Direct naar artikelinhoud
rechtbankreportagecorruptie oud-commissaris

Oud-politiecommissaris staat terecht voor fraude en corruptie: ‘Ik handelde juist naar eer en geweten’

Het politiebureau aan de Mathildelaan, Eindhoven.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Een voormalig politiecommissaris van de eenheid Oost-Brabant zou niet vies zijn geweest van giften en dure uitjes. Maandag hoorde hij een werkstraf tegen zich eisen. Als het aan het OM ligt levert hij zijn financiële voordeel weer in. 

De officier van justitie beschuldigt oud-politiecommissaris Peter van den E. (58) van corruptie – hij zou giften hebben aangenomen van medeverdachte Otto V. (53)  ‘Deze ondernemer heeft de politiecommissaris onder meer reisjes en aandelen geschonken zodat de commissaris V.’s bedrijf bevoordeelde bij de aanschaf van camera- en detectieapparatuur voor de politie. Beiden worden ook verdacht van betrokkenheid bij valse facturen.’

De rechter: ‘U was voorzitter van een stichting voor cameratoezicht – waarom presenteerde u zichzelf op podia in uw politie-uniform?’

Oud-politiecommissaris Van den E.: ‘Ik stond nog bij de politie op de loonlijst, maar droeg mijn uniform alleen om prijzen in ontvangst te nemen.’

Rechter: ‘Gaby van den Biggelaar (overheidsadviseur, red.) heeft een heel kritisch rapport over uw integriteit geschreven.’

Van den E.: ‘Dat is een waardeloos rapport. Zij begrijpt niet hoe de publiek-private wereld in elkaar zit. Ik handel juist altijd naar eer en geweten.’

Rechter: ‘Ze schrijft dat u moet oppassen voor de schijn van belangenverstrengeling. Bij uw stichting, Criminee, was een grote verwevenheid van personen, bedrijven en geldstromen.’

Van den E.: ‘Ze onderzocht niets. Ze schreef alleen op wat mensen haar vertelden. En ik zat toen in een moeilijke periode – mijn moeder was ongeneeslijk ziek.’ (Verdachte huilt).

Rechter: ‘Wie maakte de filmpjes voor uw stichting?’

Van den E.: ‘Mijn zoon Etiënne. Anderen hebben kandidaten voordragen, en mijn zoon kwam daar als beste uit.’

Rechter: ‘Snapt u de commotie die daarover is ontstaan?’

Van den E.: ‘Nee. Iedereen wist ervan, dat ging heel transparant. Maar achteraf gezien was dat misschien niet zo heel slim.’

Rechter: ‘Meneer V., u zou een iPad aan meneer Van den E. hebben geschonken.’

Verdachte V.: ‘We stonden in een shoppingcenter in de VS. Mijn vrouw en kinderen wilden graag een iPad. Omdat mijn koffer vol zat, vroeg ik Peter: kun jij nog een iPad meenemen? Dat heeft-ie gedaan.’

Le Mans

Rechter: ‘In 2010 ging u beiden naar een raceweekend in Lommel en in Le Mans.’

Van den E.: ‘Lommel was gewoon een netwerkbijeenkomst met een sportief tintje – gewoon leuk om in zo’n raceauto rond te rijden. Tijdens de lunch praatten we over het werk. Le Mans was een privéaangelegenheid.’

Rechter: ‘Meneer V., jullie gingen racen in Lommel op kosten van uw stichting Dit Is Beveiligen, zonder dat de stichting daar geld voor had.’

Otto V.: ‘Ik was aandeelhouder en wij hebben dat voorgeschoten.’

Rechter: ‘Dat is wel een duur uitje. Als wij van de rechtbank een uitje hebben, doen we oud-Hollandse spelletjes.’

Otto V.: ‘Ik begrijp wat u zegt. Achteraf had dat goedkoper gekund. Maar wij zijn allemaal autofreaks en wilden plezier hebben.’

Rechter: ‘Uw zoon Etiënne ging mee voor de marketing. Eerder zei u: ik heb me nooit met mijn zoon bemoeid.’

Van den E.: ‘Ik heb me nooit met het verstrekken van een opdracht aan mijn zoon bemoeid. Dit was nog in de verkennende fase.’

Rechter: ‘Uw zoon had zijn opleiding nog niet afgerond. Waar haalde hij z’n expertise dan vandaan?’

Van den E.: ‘Van de opleiding.’

Chateau

Rechter: ‘U verbleef geregeld in het vakantiehuis van de heer V. Dat had niks met uw werk en het cameratoezicht te maken.’

Van den E.: ‘Nee, dat was puur privé.’

Otto V.: ‘Ik zei: Peter, je hoeft geen huur te betalen, wel servicekosten.’

Rechter: ‘U heeft een rekening van 2.500 euro bij uw bedrijf voor dat verblijf gedeclareerd. Maar u had geen 2.500 euro kosten.’

Otto V.: ‘Ja, als je het zo leest, is dat best raar.’

Rechter: ‘Meneer Van den E. hoefde volgens de recherche ook geen servicekosten te betalen.’

Van den E.: ‘Ik had wel kosten: mijn auto loopt niet op lucht. En ik heb daar ook boodschappen betaald. Er stond iets tegenover: ik heb verstand van zwembaden, dus ik heb het onderhoud aan het zwembad gedaan. En het onkruid. Ik deed allerhande klussen.’

Otto V.: ‘Ik heb dat chateau van familie gekocht. Peter is vinoloog, ik had hem gevraagd om voor mij te keuren of het zin had om de wijngaard ook over te nemen. Dat kon hij in rekening brengen.’

Van den E.: ‘Ik heb verstand van wijn.’

Rechter: ‘Er is twee keer dezelfde factuur ingediend. Meneer Van den E., u heeft daarvoor een geanonimiseerd bankafschrift laten zien. Wie heeft dat betaald?’

Van den E.: ‘Mijn zoon.’

Rechter: ‘Is dat Etiënne van den E., of Van den E. Producties – uw bedrijf?’

Van den E.: ‘Dat weet ik niet.’

Rechter: ‘In juni 2015 was u ook in het chateau van meneer V. Van dit verblijf zit een factuur in het dossier van 5.660 euro aan V.’s bedrijf.’

Van den E.: ‘Ik was daar weer voor de wijnkeuring. En ik heb verstand van elektriciteit. Ik herinner me een enorme stroomstoring. Die heb ik verholpen.’

Rechter: ‘Meneer Van den E., de politie heeft u in 2016 geschorst en inmiddels ontslagen. U werkt nu voor een bedrijf van meneer V.’

Schandalige behandeling

Van den E.: ‘Ik heb godverdorie mijn beste jaren aan de politie gegeven, en die heeft mij gewoon laten zitten. Ik krijg geen enkele steun. Zíj hebben mij directeur gemaakt en bonussen en een mooie auto gegeven. De korpsjurist die dit juridisch doet, heeft in het verleden voor mij gewerkt en een conflict met mij gehad. Ik heb het wel gehad met de politie – schande hoe ze je behandelen!’

Rechter: ‘Meneer V., het verwijt luidt dat u meneer Van den E. via zijn zoon aan aandelen in uw bedrijf heeft geholpen.’

Otto V.: ‘Dat wilde Etiënne graag, en ik gunde hem dat. Daar wist zijn vader niets van.’

Officier van justitie: ‘Uit afgeluisterde gesprekken blijkt dat oud-commissaris daar wel van wist – er gebeurde niets zonder diens medeweten. Ik eis voor beide verdachten 240 uur werkstraf en een maand voorwaardelijke celstraf. Voor de heer Van den E. eis ik bovendien een ontneming van 34.886 euro.’