Direct naar artikelinhoud
NieuwsCO2-heffing

Kabinet stevent af op ‘voorzichtige’ CO2-heffing

Sledehonden trekken op 13 juni in Noordwest-Groenland door ijswater. Dit jaar begon het ijs al op 30 april te smelten, de op een na vroegste datum sinds de metingen begonnen zijn. Experts wijten dit aan de opwarming van de aarde door de uitstoot van CO2.Beeld AP

De coalitie werkt aan een beperkte belasting op de CO2-uitstoot van grote vervuilers. De ambitieuzere klimaatplannen van PvdA en zeker GroenLinks zijn voor het kabinet geen optie, omdat het risico op een vertrek van industriële productie uit Nederland dan te groot is.

en

De coalitie voelt zich gesterkt in de eigen aanpak door doorrekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Centraal Planbureau (CPB) die dinsdag naar buiten kwamen. Diverse varianten van het kabinet (vier) en de oppositie (GroenLinks: twee, PvdA: één) voor een CO2-belasting zijn daarbij onderzocht. 

De planbureaus concluderen dat bij de voorstellen van de linkse oppositie het risico groter is dat CO2-intensieve industrie en fossiele energiebedrijven hun productie deels naar het buitenland verplaatsen of hun boeltje helemaal oppakken. Met name bij de voorstellen van GroenLinks is de kans ‘substantieel’, aldus het PBL. De helft tot tweederde van de getroffen bedrijven zou kunnen vertrekken. Bij de voorstellen van de PvdA geldt dit voor eenzesde tot eenderde. 

De coalitie is niet meer van plan om te onderhandelen met de oppositie over de verdere uitwerking van de CO2-taks, hoewel zeker GroenLinks daar al langer op aandringt. Bij de regeringspartijen leeft de overtuiging dat Klaver uiteindelijk ook met een minder vergaande heffing zal instemmen, ook omdat de partij nu zelf geen aantrekkelijk alternatief lijkt te hebben. De steun van GroenLinks of PvdA is nodig om een meerderheid in de Eerste Kamer te krijgen voor de klimaatplannen.  

Winst

‘Het  is mooi om te zien dat in alle varianten de doelstellingen gehaald worden,’ meent D66-fractievoorzitter Rob Jetten. ‘Dat is winst ten opzichte van het klimaatakkoord, maar vooral bij GroenLinks schrik ik van het banenverlies in Nederland en de toename van CO2-uitstoot in andere landen.’  De D66’er ziet geen heil in nog een apart overleg met de oppositie over de juiste CO2-belasting. ‘Wat mij betreft rondt het kabinet nu snel af en hebben we nog voor de zomer een debat in de Tweede Kamer over het hele klimaatbeleid.’

GroenLinks meent dat de dinsdag geopenbaarde doorrekeningen een vertekend beeld geven. Volgens Kamerlid Tom van der Lee gaat het PBL te veel mee in de modellen van het bedrijfsleven. Ook meent hij dat de coalitie meer kans heeft gekregen om aanpassingen door te voeren. PvdA’er William Moorlach denkt eveneens dat er nog genoeg mogelijkheden zijn om de risico’s in de eigen plannen te verminderen. ‘Maar het is niet zo dat ik getrouwd ben met een bepaald model.’ 

Het PBL erkent dat de plannen van de oppositie nog bijgesteld kunnen worden. ‘Bij het kabinet lijkt het risico op CO2-weglek duidelijk lager, maar de maatregelen die GroenLinks en PvdA hiertegen willen nemen, zijn nog niet uitgewerkt’, aldus PBL-onderzoeker Robert Koelemeijer. ‘Daar valt dus nog maar beperkt iets over te zeggen.’ 

Heffingvrije voet

Anders dan bij de linkse oppositie is in de plannen van het kabinet sprake van een heffingvrije voet, waarbij bedrijven geen CO2-taks betalen zolang ze onder een bepaald niveau blijven. Wie boven de grens komt, wordt per ton CO2 belast. Het PBL heeft daarbij gekeken wat een ton moet kosten om de gewenste reductie van 14,3 megaton in 2030 te kunnen halen, maar de onzekerheidsmarge is daarbij groot. Er is slechts 50 procent kans dat de afgesproken reductie uiteindelijk ook wordt gehaald, aldus de planbureaus. 

Het kabinet heeft daarnaast ook een hybride variant ontwikkeld waarbij er naast de heffingsvrije voet wél een beperkte platte heffing komt op iedere ton uitstoot, van zo’n vijf euro. De kans dat de klimaatdoelstellingen worden gehaald, is dan groter.

Om bedrijven te helpen hun emissies terug te dringen, kunnen subsidies worden ingezet. Als er voldoende subsidie beschikbaar is, kan de heffing worden beperkt tot enkele tientjes per ton in 2030, aldus het PBL. Daarbij gaan de onderzoekers ervan uit dat bedrijven gebruik zullen maken van de mogelijkheid om onbelaste uitstootlimieten te verhandelen. ‘Bedrijven die goedkoop uitstoot kunnen reduceren en dat doen, krijgen een overschot dat ze weer kunnen verkopen aan een bedrijf waarvoor CO2-reductie duurder is’, zegt PBL-onderzoeker Koelemeijer. Komt dit handeltje niet op gang, dan volstaan de subsidies vermoedelijk niet, en gaan de heffingen omhoog tot 90 à 165 euro per ton in 2030, aldus het rapport.  

Negatieve effecten

Het bedrijfsleven reageert afwijzend op de voorstellen van zowel coalitie als oppositie. ‘Niemand kan overzien hoe groot de negatieve effecten van een CO2-heffing voor de industrie zijn, qua weglek van banen, CO2-uitstoot en de effecten op de welvaart’, aldus belangenbehartiger FME. Milieuorganisaties menen juist dat de doorrekeningen aantonen dat een CO2-belasting de beste manier is om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen.

Opmerkelijk is dat het PBL de rapportages dinsdag naar buiten bracht zonder reactie van het kabinet. Daarvoor had minister Wiebes twintig dagen de tijd gekregen, nadat de berekeningen klaar waren – maar die termijn was dinsdag verstreken, aldus een woordvoerder, waarop tot publicatie werd overgegaan.