Direct naar artikelinhoud

Wubbo Ockels bleek behalve een held ook een onuitstaanbare vent

Han Lips schrijft doordeweeks over wat hem is opgevallen op televisie. Vandaag: Ockels’ Erfenis.

Ockels’ erfenis, NPO 2.Beeld -

Wubbo Ockels had nogal wat om trots op te zijn: hij was de Nederlander in de ruimte, vond allemaal ingewikkelde dingen uit en preekte het duurzaamheidsevangelie al toen Al Gore nog dacht dat hij president van de VS ging worden. Zaterdag, vijf jaar na zijn overlijden, zond BNNVara de documentaire Ockels’ Erfenis uit. Die titel deed een hagiografie vermoeden, maar het tegendeel bleek het geval. Ockels bleek een behoorlijk onuitstaanbare vent te zijn geweest, zag Lips.

Ja, hij had een tomeloze energie. Was een visionair. En zijn engagement met en zorgen over de planeet waren heus oprecht. Maar Ockels was ook een ijdeltuit en een ­ruziemaker. “Samenwerken met Wubbo ging alleen als Wubbo gelijk kreeg,” zei zijn dochter. “Of Wubbo bescheiden was? Nee, dat zou ik niet zo snel zeggen,” zei zijn vrouw. Zakelijk was hij ook al niet: voor zijn uitvindingen vroeg hij patenten aan. Die kostten hem een vermogen, maar rijk werd hij er niet mee. “Als de uitvinding was gedaan, was voor Wubbo de lol er af. Vanaf dan was het alleen maar betalen, betalen, betalen.”

Ockels verzon aan de lopende band nieuwe dingen, die de aarde van de ondergang moesten redden, maar ondertussen ging zijn gezin eraan onderdoor. “Hij was meer ­betrokken bij zijn studenten en zijn projecten dan bij zijn familie,” zei zijn zoon, die aan de drugs verslaafd raakte. “Godsamme, waar was jij?” had hij zijn vader verweten.

Lips vond het verfrissend, een in memoriam waarin ­iemand niet als heilige werd neergezet, maar als mens, die naast zijn grote verdiensten ook tekortkomingen en nukken had. Het maakte een mens van de astronaut. En wat was nou zijn nalatenschap? “Het verhaal,” had hij zelf gezegd. “Materiële dingen verroesten, verweren, gaan weg, maar een goed verhaal blijft.”