Direct naar artikelinhoud
drie vragenebola

Ebola, daar waren we toch vanaf? En twee andere vragen over de nieuwe epidemie in Congo

Een ebolapatiënt wordt opgenomen in een veldziekenhuis in Congo.Beeld REUTERS

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft officieel de internationale medische noodtoestand afgekondigd voor de ebola-uitbraak die al elf maanden woedt in de Democratische Republiek Congo. Kon dat niet wat eerder? De stand van zaken in drie vragen.

Ebola, daar waren we toch vanaf?

Een langzame, zelfs sluimerende uitbraak, wordt hij wel genoemd. Al sinds augustus woedt er een uitbraak van de gevreesde bloederkoorts in het noordoosten van de uitgestrekte Democratische Republiek Congo. Meer dan 1.600 mensen zijn er inmiddels aan overleden, ongeveer tweederde van de ruim 2.500 mensen die het virus opliepen. Het lukt de gezondheidsautoriteiten maar niet de ziekte onder controle te krijgen. Vooral sinds april is de uitbraak verhevigd, met tientallen nieuwe gevallen per dag.

Ebola heeft in Congo dan ook de ideale voedingsbodem gevonden. Tientallen milities vechten er om de macht, medische voorzieningen zijn er slecht en het onderlinge wantrouwen is er enorm. In februari werden nog twee ebolaklinieken in brand gestoken, en in april werd Richard Mouzouko Kiboung, een prominente WHO-epidemioloog, gedood bij een aanval op een kliniek in de stad Butembo.

Dat is heel anders dan in West-Afrika, waar men het gevreesde virus drie jaar geleden uiteindelijk op de knieën kreeg dankzij intensieve samenwerking met de bevolking en strikte quarantaines. Om een indruk te geven van de dagelijkse praktijk in DRC: in december besloot de landelijke kiesraad dat de steden Beni en Butembo wegens ebola niet konden meedoen aan de verkiezingen. De dag erop braken rellen uit en viel men medische posten aan. Op de radio verkondigde een oppositieleider dat ebola in een overheidslab was gemaakt om de bevolking van Beni uit te roeien.

Maar er is toch een vaccin?

Ja. Fabrikant Merck heeft een nog experimenteel vaccin, dat mensen tien dagen na toediening volledig immuun maakt tegen het virus. Het vaccin bestaat uit een voor de mens onschuldig veevirus dat is voorzien van de uitsteeksels van ebola. Daardoor raakt het immuunsysteem gealarmeerd tegen het echte ebolavirus.

Maar daarmee is de uitbraak nog niet beteugeld. Enkele honderdduizenden doses van het vaccin zijn er voorradig – een beetje afhankelijk van hoeveel je ervan verstrekt – en tot voor kort gebruikte de WHO die voor ‘ringvaccinatie’, het inenten van de directe contacten van patiënten. Vermoedelijk is dat de reden waarom de epidemie al zo lang voortsuddert zonder echt tot volle uitbarsting te komen. Nadeel: in de verscheurde republiek zijn lang niet alle contacten van patiënten zomaar te achterhalen, en ontlopen zelfs patiënten soms de autoriteiten.

Een tweede vaccin, van farmaciebedrijf Johnson & Johnson en mede ontwikkeld in Nederland, is alleen nog getest op vrijwilligers maar ligt wel klaar voor grootschalig gebruik. Alleen stribbelt de Congolese minister van gezondheid Oly Kalenga tegen: twee vaccins zouden de verdeeldheid onder het volk maar vergroten.

Had de WHO de noodtoestand niet wat eerder kunnen afkondigen?

Al drie keer overwoog de WHO afgelopen jaar de ebolacrisis in Congo formeel op te waarderen tot ‘Public Health Emergency of International Concern’, een volksgezondheidsgevaar van internationale omvang. Dat uitroepen van een internationale noodtoestand gebeurde vier keer eerder in de geschiedenis. De noodtoestand zou de internationale aandacht vergroten, de WHO de bevoegdheid geven om allerlei informatie op te eisen, en geld genereren bovendien. Zo stelde het Amerikaanse Congres in de maanden nadat de WHO de ebola-uitbraak van 2014-2016 in West-Afrika uitriep tot crisis 4,8 miljard euro beschikbaar voor bestrijding van de crisis.

Veel artsen reageerden dan ook geïrriteerd toen de WHO vorige maand nog steeds niets deed toen er twee besmettingen waren in Oeganda, van een grootmoeder en een 5-jarig kind die een begrafenis hadden bijgewoond in Congo. ‘We zitten hier op een lekkende gasfles te wachten tot er iemand een lucifer aansteekt’, mopperde epidemioloog Mike Osterholm tegen de vakpers.

Maar aan de noodsituatie zitten ook nadelen. Grenzen gaan dicht en luchtvaartmaatschappijen schrappen hun vluchten, wat ook voor de gezondheidswerkers zelf een groot nadeel is. Bovendien valt de handel stil, waardoor de sociale en economische problemen in het toch al verscheurde land zouden verergeren en wat plaatselijke leiders tegen de WHO zou opzetten.

Nu is er echter geen ontkomen meer aan. Eerder deze week werd het eerste ebolageval vastgesteld in Goma, een havenstad met 2 miljoen inwoners aan de grens met Rwanda. Tegelijk maakte de WHO bekend dat een vishandelaar aan ebola was overleden die terwijl ze al ziek was door Oeganda had gereisd. Dat zijn misschien al twee van de door epidemioloog Osterholm zo gevreesde lucifers.

Veelzeggend: ebola bereikte Goma met een besmette predikant die onderweg meerdere malen zijn naam had veranderd om de autoriteiten te ontlopen. In een land waar iedereen elkaar wantrouwt, is het de koortsdood die in zijn benige vuistje lacht.

Meer over ebola in Congo

Stemmende Congolezen snakken naar verandering

Hoe zit het eigenlijk in Congo met de politieke situatie? De stand van zaken in vijf vragen.

Ebolavaccin eindelijk een feit

Het middel van Merck blijkt in een test 100 procent effectief.

Verslag van het front tegen ebola

We interviewden een Nederlandse arts die het in een streekziekenhuis in Sierra Leone opnam tegen de griezelziekte.