Direct naar artikelinhoud

NS komt overlevenden en nabestaanden Holocaust financieel tegemoet

De Nederlandse Spoorwegen trekken 40 tot 50 miljoen euro uit om overlevenden van de Holocaust en hun nabestaanden een vergoeding betalen.

Goederenwagons die waarschijnlijk voor de deportatie van Joden zijn gebruikt staan in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.Beeld EPA

De NS gaat Holocaustoverlevenden die met de treinen naar de concentratiekampen zijn vervoerd en hun directe nabestaanden een individuele schadevergoeding tussen de 5000 en 15.000 euro betalen. Het vervoersbedrijf volgt hiermee het advies van de eind vorig jaar in het leven geroepen Commissie ‘Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WOII Transporten NS’ onder leiding van Job Cohen.

NS-president-directeur Roger van Boxtel nam het advies van de commissie woensdag in het Spoorwegmuseum in Utrecht in ontvangst. Dat de NS bereid is tot individuele uitbetaling werd eind vorig jaar al bekend. Het gaat om weg­gevoerde Joden, Roma en Sinti, hun weduwen, weduwnaren en kinderen.

Naar schatting komen 6000 mensen hiervoor in aanmerking. Er is 40 tot 50 miljoen euro mee gemoeid. De tegemoetkomingen worden fiscaal niet belast.

Elke rit gedeclareerd

Er zijn drie categorieën: de eerste groep betreft de mensen die in de kampen hebben gezeten. Deze circa 500 mensen krijgen het hoogste bedrag: 15.000 euro. De andere groepen omvatten de weduwen en weduwnaren (7500 euro) en kinderen (5000 euro).

De NS heeft 2,5 miljoen euro verdiend aan het transport van meer dan 100.000 Joden naar kamp Westerbork, vanwaar ze naar de concentratiekampen werden vervoerd. Het geld werd onttrokken aan Joodse bezittingen en gelden via de roofbank Lippmann, Rosenthal & Co. “De NS heeft de ­bezetter daarvoor facturen gestuurd,” aldus Cohen. Elke rit werd gedeclareerd.

“Het was een buitengewoon ingewikkelde, zo niet onmogelijke taak vast te stellen welke mensen in aanmerking komen,” aldus commissievoorzitter Cohen. “Ook de hoogte van het bedrag was erg lastig. Een geldbedrag om leed te compenseren valt niet te noemen. Dit is dus een tegemoetkoming waarmee de NS deze mensen erkenning wil geven wat hen is aangedaan. Het besef blijft hoe het in hemelsnaam heeft kunnen gebeuren, zo kort geleden.”

Salo Muller

De onafhankelijke commissie werd opgericht nadat oud-Ajaxfysiotherapeut Salo Muller (83) zijn strijd voor individuele schadevergoedingen enkele jaren geleden in gang had gezet. Muller zat als kind in de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg nadat zijn ouders waren opgepakt. Zijn ouders werden door de NS naar de kampen vervoerd en in Auschwitz vermoord. Hij was een van de ongeveer 500 kinderen die uit de crèche werden gesmokkeld.

Muller voerde de afgelopen jaren gesprekken met de NS over het uitbetalen van de schade­vergoedingen. De NS koos uiteindelijk eieren voor zijn geld toen Muller besloot de strijd uit te vechten in de rechtbank.

Van Boxtel: “Ik wil graag Salo Muller bedanken. Hij heeft ons scherp aangesproken en scherp gehouden en ruimte geboden om na te denken over hoe de schadevergoeding vorm kan worden gegeven.”

De commissie zal alle aanvragen, die vanaf 1 augustus kunnen worden ingediend, beoordelen en ervoor zorgen dat de juiste mensen de vergoeding krijgen.

De NS, die de treinen op last van de Duitse bezetter liet rijden, beschouwt de Tweede Wereldoorlog ‘als een zwarte bladzijde’ in de geschiedenis van het bedrijf. In 2005 bood de NS zijn verontschuldigingen aan voor zijn rol tijdens de bezetting, maar van uitbetaling van individuele schadevergoedingen was geen sprake. Het vervoersbedrijf gaf de laatste jaren wel geld aan onder meer het Holocaust Museum in Amsterdam en Herinneringscentrum Kamp Westerbork.

De Franse spoorwegen gingen in 2014 over tot individuele uitbetalingen aan Joodse slacht­offers van de Holocaust.

Salo Muller: “Ik zit hier met een dubbel gevoel. Ik ben erg emotioneel, en blij dat de commissie uitgaat van individuele tegemoetkoming. Met de reden waarvoor dit gebeurt ben ik eigenlijk niet blij. Vele duizenden mensen voelen het leed nog. Maar ik ben blij dat ik gehoor heb gekregen bij NS.”

Vicevoorzitter Ronny Naftaniel van het Centraal Joods Overleg is blij dat er nu eindelijk een individuele regeling is voor een groep overlevenden en hun nabestaanden. “Ik vind het een behoorlijke vergoeding en een redelijke regeling. Het betreft wel een kleine groep mensen die aanspraak kan maken op deze vergoeding. Voor hele families die allemaal tegelijk zijn weggevoerd en van wie niemand is teruggekomen, moet ook iets worden gedaan. Dat zijn 102.000 mensen. De NS zou met de Joodse gemeenschap om tafel kunnen gaan zitten om te kijken of er ter nagedachtenis voor die groep nog iets gedaan kan worden.”

Aanvragen kunnen worden ingediend via www.commissietegemoetkomingns.nl.

De helpdesk is bereikbaar via 088-7926250.

‘Leed kun je niet vergoeden met geld’

Die vergoeding? Daar heb ik récht op, zegt Lex Wertheim (76), die midden in de oorlog, oktober 1942, werd geboren. De NS heeft er wat hem betreft erg lang mee gewacht: “Mijn vader en moeder pissen naast het potje.”

Met zijn ouders en één jaar oudere broer kwam hij in de Barneveldgroep terecht. Zijn vader, Jobs Wertheim, was een bekend beeldhouwer en stond daarom op een lijst van ruim zeshonderd Joodse Nederlanders, onder wie wetenschappers, kunstenaars, doktoren en industriëlen en hun families. De groep werd geïnterneerd in de gemeente Barneveld en zou vanwege ‘bijzondere verdiensten’ worden uitgezonderd van transport.

Toen de Barneveldgroep eind 1943 werd opgeheven, werd het gezin Wertheim samen met de andere Barnevelders, via Westerbork, in 1944 naar Theresienstadt vervoerd. In Theresienstadt heeft het gezin een half jaar gezeten. “Ja, diepe ellende,” zegt hij.

Het gezin Wertheim, zo zegt hij zelf, heeft vervolgens “bijzonder veel geluk” gehad. “We konden er uiteindelijk ontkomen, omdat we mee konden met een trein naar Zwitserland in februari 1945. Een Amerikaans-Joodse organisatie had geld ingezameld en kocht een groep Joden los. We waren er zelf allemaal slecht aan toe. Mijn broer had tbc en een bloedtransfusie gehad, ik had enorme oorontsteking en mijn moeder was ook niet in orde.”

Het Amsterdamse gezin keerde na de oorlog niet terug naar de hoofdstad. Ze gingen in een gekraakt pand in Laren wonen waar Wertheims tante en oom ook een huis hadden gevonden. Wertheims vader heeft na de oorlog het Monument van Joodse Erkentelijkheid, gemaakt als dankbetuiging voor de Amsterdammers die de Joodse bevolking hebben geholpen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Over de oorlog wil Wertheim niet praten. “Het speelt elke dag, die oorlog. Maar ik wil er niets over zeggen. Ik kijk ook geen films over de oorlog.”

Op het bedrag van 15.000 euro had hij niet meer gerekend. “De NS heeft erg vervelend gedaan over uitbetaling van individuele vergoedingen. Ze wilde er nooit aan toegeven, maar heeft dit nu onder druk gedaan.”

Een emotionele betekenis heeft het geld niet voor hem. “Leed kun je niet vergoeden met geld. Het is bovendien meer dan 75 jaar geleden. Ik ben aan één oor doof geworden. Nu begint ook het andere oor doof te worden. Dat hoorapparaat aan mijn ene oor is vergoed, maar dat geldt niet voor mijn andere oor. Dus met dat geld van de NS kan ik mooi een sjiek hoorapparaat kopen.”

Ook zijn broer, die in de Verenigde Staten woont, heeft recht op het geld. “Ik ga hem waarschuwen. Voor hem is het mooi nieuws. Hij zit een beetje krap bij kas.”