Direct naar artikelinhoud
Nieuwsbeleggingstrend

Bijna gratis lenen én een goed gevoel: Nederland haakt aan bij groene obligatiemode

Met haar allereerste ‘groene obligatie’ profiteert de Nederlandse overheid vandaag van dé internationale beleggingstrend: spotgoedkoop lenen, inclusief gratis duurzaam imago. Is de groene-obligatiemode de toekomst, of vooral handige p.r.?

De grootste fietsenstalling ter wereld met 12.500 plekken, bij Utrecht Centraal, wordt gefinancierd met groene obligaties.Beeld Katja Poelwijk

De grootste fietsenstalling ter wereld – 12.500 plekken bij Utrecht Centraal – wordt ermee betaald. Net als de versterking van de Afsluitdijk en een proef met het isoleren van 172 tochtige huurwoningen in Hengelo. Het geld hiervoor heeft de Nederlandse staat vandaag gunstig geleend met haar allereerste ‘groene obligatie’. In totaal haalde het hiervoor verantwoordelijke Agentschap een kleine 6 miljard euro op. Dat had net zo goed ruim drie keer zo veel kunnen zijn: zo groot bleek de belangstelling onder beleggers.

Groene obligaties zijn een trend. Kredietbeoordelaars S&P en Moody’s verwachten dat er dit jaar een recordbedrag mee geleend wordt van 180 tot 200 miljard dollar. Dat is nog altijd een fractie van de totale markt voor bedrijfs- en staatsschulden, maar de voormalige niche groeit razendsnel. Daarbij heeft Nederland een primeur. Hoewel landen als België, Frankrijk en Ierland er eerder bij waren, meldt zich nu voor het eerst een overheid met een goudgerande ‘triple A-rating’. Die allerbeste kredietbeoordeling is een krachtig signaal naar beleggers toe dat dit een extreem veilige investering is. 

Spotgoedkoop geld

Toch zorgen de groene obligaties er niet voor dat bedrijven of landen als Nederland ineens duurzamer worden. Het gaat om uitgaven die al in het verschiet lagen. Nu krijgen ze een groene sticker. De reden hiervoor is de enorme vraag naar verantwoorde beleggingen. ‘Investeerders willen steeds meer geld steken in duurzame projecten’, legde minister Wopke Hoekstra van Financiën eind vorig jaar uit bij de aankondiging van de groene obligaties. ‘Als Nederlandse pensioenfondsen, verzekeraars en banken nu in veilige groene staatsobligaties willen beleggen, moeten ze uitwijken naar buitenlandse aanbieders.’

Van de uitgaven door de Nederlandse overheid komt jaarlijks 3,5 tot 5 miljard euro in aanmerking voor zo’n groene financiering. De overweldigende populariteit zorgt ervoor dat dit geld spotgoedkoop geleend kan worden, tegen gunstige voorwaarden. Zo heeft de Nederlandse groene obligatie een looptijd van maar liefst twintig jaar. Al die tijd weet de overheid zich verzekerd van een gunstige rente – beleggers krijgen jaarlijks een vergoeding uitbetaald van 0,5 procent, fors minder dan de inflatie.

‘Greenwashing’

De grote vraag waarover deskundigen ondertussen steggelen, is of de groene-obligatietrend echt helpt de klimaatverandering te stoppen. Of vormt het een handig uithangbord voor staten en bedrijven die zich van hun groene kant willen laten zien? Op de langere termijn kan een lagere rente voor groene projecten de klimaataanpak zeker stimuleren, zo is de verwachting. Maar voorlopig is het gevaar van greenwashing allerminst denkbeeldig.

Daarbij is de ene groene lening de andere niet. Minister Hoekstra sprak in april van een ‘donkergroene obligatie’. Die wordt gecertificeerd door het Climate Bonds Initiative. Bovendien zal de staat elk jaar verantwoording afleggen aan beleggers over wat er met hun geld gedaan is. Dat is niet vanzelfsprekend. Inmiddels is een wirwar aan groene keurmerken ontstaan. Daarbij lenen ook landen met een twijfelachtige reputatie als Polen en Nigeria duurzaam geld.

Nog meer scepsis was er in 2017 toen Repsol, de Spaanse olie- en gasgigant, met een groene obligatie kwam. Het geld zou gebruikt worden om bestaande installaties te verduurzamen. Of dat onder de streep de klimaatverandering zal tegengaan? Het is niet minder omstreden dan de 500 miljoen euro aan groene leningen die een ander, Nederlands bedrijf eind vorig jaar ophaalde. Luchthaven Schiphol zegt het geld te gebruiken om onder meer haar kantoren en terminals klimaatneutraal te maken.