Direct naar artikelinhoud
ProfielJoost Röselaers

‘We zijn heel goed in het vermijden van God’

Vierhonderd jaar nadat ze uit de protestantse kerk werden gegooid, zijn de vrijzinnige remonstranten nog steeds een buitenbeentje. Tot hun spijt krijgen orthodoxe christenen steeds meer macht. 

Bij de Synode van Dordrecht (1618-1619) werden remonstranten uit de kerk verbannen.Beeld RV

Op de vierhonderdste sterfdag van Johan van ­Oldenbarnevelt, op 13 mei, moest de remonstrantse predikant Joost Röselaers (39) in Den Haag zijn. Hij nam de gelegenheid te baat voor een wandeling – ‘geen bedevaart’ – naar het standbeeld van de zittende Van Oldenbarnevelt aan de Lange Vijverberg. Om te zien of er, als eerbetoon aan de raadspensionaris, bloemen bij de sokkel waren gelegd. Of anders wel om zelf een stille hulde aan hem te brengen.

Het lot van Van Oldenbarnevelt hangt tenslotte nauw samen met dat van de remonstranten, aanhangers van de (destijds gewaagde) opvatting dat de mens zelf enige invloed heeft op zijn zieleheil. Hij stond de Hollandse steden toe soldaten (waardgelders) in te huren om de geloofsvrijheid van de remonstranten te waarborgen. Daarmee ging Van Oldenbarnevelt in tegen de (predestinatie-) leer van de orthodoxe calvinisten dat alleen God de mens van zonden kon bevrijden en betwistte hij – erger nog – het machtsmonopolie van stadhouder prins Maurits. Dit werd als hoogverraad aangemerkt – met alle akelige gevolgen van dien.

Van Oldenbarnevelt werd ter dood veroordeeld. En de remonstranten werden letterlijk uit de Synode (kerkvergadering) van Dordrecht verjaagd met de (Latijnse) woorden ite, ite: ‘gaat heen, gaat heen’ – of ‘donder op!’ Zij hergroepeerden zich in ­Antwerpen rondom de gewezen hofpredikant Johannes Uytenbogaert. Niet als nieuw kerkgenootschap, maar als zogenoemde broederschap. En dat is nog steeds hun officiële naam: Remonstrantse Broederschap – al verzet het streven naar genderneutraliteit zich tegen het gebruik van dat laatste woord.

Alsnog erkenning voor het leed

Vierhonderd jaar na deze drama’s op ‘het protestantse erf’ heeft de ­secretaris van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), René de Reuver, het leed dat de remonstranten destijds is aangedaan alsnog erkend. Een verontschuldiging sprak hij tijdens een verzoeningsbijeenkomst in het Utrechtse Catharijneconvent niet uit.

De remonstranten hadden daar niet om gevraagd en de orthodoxe vleugel binnen de PKN zou daar aanstoot aan hebben genomen. Om dezelfde reden handhaaft de PKN de ­zogenoemde Dordtse Leerregels, waarin vijf opvattingen van de remonstranten worden weerlegd. De orthodoxe protestanten zijn daar sterk aan gehecht omdat zij de remonstranten onverkort als aanhangers van een dwaalleer beschouwen.

Dat de Synode van Dordrecht nog steeds als de bepalende gebeurtenis voor protestants Nederland wordt aangemerkt, blijkt ook uit de naam van de festiviteiten in het huidige herdenkingsjaar: ‘Ode aan de ­Synode’. Die woordkeus getuigt niet van een overmaat aan begrip voor de bedenkingen bij de remonstranten, zegt Röselaers. ‘Wij zijn eruit gegooid en er is iemand onthoofd. Wat ons ­betreft verdient de synode dus geen ode.’

Dat de remonstranten zich zullen aansluiten bij de PKN – een regenboogcoalitie van uiteenlopende protestantse stromingen – ligt dus niet in de rede, zegt Röselaers, ‘inhoudelijk voorman’ van de geloofsgemeenschap. ‘Ook niet om strategische ­redenen: onze aanwas bestaat ten dele uit teleurgestelde PKN’ers. Dan moet je denken aan mensen die het betreuren dat een homohuwelijk bij de PKN-kerken nog steeds niet kan worden ingezegend.’ En teleurgestelde katholieken? ‘Die komen ook naar ons toe, maar voor velen zijn wij toch een stap te ver.’

De Remonstrantse Broederschap wordt wel aangemerkt als de laatste tussenstop op weg naar de uitgang van de kerk. En die kenschets ‘klopt helaas’, zegt Röselaers. ‘We zijn de geloofsgemeenschap van de laatste generatie christenen. Hun kinderen zijn doorgaans niet meer kerkelijk actief. Het zijn vaak goede mensen met ethisch besef. Je ziet hen vaak bij organisaties als Amnesty, maar niet bij ons of bij een andere geloofsgemeenschap.’

Joost Röselaers 'Inhoudelijk voorman' remonstrantenBeeld RV

Goed in het vermijden van de naam van God

Dat is het lot van vrijzinnigen, zeggen orthodoxe gelovigen. Zij relativeren de geloofswaarheden zodanig dat ze de gelovige geen thuishaven kunnen bieden en de zoekende mens geen houvast. En ook dat klopt tot op zekere hoogte, erkent Röselaers. ‘We zijn heel goed in het vermijden van de naam van God, want God maakt een dienst of viering al snel te verheven. We spreken mensen op hun ratio aan. Niet met kulpreken van vijf minuten met een paar anekdotes of verwijzingen naar de krant van vandaag, maar met een preek van zeker twintig minuten waarin ten minste vijf dichters en filosofen worden genoemd. De Bijbel is daarbij het kader, want zonder die dimensie wordt het wel wat plat allemaal. Maar de Bijbel is niet per se het vertrekpunt.’

Zo zitten de remonstranten nu eenmaal in elkaar. ‘Als vrijzinnigen moeten we ons dan ook in alle eerlijkheid afvragen: wat hebben wij nog te bieden? Als je een zoekende ziel bent en je komt met mij in gesprek, dan help ik je graag met zoeken. Maar lang niet iedereen heeft er zin in om voortdurend te blijven zoeken.’

Enkele decennia geleden gingen de remonstranten er nog, enigszins gemakzuchtig, van uit dat de hele kerk uiteindelijk vrijzinnig zou worden. Zoals de hele samenleving uiteindelijk verworvenheden als homohuwelijk, abortus en euthanasie zou omhelzen. Daar zijn ze onderhand wel op teruggekomen. ‘De orthodoxen doen niet aan twijfel, en daarmee voorzien zij in een aanhoudende – misschien wel groeiende behoefte. Voor ons is het moeilijk om daar iets tegenover te stellen. Dat is altijd ons lot geweest. En daardoor zijn we ook altijd klein geweest. Maar we moeten wel groot genoeg blijven om ertoe te kunnen blijven doen.’

Yoga, fitness en de dimensie van het geloof

Met dat oogmerk bieden de remonstranten sinds een jaar of veertig de mogelijkheid om ‘vriend’(sympathisant) te worden van de broederschap. ‘Je bent vriend van het Mauritshuis of van de VPRO, dus waarom niet van de remonstranten?’ Inmiddels zijn er beduidend meer nieuwe vrienden dan leden en is er in de praktijk nauwelijks verschil tussen beide. Bij elkaar gaat het om ongeveer vijfduizend mensen – ‘een verrassend stabiel aantal’, vindt Röselaers.

Voor die leden en vrienden is de kerkdienst doorgaans niet de enige kern van hun spirituele leven. ‘Onze gespreksgroepen, waar de kernvragen over het leven aan de orde komen, worden beter bezocht. Yoga en fitness kunnen kleine antwoorden bieden op die vragen, op maandagavond tussen zeven en acht. Wij voegen daar de dimensie van het geloof aan toe.’ Daarnaast zijn de remonstranten meer werk gaan maken van rituelen rondom geboorte, huwelijk, scheiding, euthanasie en andere bepalende momenten in een mensenleven. ‘Zo’n ritueel rondom het loslaten van het leven zou je kunnen zien als een vertaling van het laatste sacrament bij de rooms-katholieken.’

‘De behoefte aan religie is enorm’, zegt Röselaers. ‘Het is zonde, voor beide kanten, als de kerk hier niet in kan voorzien. Volgens de Franse schrijver Michel Houellebecq gaat de orthodoxe islam die leegte vullen. In 1619 was er een strijd gaande tussen rekkelijken en preciezen. Vierhonderd jaar later is dat dus nog steeds het geval, in vrijwel alle religies en in de politiek. De rekkelijken bevinden zich in zwaar weer, zij moeten zich als het ware weer opnieuw uitvinden. Het is te hopen dat dat gebeurt, anders zijn we definitief overgeleverd aan de grillen van de preciezen.’