Direct naar artikelinhoud

Docent Madeleine van Cann brengt haar leerlingen bij dat er meer is in het leven dan optimaal presteren

Madeleine van CannBeeld Lars van den Brink

Welk verhaal geeft uw leven zin? In deze reeks vertellen Trouw-lezers hun zingevingsverhalen. Vandaag: Madeleine van Cann (36). ‘Ik ervaar zin door tieners te leren kijken naar hoe anderen zin aan hun leven geven.’

Mevrouw, is dit goed zo?’ vraagt een veertienjarige leerling.  ‘Wat vind je er zelf van?’ ‘Ik weet niet … Kunt u het even lezen en dan zeggen wat er beter kan?’ ‘Vind je zelf dat het nog beter kan?’ ‘Nou ja,’ antwoordt de leerling, ‘het kan natuurlijk altijd beter, dus misschien kunt u me een tip geven?’

“Ik ben docent levensbeschouwing en filosofie in de onderbouw van een havo-vwo- school in Amstelveen. Ik ervaar zin door tieners te leren kijken naar hoe anderen zin aan hun leven geven. En door met ze te praten over hun eigen zingeving of zinmaking.

Maar je bent toch op school om dingen te leren, het is logisch dat je nog niet alles kunt

“Hoewel ik niet gelovig ben opgevoed, ben ik als kind al gefascineerd geraakt door godsdienst en zingeving in het algemeen en dan vooral in de vraag: hoe gaan mensen om met het leven? Daarom ben ik religiestudies gaan studeren.”

Godsdiensten

“Voor de leerlingen spreekt het niet vanzelf dat we de godsdiensten behandelen. Daarom begin ik altijd met cijfers op het bord te zetten: hoeveel christenen zijn er in de wereld, moslims, joden, hindoes? We concluderen: zeker driekwart van de wereld gelooft, is godsdienstig van huis uit. De leerlingen vallen van hun stoel van verbazing. We behandelen ook ethiek: wat is goed handelen? Maar het mooist blijven de toevallige klassegesprekken. Al pratend komen we deze keer op de vraag waarom we tegenwoordig alles zo goed moeten doen.

Mijn leerlingen krijgen van huis uit aangeleerd dat ze hun best moeten doen om zo ver mogelijk te komen in het leven

“In plaats van haar werk te gaan lezen en haar aanwijzingen te geven, zeg ik: ‘Ik merk dat je het graag goed wil doen’. De leerlinge knikt. ‘Wat zou er gebeuren, als je dit niet perfect hebt gedaan?’ ‘Dan krijg ik een lager cijfer.’ ‘Ja,’ zeg ik, ‘maar je weet zelf ook dat dit geen onvoldoende zal worden’. ‘Nee,’ antwoordt de leerlinge, ‘maar ik wil graag een zo hoog mogelijk cijfer.’ ‘Waarom?’ ‘Ja, mevrouw, dat is toch logisch? Hoe hoger hoe beter.’ ‘Je kunt toch niet alles perfect doen?’ ‘Ik kan het wel proberen.’ ‘Maar je bent toch op school om dingen te leren, het is logisch dat je nog niet alles kunt.’ ‘Nou ja … Ik vind het ook oké als ik af en toe fouten maak als ik daar dan van leer zodat ik het de volgende keer beter doe.’ ‘Zodat je uiteindelijk alles toch perfect kunt, bedoel je?’

“Dit gesprek hoort echt bij onze tijd. Mijn vak is: hoe gaan mensen om met de vragen van het leven; hoe geven zij zin aan dat leven? Mijn leerlingen hebben een hoog niveau: havo, vwo en vwo-plus. Zij krijgen van huis uit aangeleerd dat ze hun best moeten doen om zo ver mogelijk te komen in het leven. Dat betekent een goede baan en genoeg geld om te kunnen doen wat je wilt. Flink wat leerlingen ervaren grote druk om te voldoen aan alle eisen.

“Die stress heeft gevolgen. Onlangs stond in Trouw dat er jaarlijks dertienhonderd nieuwe gevallen van anorexia bijkomen. Het zorgteam van onze school vertelde ons, docenten, laatst dat ook wij meer gevallen van anorexia hebben dan vijf of tien jaar geleden. Vooral onder meisjes. Anorexia houdt vaak verband met perfectionisme en prestatiedruk. Of wij daarop willen letten. Dat probeer ik in mijn lessen filosofie dan ook te doen, want vooral gymnasiumleerlingen willen graag een tien halen.”

Denken en doen

“Om dit soort leerlingen op een andere manier uit te dagen, geven we alleen aan het gymnasium een vak dat we zelf gemaakt hebben: ‘denken en doen; praktische filosofie voor de onderbouw’. Daarbij zeggen wij niet van tevoren waaraan de leerlingen moeten voldoen. Zij mogen dat zelf formuleren. Zoals nu.

“Ik probeer van de leerling te weten te komen waaróm ze dan overal goed in wil zijn. Zij antwoordt: ‘Het is leuk om goed te zijn in dingen. Dan kunnen m’n ouders trots zijn en ik kan trots zijn op mezelf. Dan heb ik het goed gedaan. Ik wil ook niet slechter zijn dan m’n vriendinnen.’

Kinderen uit hoogopgeleide milieus hebben aan alle kanten ingehuurde dure hulptroepen om zich heen verzameld, waardoor de druk om te presteren nog sterker wordt

“Omdat ons vak ‘denken en doen’ ontworpen is om de leerlingen uit hun comfortzone te trekken, vind ik het zinvol telkens opnieuw vraagtekens bij hun antwoorden te plaatsen. Probeerde ik net te weten te komen waarom ze per se overal goed in willen zijn, nu wil ik begrijpen waarom ze niet slechter mogen zijn dan hun vriendinnen.

“‘Dan lijk ik dommer’, antwoordt ze. ‘Maar stel dat je dommer zou zijn dan je vriendinnen, waarom is dat dan erg?’ ‘Ehm … dan ben ik dus minder dan zij.’ ‘Minder?’ ‘Een minder goed persoon.’ ‘Bedoel je dat domme mensen minderwaardige mensen zijn?’ ‘Ja, precies.’

Minderwaardig

“Wat je tegenwoordig ziet, is dat kinderen uit hoogopgeleide milieus ook aan alle kanten ingehuurde dure hulptroepen om zich heen hebben verzameld, waardoor de druk te presteren nog sterker wordt. Want ja, je wilt al die mensen niet teleurstellen. En dan is er naast school een sport die intensief beoefend wordt. En op sociale media willen kinderen zichzelf steeds interessant en aantrekkelijk voordoen. Dan is het begrijpelijk dat ze het gevoel hebben niet ‘minderwaardig’ te mogen zijn.’

“Dus vraag ik: ‘En dat wil je niet zijn, een minderwaardig iemand.’ ‘Nee, natuurlijk niet!’ ‘Waarom niet?’ ‘Dat zou toch erg zijn! Als ik een minderwaardig mens ben dan is mijn leven toch een soort van mislukt.’

“Soms lukt het me, dan gaan leerlingen inzien dat er meer is in het leven dan optimaal presteren. Ook nu hoop ik dat te bereiken. Daarom trek ik een verregaande conclusie: ‘Dus als je deze opdracht niet perfect maakt, is jouw leven toch een soort van mislukt.’

“‘Nou ja,’ zegt de leerlinge, ‘dat klinkt wel weer erg heftig mevrouw.’ Ze zwijgt even. Dan zegt ze: ‘U gaat me geen tip geven hè?’”

Heeft u ook een zingevingsverhaal te vertellen en wilt u dat delen? mail dan naar:  zingeving@trouw.nl.

In de verhalenreeks ‘Zin in het alledaagse’ vertellen Trouw-lezers hoe ze zin geven aan hun bestaan. Andere afleveringen leest u hier terug. Heeft u ook een zingevingsverhaal te vertellen en wilt u dat delen? Mail dan naar: zingeving@trouw.nl.