Direct naar artikelinhoud
interviewmusa kart

Turkse cartoonist Musa Kart zit een celstraf uit: ‘Aan zelfcensuur doe ik niet. Ik heb ­altijd gezegd wat ik wilde’

Spotprent van Musa Kart. ‘Ik hoef niet voor alles wat ik doe uitleg te geven’, zegt Trump.

Als Turkije een Cartoonist des Vaderlands zou hebben, dan zou Musa Kart die titel verdienen. Nu zit Kart een celstraf uit. Daar leek hij, in een gesprek kort voor hij de gevangenis in ging, niet erg onder te lijden.

Soms spréékt hij zelfs in de beeldende taal van de cartoon. In landen waar de democratie ­onvoldoende ontwikkeld is, zegt Musa Kart, zijn cartoonisten als koorddansers. ‘De lange stok die we vasthouden om ons evenwicht te bewaren, is de wet, de vrijheid van meningsuiting. Maar op het ogenblik lopen we in Turkije over het koord zónder stok.’

Daarmee zegt Kart niet expliciet dat in Turkije geen vrijheid van meningsuiting bestaat, maar ondertussen zegt hij het natuurlijk wél. Het is de beeldspraak die tekenaars van spotprenten overal ter wereld gebruiken om een – liefst grappige – draai te geven aan de werkelijkheid. Indien letterlijk weergegeven, zou die immers te plat zijn, te eendimensionaal.

Musa Kart was 25 jaar lang cartoonist van de krant Cumhuriyet. ‘Ik heb Erdogan vaker getekend dan wie ook. Maar hij is geen obsessie voor me, ik droom niet van hem.’Beeld AFP

In Turkije komt daar nog iets bij. De verpakte boodschap met zijn ‘verborgen taal’, zoals Kart het noemt, is ook een manier om uit de klauwen van politie, rechters en andere autoriteiten te blijven. Of in het bijzonder: om je president Recep Tayyip Erdogan van het lijf te houden.

Dat is Kart niet helemaal gelukt. Eind april, vlak nadat de Volkskrant hem had gesproken, meldde hij zich in zijn woonplaats Istanbul bij de politie om de dertien maanden uit te zitten die resteren van de gevangenisstraf waartoe hij vorig jaar werd veroordeeld en die twee dagen eerder in hoger beroep was bevestigd. ‘Jij bent de laatste journalist die mij ziet voor de celdeur achter me dichtvalt’, zegt hij lachend.

Hij lijkt er, in een koffiehuis in de seculiere wijk Kadiköy, niet erg onder te lijden, ook al zat hij in 2017 al negen maanden in voorarrest zónder pen en tekenpapier. Celstraf – het hoort er in het huidige Turkije kennelijk bij. Humor is, zegt hij, zijn belangrijkste wapen en die levenshouding straalt hij ook met zijn mimiek uit.

Mocht Turkije een Cartoonist des Vaderlands hebben, dan zou de 65-jarige Musa Kart de voor de hand liggende gegadigde zijn voor de eretitel. Zijn leven de afgelopen veertig jaar was één lange tekensessie. Onvermoeibaar produceerde hij een onafzienbare reeks politieke prenten voor bijna alle vooraanstaande kranten en tijdschriften in Turkije. De afgelopen 25 jaar tekende hij voor de links-seculiere krant Cumhuriyet, vier of vijf maal per week had hij een cartoon op de voorpagina.

Als ingenieur in opleiding zat Kart al te tekenen in de collegebanken. Vrienden overtuigden hem van zijn talent en veertig later is hij nog elke dag blij dat hij geen ingenieur werd en koos voor zijn grote liefde, de pen. Die hij overigens al in 2000 – ‘als een van de eerste cartoonisten’ – inruilde voor het graphic tablet.

In de oppositie – kritisch op de zittende macht – zat Kart altijd al, zegt hij, ook vóór het Erdogan-tijdperk, in de dagen dat andere partijen dan de AKP regeerden. Ook toen was Turkije geen liberaal walhalla, ook toen had hij gedoe met de autoriteiten. ‘Maar het klimaat was anders. Het kon gebeuren dat een minister me belde en vroeg: waarom heb je me zo raar getekend? Niet om in te grijpen, maar uit verbazing. Zoiets is nu ondenkbaar.’

Vanaf 2004, twee jaar na het aantreden van de AKP-regering, werd het klimaat ‘guur’, zegt Kart. Hij werd aangeklaagd omdat hij Erdogan, toen nog premier, had getekend als een kat, verwikkeld in de kluwen wol van het religieus onderwijs. Het leidde in en buiten Turkije tot een golf van ­adhesiebetuigingen. Collega-tekenaars begonnen de campagne Free Musa Kart en hij kon de prijs van het Cartoonists Rights Network bijzetten in zijn anno 2019 goedgevulde prijzenkast. Kart werd vrijgesproken.

In februari 2014 volgde opnieuw een aanklacht wegens smaad van de AKP-leider, die boos was over een ­cartoon. Erdogan houdt op de prent de wacht bij een kluis, terwijl twee dieven het geld eruit halen. ‘Haast je niet’, zegt de een tegen de ander, ‘we hebben een hologram als bewaker.’ Het was ten tijde van het corruptie­onderzoek tegen Erdogans zoon en AKP-ministers. Zij werden, anders dan de cartoonist die hun gedrag aan de kaak stelde, nooit vervolgd. ‘We zijn in een cartoon beland’, zei Kart tegen de rechter. Opnieuw werd hij vrijgesproken.

Spotprent van Musa Kart. ‘U heeft een land geschapen waar de hele wereld jaloers op is. Kunt u vertellen hoe u dat heeft gedaan?’, vraagt Pinokkio aan Erdogan.

Is Erdogan uw belangrijkste onderwerp?

‘Ja, ik heb hem vaker getekend dan wie ook. Maar hij is geen obsessie voor me, ik droom niet van hem.’

U tekent hem tamelijk naturel, het is geen enorme karikatuur.

‘Ik overdrijf. Zijn voorhoofd, neus, snor, oren. De blik van zijn ogen vooral. Tijdens de rechtszaak heb ik hem nog een paar keer als kat getekend, dat zou nu geen zin meer hebben.’

U heeft hem wel enkele keren met Hitler vergeleken, bijvoorbeeld toen hij op de tekening zijn snor met een scheermes terugbracht tot Hitler-formaat.

‘Haha, daar heeft hij geen rechtszaak over aangespannen. Blijkbaar vond hij dat niet erg.’

Soms komt het hoofd van Erdogan helemaal niet voor op de prent, maar is hij toch zeer aanwezig, met een hand bijvoorbeeld. Een ‘bevoorrechte taal’, noemt Kart het tekenen van cartoons daarom. ‘Zo kan de tekenaar zelfs in moeilijke omstandigheden zijn boodschap brengen. Ons venster van vrijheid is niet zo open als dat van mijn collega’s in het Westen.’

Kart heeft altijd, zegt hij, twee redenen gehad om die ‘verborgen taal’ te gebruiken: ‘Mezelf beschermen tegen onnodige rechtszaken en mijn krant beschermen.’

Is dat toch niet problematisch? Wanneer gaat het handig en met humor slalommen langs de rode lijnen over in zelfcensuur?

‘Aan zelfcensuur doe ik niet. Ik heb ­altijd gezegd wat ik wilde zeggen. Ik heb mijn hele leven de democratie, de vrijheid en de republikeinse ­waarden verdedigd.

‘Ik wil dezelfde standaarden als in Europa. De westerse democratische waarden zijn altijd mijn raamwerk geweest.

‘Ik heb dat – bijna – altijd zo vormgegeven dat rechtszaken vermeden werden. En we werken nauw samen met onze advocaten, soms laat ik ze een prent van tevoren zien. Ik kan een persoon onherkenbaar in beeld brengen en toch zullen alle lezers begrijpen wat ik wil zeggen.’

Zit daar ook een creatieve uit­daging in, het spelen met de grenzen van wat mag en kan? Zodat juist het plagen of uitdagen van het gezag de prent spannend maakt?

‘Precies. In tijden van spanning wordt het nog belangrijker om de boodschap te brengen. Dat geeft ook voldoening. In Turkije hebben we nog iets om voor te vechten.’

‘Het tekenen zelf duurt hooguit twee uur, maar ik denk er de hele dag over na. Mensen die werk doen waarvan ze houden, zijn gezegend. Ik ga naar de gevangenis, maar ik ben ­gelukkig.’

Helft redactie Cumhuriyet opgepakt

De Kandira-gevangenis in Istanbul verwelkomde op 25 april naast cartoonist Musa Kart nog vijf medewerkers van Cumhuriyet, de linkse, seculiere krant waarvoor hij sinds 1994 zijn spotprenten tekende. Cumhuriyet is – of was – het laatste bolwerk van de vrije pers in Turkije.

Vooral sinds de mislukte staatsgreep van 2016 heeft de Turkse regering op allerlei manieren geprobeerd de krant de mond te snoeren. Zo’n beetje de helft van de redacteuren werd opgepakt en vervolgd. Sommigen krijgen wellicht levenslang. Kart hoort tot de categorie lichter gestraften. Oud-hoofdredacteur Can Dundar is naar Duitsland gevlucht.

De medewerkers van Cumhuriyet zijn aangeklaagd vanwege ‘banden met een terroristische organisatie’, waarmee zowel de Koerdische PKK als de Gülenbeweging bedoeld kan worden. Het bewijs tegen Kart was dat hij een vakantie had geboekt bij ETS Tur, een reisbureau dat gelieerd zou zijn aan de Gülen-beweging.

In september kwam Cumhuriyet in handen van een nieuw bestuur. Vrijwel alle redacteuren werden ontslagen of stapten uit zichzelf op. Kart wil er niet veel over kwijt. De nieuwe redactie staat nog altijd kritisch tegenover de regering-Erdogan, zegt Johann Bihr van Reporters without Borders, maar heeft de liberale lijn (veel aandacht voor minderheden) ingeruild voor een traditioneel kemalistische koers. Dat is volgens hem te merken aan de artikelen over de Koerdische kwestie en over de Gülenbeweging.