AIVD: na vier heftige jaren van ISIS-geweld was 2018 relatief rustig
Den Haag
In het dinsdag verschenen rapport ‘Doelwitten in beeld, Vijftien jaar jihadistische aanslagen in het Westen’ telt de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst de laatste vijftien jaar 112 jihadistische aanslagen in Westerse landen: Europa, Australië en Noord-Amerika. Zeventig procent van de aanslagen vond plaats in vier landen: Frankrijk, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
kalifaat
De AIVD maakt een onderscheid tussen de periode 2004-2013 en de laatste vijf jaar. Driekwart van de aanslagen zijn vanaf 2014 gepleegd door of door toedoen van al-Qaeda en vooral ISIS. Na de ondergang van het kalifaat nemen de aanslagen vooral in Europa af. Volgens AIVD-topman Dick Schoof is er een luwte in de aanslagen, maar dat geldt vooralsnog. De verbinding tussen ISIS in het kalifaat in Syrië en Irak en Europa is verbroken en de potentiële terroristen zijn tijdelijk ‘gedesoriënteerd’, zei hij op Radio 1.
De AIVD denkt dat er na hergroepering van terugkeerders, ex-gedetineerden en nieuwe aanhangers wel degelijk kans is op nieuwe aanslagen. De aanhouding van de Arnhem-groep, zeven Nederlandse jihadisten met concrete aanslagplannen, in september vorig jaar, was al een voorteken.
Van de 112 geanalyseerde aanslagen was 76 procent succesvol; schade en slachtoffers waren het gevolg. De laatste vijf jaar steeg dat naar 84. Bij twaalf procent vielen meer dan vijftig doden of gewonden, bij vier procent meer dan honderd.
Vooral in de periode 2014-2018 vonden de grote aanslagen plaats in Madrid, Londen, Parijs, Brussel, Manchester en Berlijn.
Van alle aanslagen werd tachtig procent gepleegd door één dader. Vaak gebeurde dat met een steekwapen: in 41 procent van de gevallen. Explosieven werden in de eerste tien jaar nog relatief veel gebruikt, daarna veel minder.
De trend was de laatste jaren inzet van een voertuig dat op mensen inrijdt. Dat veroorzaakte naast de gerichtheid van aanslagen op overheidsgebouwen en geüniformeerd personeel ook steeds meer burgerslachtoffers. Een derde van de aanslagen vond plaats op vrij toegankelijke locaties, waar willekeurige voorbijgangers of aanwezigen het slachtoffer werden.
Thalys
In Nederland vonden in de afgelopen vijftien jaar twee aanslagen plaats en twee pogingen tot een aanslag tijdens vervoer van of naar ons land. Op 2 november 2004 werd in Amsterdam de filmmaker Theo van Gogh vermoord. De tweede aanslag, op station Amsterdam Centraal vond plaats op 31 augustus 2018. Een man stak toen twee Amerikanen van Eritrese afkomst neer. Daarnaast waren er de aanslagen op de Thalys-trein tussen Amsterdam en Parijs op 21 augustus 2015, waarbij enkele gewonden vielen, en de mislukte aanslag op een vlucht van Northwest Airlines van Schiphol naar Detroit op 25 december 2009.
De schietpartij in de Utrechtse sneltram op 18 maart dit jaar, waarbij vier doden en twaalf gewonden vielen, valt buiten de periode die de AIVD hanteert. Ook aanslagen van separatistische, extreemlinkse of extreemrechtse natuur werden niet meegenomen in het AIVD-rapport.
In totaal kostten de aanslagen van 2004 tot en met 2018 ver over de duizend doden in de westerse wereld. Dat lijkt veel, maar in de periode 1970-1990 zorgden vooral gijzelingen en vliegtuigkapingen ook voor veel slachtoffers; in Nederland kwamen toen 26 mensen om, door Molukse acties, IRA, RAF en Nederlandse linkse bewegingen. <