Minder obstakels voor forel in Drentse wateren
Voorzichtig schept Jan Kamman een emmer water uit het Groote Diep bij Lieveren in een flinke plastic zak vol visjes. De tienduizend forelletjes wennen zo langzaam aan hun nieuwe omgeving. Een kwartier lang zwemmen de brutaalste visjes heen en weer, het merendeel blijft schuw op een kluitje. Dan schept Kamman emmers vol visjes uit de zak. Leden van de noordelijke verenigingen van Sportvisserij Nederland gaan met waadpakken de sinds acht jaar weer meanderende beek in om de visjes in de snelstromende bochten los te laten.
‘De zeeforel is een icoonsoort’, zegt Kamman, ecoloog en hoofd onderzoek van Sportvisserij Nederland. ‘De vis stelt hoge eisen aan stroming en waterkwaliteit. Bovenal heeft de zeeforel behoefte aan goede verbindingen tussen de haarvaten van dit bovenloopse bekenstelsel en het Lauwersmeer.’
In het project ‘Vissen voor Verbinding’ gaan Waddenvereniging, Sportvisserij Nederland, waterschap Noorderzijlvest, Staatsbosbeheer en de drie noordelijke provincies de komende vijf jaar de zeeforel vertroetelen. ‘Rechtgetrokken beken laten kronkelen, obstakels als stuwen uit de weg ruimen en het sluizencomplex in het Lauwersmeer aanpassen’, zegt Wouter van der Heij, marien bioloog van de Waddenvereniging. De organisaties hebben 4,2 miljoen euro ter beschikking, grotendeels afkomstig uit het Waddenfonds, een compensatiefonds voor aardgaswinning onder de Waddenzee.
zendertje
De nu nog onooglijke forelletjes zijn nakomelingen van wilde zeeforellen uit Duitsland. Het grut verschuilt zich dit voorjaar in grindbedden en vreet hun buikje rond met alles wat voorbijkomt. Begin volgend jaar trekken ze naar het 30 kilometer noordelijker gelegen Lauwersmeer. ‘Dan zijn ze intussen 15 centimeter, gaan we ze vangen en een klein zendertje in hun lichaam aanbrengen, zodat we ze kunnen volgen’, zegt Van der Heij. Daardoor kunnen biologen onvermoede obstakels achterhalen.
Volgend voorjaar verandert de kleur van de zeeforellen van bruin naar gladzilvergrijs en willen ze de zee op, waar ze uitgroeien tot wel 50 centimeter. Een deel gaat linksaf naar Harlingen, een ander deel zwemt rechtsaf naar Duitsland, maar ze blijven vrijwel allemaal in de Waddenzee. Als duizend forellen de Waddenzee bereiken en er honderd terugkeren, staan de biologen te juichen. ‘Lage overleving is het lot van de vis.’
Na twee tot drie jaar gaan ze zich voortplanten op de plek waar ze zijn losgelaten. ‘Ze weten dit Groote Diep terug te vinden door hun reukvermogen’, zegt Kamman. ‘Inprinting’ heet dit fascinerende fenomeen. ‘Elke beek heeft zijn eigen geur.’ In het kielzog van de zeeforel kunnen soorten als rivierprik, houting, winde, stekelbaars en paling profiteren van de voorzieningen.
Een geslaagde terugkeer vergt aanpassingen in de sluisdeuren en een lokstroom van zoetwater die de Waddenzee in wordt gepompt. Precies vijftig jaar na afsluiting van de Lauwerszee gaat de deur weer op een kier voor paaigrage grote forellen. Boswachter Jasper Schut van Staatsbosbeheer laat bij de kaarsrechte sloot Akkertocht bij Marum zien dat een stuw waar nu water van een hoogte van 80 centimeter naar beneden valt, straks plaatsmaakt voor een bypass die deels door een bos zal meanderen. ‘Via grindbedden of grote stenen ontstaat een minder rigide verval waar de grotere forellen kunnen passeren. Zo’n bos met zwarte elzen aan de oever zorgt in de zomer ook voor schaduw waar de forel baat bij heeft’, zegt Schut.
Funen
Maar ‘Vissen voor Verbinding’ is niet alleen een ecologisch project. Nu wijken honderden hengelaars uit naar het eiland Funen in Denemarken, dat 25 jaar geleden een soortgelijk forelherstelproject startte. ‘Daar is een levendig natuurtoerisme ontstaan waardoor de maatregelen al dik zijn terugverdiend’, zeggen Kamman en Van der Heij. ‘Dat kan in Noord-Nederland ook lukken.’
‘Een mooi initiatief’, reageert visspecialist Tom Buijse van Deltares, maar of de parallel met Denemarken opgaat, valt te bezien. ‘Navigeren door meren en kanalen naar je favoriete stek is in Nederland wel even lastiger dan in Denemarken.’ ?