Topblog van de Week: klauteren en klimmen in Madagaskar image

Topblog van de Week: klauteren en klimmen in Madagaskar

De Columbus Travel communityleden maken ontzettend mooie dingen mee op reis. Hun avonturen delen ze graag met ons in een blog. Wij kiezen wekelijks het Topblog van de Week. Ditmaal is de keuze gevallen op een blog waarin een een hele mooie reis beschreven wordt en waarbij ook nog eens prachtige beelden horen. Communitylid Jeroen neemt je mee op reis naar Madagaskar. 


Rotsachtig mooi! (Foto: Jeroen Kleiberg)

Topblog van de Week geschreven door communitylid Jeroenkleiberg

Honderden kilometers hebben we gefietst door de golvende Centrale Hooglanden van Madagaskar. Honderden kilometers door een landschap dat door mensenhanden is vormgegeven. Een landschap gecultiveerd voor de teelt van rijst. Een landschap waaruit bijna alle bomen zijn verdwenen, maar waar mensen overal aanwezig zijn. Nu dalen we langzaam maar zeker af naar een regio van rode aarde en termietenheuvels.

De dorpen en stadjes met bakstenen huizen maken plaats voor gehuchten van lemen huizen met stro-en daken. We passeren stadjes met onuitspreekbare namen als Ambohimahasoa en Ambatofinandrahana en Fianarantsoa. Zelfs de locals struikelen over deze onmogelijke namen. Afkorten is daarom heel normaal. Zo zijn we gestart in Tana en zijn we via Ambo, Amba en Fianar, over rode onverharde wegen in de regio Andringitra terecht gekomen.

Voor natuur moet je in Madagaskar in één van de bijna 40 beschermde gebieden zijn. Daar is nog de biodiversiteit te vinden waar het land beroemd om is. Daar zijn planten en dieren die nergens anders ter wereld te vinden zijn, waarvan de ruim 100 soorten maki’s de beroemdste zijn. Buiten de beschermde gebieden heeft de van rijst en zebu (het lokale rund) afhankelijke cultuur, geleid tot de ontbossing van het grootste deel van het land. De 10 procent die nog resteert, staat onder grote druk van de toenemende bevolking. Overal zijn mensen aan het hakken en zagen voor hout om op te koken. Hele stukken tegelijk worden afgebrand om plaats te maken voor terrassen vol met rijst.


Het kleine huis op de prairie (Foto: Jeroen Kleiberg)

We zijn blij dat we op een plek zijn aangekomen met meer bomen en beestjes dan mensen. In Andringitra lopen we door bossen vol ringstaartmaki’s die vrolijk piepen en knorren. Over paden van rode aangestampte aarde door hoge grassen, waarvan de zaden zich als kleine naalden door onze sokken boren. Op de top van de 1.600 meter hoge Kameleon genieten we van de stilte en het uitzicht op de roodbruine bergen met daartussen een paar van de hoogste toppen van Madagaskar. Lang blijven we niet alleen. Vanuit de diepte zien we iemand in een blauw jasje rennend de berg opkomen. Op een tiental meters bij ons vandaan gaat hij hijgend zitten. ‘Bonjour, ça va’, begroeten we elkaar beleefd. Met zijn geplastificeerde pasje en een jasje met de tekst ‘polis’ maakt hij een officiële indruk.

Het nadeel aan de nationale parken in Madagaskar is dat het niet de bedoeling is dat je er zelfstandig aan de wandel gaat. Paden zijn er maar beperkt en een gids is verplicht. In Ranomafana National Park lopen we met een gids een paar kilometer door het regenwoud om verschillende soorten maki’s en hagedissen te spotten. Van onze wens een flink eind te lopen komt niet veel terecht. Daarom kiezen we er in Andringitra voor om buiten het Nationale Park te blijven. Vrij wandelen op de hier goed aangegeven paden. Vrij als een vogel komen we zo terecht op de top van de Kameleon, waar we gezelschap krijgen van een verlegen jongeman met een officiële functie.

Na een half uur zwijgend bij elkaar te hebben gezeten gaan wij weer naar beneden. ‘Au revoir’ begroeten we elkaar weer beleefd. Na deze uitgebreide communicatie is de jongen niet meer van plan alleen op de top achter te blijven. Hebben we hier te maken met iemand die ons ongevraagd komt begeleiden en straks geld wil hebben omdat hij onze gids is geweest? Niet veel later snelt onze nieuwe vriend in het blauwe jasje ons weer voorbij. ‘Au revoir’ begroeten we elkaar weer vriendelijk gedag. Beneden in het dorp slaan we links en rechts door de stoffige rode straten langs de paar lemen huizen. Al snel hebben we gezelschap van onze vriend met het blauwe jasje die dit keer met versterking is gekomen.


Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet (Foto: Jeroen Kleiberg)

Als ware criminelen worden we verzocht mee te komen naar het lokale toeristenbureau. Hier wordt ons duidelijk gemaakt dat we in overtreding zijn. Het is dan wel niet het nationale park, hier is de regel dat er niet alleen wordt gewandeld. Het begeleiden van toeristen is de werkgelegenheid voor de lokale bevolking en daar kom geen speld tussen. Dit betekent dat zelfs een bezoekje aan een nabijgelegen dorp onder begeleiding moet worden ondernomen. In het kantoortje hangt een prijslijst om dit te onderstrepen. Het beklimmen van de Kameleon kost omgerekend 17 Euro en voor een begeleide wandeling door de dorpen moet een tientje worden betaald. Als ze hier vaker fietsers hadden gehad, was er vast iets bedacht om begeleid te moeten fietsen.

Maar ja, nu we er toch zijn: dit rauwe landschap van granieten boulders en kliffen vraagt om nog een wandeling. Eigenwijs als we zijn, willen we dit doen zonder gids en met een overnachting hoog in de bergen. Voor 25 Euro ontvangen we een ticket met een officiële stempel. Wij zien niet langer in overtreding. Voorzien van proviand en liters water gaan we omhoog. Het landschap is divers en vol verrassingen. Van het bos vol maki’s klauteren we langs verticale granieten wanden. Door palmbossen en over gladde steile hellingen gaan we helemaal naar boven. 

Bijna 1.100 meter hoger hebben we een panoramisch uitzicht over de wijde omgeving. Beschut tussen roodbruine stenen zetten we de tent en koken we de pasta. Niet veel later is het donker en schuift de Melkweg als een witte waas langzaam langs de hemel. Miljoenen sterren staan er te schitteren. De stilte is adembenemend. Diep beneden schijnen een handvol eenzame lichtpunten van de paar dorpen met maar beperkt elektriciteit.

De volgende dag glibberen en glijden we over onmogelijk steile hellingen nog verder naar boven. Uit spleten in het granieten massief horen we gesis en gefluit van de reusachtige kakkerlakken, waarmee de hagedissen zich hier voeren. De vegetatie bestaat uit vetplanten en caktussen. Om de route te volbrengen moeten we over de hoogste top. Meer dan eens knikken onze knieën en slaat onze hartslag een paar keer over. De route wordt aangegeven door her en der opgestapelde stenen. De uitgezette route lijkt suïcidaal. We beginnen te begrijpen dat een gids soms wel handig kan zijn.

Het pad loopt dood bovenop een granieten rots. Links, rechts en recht vooruit, valt de aarde honderden meters loodrecht naar beneden. Een misstap hier en we zijn er geweest. We besluiten dat we nog langer willen blijven leven. Dat we nog een stukje verder willen fietsen. Dat we nog andere delen van Madagaskar willen ontdekken. In plaats ons als lemmingen in de dood te storten, keren we om. Langs dezelfde lange weg weer terug. Terug naar onze bungalow tussen de apen en de bomen. Terug naar onze fietsen voor onze volgende etappe door Madagaskar.

Door je reisverhalen te delen inspireer jij anderen en krijg je misschien ook wel nieuwe ideeën door het lezen van andermans blogs. Ben jij al communitylid? Klik hier om je aan te melden en leg jouw leukste en spannende reisverhalen vast in een blog.