heeft een select groepje mensen de touwtjes binnen de partij strak in handen. “Voor tegenspraak is geen ruimte. De sfeer binnen de fractie is al jaren verziekt. Ik ken veel medewerkers die eraan onderdoor zijn gegaan, die huilend op mijn werkkamer stonden.”

Geloof

Van Thieme en Koffeman is bekend dat zij lid zijn van de zevendedagsadventisten, een christelijk kerkgenootschap. In interviews hebben zij altijd benadrukt dat hun geloof en de politieke koers strikt gescheiden worden gehouden. Maar Van Kooten twijfelt daaraan. “Ik vind dat iedereen vrij moet zijn om te geloven, ook de partijtop, en dat dit niet ter discussie mag staan. Maar de laatste maanden ben ik op het gebied van abortus, homorechten en zelfs het verdedigen van de evolutietheorie tot de orde geroepen. Dat vind ik zeer discutabel.”

Thieme heeft Van Kooten deze week gewaarschuwd dat ze een ‘paria’ wordt door als zelfstandig Kamerlid in het parlement te blijven. “Het punt is dat ik mij ook al een paria in de fractie voelde. Kijk, ik heb ook overwogen om mijn zetel op te geven. Daar heb ik heel lang over nagedacht. Maar op het moment dat ik dat doe, komt er iemand anders in mijn plaats die zich helemaal zal moeten schikken naar de huidige fractie. Dat lost voor de PvdD-kiezer niets op. De Partij voor de Dieren is een gesloten fort en ik breek er nu uit.”

Reactie Thieme
De verwijten van Van Kooten zijn voorgelegd aan PvdD-leider Marianne Thieme. “Wij hebben geen enkele behoefte om te reageren op aantijgingen waarin niemand op de fractie zich herkent,” laat een partijwoordvoerder weten. “Wij zijn vanaf onze oprichting de emancipatiepartij bij uitstek. Wie anders beweert, heeft waarschijnlijk een eigen agenda, zeker wanneer van die kritiek nooit iets gebleken is in de vorm van alternatieve voorstellen op onze congressen, in het Kamerwerk of tijdens de fractievergaderingen.”