Direct naar artikelinhoud

Radicaal verduurzamen klinkt ideaal, maar kan in de praktijk tot een volksopstand leiden

De Vopak-terminal in de Groningse Eemshaven, waar ruwe olie wordt opgeslagen, is omgeven door windmolens.Beeld Hollandse Hoogte / Siebe Swart

Het Klimaatakkoord ligt klaar, de CO2-heffing komt eraan. Dus het roer kan eindelijk radicaal om? Vergeet het maar, zegt hoogleraar duurzaamheid Gert Jan Kramer.

Terwijl Ed Nijpels met klamme handen moest afwachten welk rapportcijfer 'zijn' Klimaatakkoord kreeg van de planbureaus, kon Gert Jan Kramer de doorrekening al dromen. Hij mocht in het diepste geheim meelezen, voorafgaand aan de presentatie deze maand. "Spannend, die voorkennis", vond Kramer. Zijn taak: samen met drie andere hoogleraren controleren of de doorrekening, van de klimaatkosten en milieueffecten, wetenschappelijk deugde. "Ons collectief oordeel was: ja." Maar de goede sommen hadden een slechte uitkomst. Het doel, de Nederlandse uitstoot van broeikasgas met 49 procent verlagen in 2030, zou niet slagen. Veel van de honderden plannen in het akkoord bleken hoogst onzeker.

Dat premier Rutte direct een CO2-heffing voor de industrie uit de hoge hoed toverde, daar stond Kramer van te kijken. Wel is de uitwerking van die aangekondigde CO2-heffing cruciaal, zei hij vorige week op een lezing over het Klimaatakkoord in Utrecht. Hij acht het niet realistisch dat een CO2-taks bedrijven uit Nederland wegjaagt. "De industrie heeft voor miljarden aan fabrieken staan. Die gaan niet zomaar weg." Wel zouden bedrijven nieuwe investeringen in Nederland kunnen afblazen. Het kabinet moet de juiste balans vinden, zegt Kramer. 

Nederland wil in 2030 49 procent minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990

Grote vervuilers moeten de naderende CO2-heffing met zóveel tegenzin betalen dat ze hun werkwijze gaan verduurzamen. Dat lukt niet als de industrie de CO2-heffing rechtstreeks aan burgers doorberekent. Maar dat consumenten iets van de heffing gaan voelen in de prijs van producten lijkt Kramer niet zo verkeerd. "Want wie is de echte vervuiler: het bedrijfsleven of de consument?" Alleen maar mopperen op de industrie is te simpel, vindt hij.

Kramer heeft kritiek op zwart-witdenken als het om de energietransitie gaat. De oproepen vanuit de milieulobby om geen cent meer te steken in nieuwe olie- en gasprojecten zijn volgens de hoogleraar naïef. "Be careful what you wish for. Als we nu stoppen met investeringen in olie en gas, dan staan er - letterlijk - volgend jaar rijen aan de pomp." Dat komt volgens Kramer doordat veel olie- en gasputten zonder nieuwe investeringen minder uit de grond zullen pompen. 

‘Zeer ontwrichtend’

Elke investering in fossiele energie staken zou "zeer ontwrichtend" zijn, omdat er nog maar weinig duurzame energie beschikbaar is ter vervanging. Om dat te veranderen, moeten investeringen in hoger tempo verschuiven naar groene energie. Wereldwijd gaat er nu jaarlijks bijna 300 miljard euro om in duurzame energieprojecten. Dit bedrag neemt de laatste jaren weinig toe, weet Kramer. Ondertussen gaat nog altijd zeker het dubbele naar olie, gas en steenkolen.

Het is geen leuke boodschap, maar het uitbannen van fossiele energie wordt volgens Kramer een zaak van de lange adem. Als de klimaatdiscussie iets laat zien, is het volgens de hoogleraar dat actie alleen lukt met de juiste balans. Tussen kosten en resultaten, tussen snelheid en draagvlak. Dat Nederland nog weinig progressie boekte, is volgens hem voor een belangrijk deel toe te schrijven aan gebrek aan werkelijke steun voor het uitvoeren van klimaatbeleid. Mensen zouden, bewust of onbewust, nog niet klaar zijn voor de grote aanpassingen of persoonlijke offers.

Gert Jan KramerBeeld Ed van Rijswijk

Het is slim dat het Klimaatakkoord doelen stelt voor 2030, zegt Kramer. Dat is niet zo dichtbij dat hoge ambities gedoemd zijn te mislukken. Ondertussen is het volgens hem wel een mooie opmaat om de uitstoot van broeikasgassen met 95 procent te verlagen in 2050, zoals vereist om het Akkoord van Parijs te halen. Dat Nederland mikt op 49 procent CO2-reductie (en niet mooi op 50 procent) laat volgens de hoogleraar zien dat er juist 'ongecijferden' aan het werk zijn geweest. In de ambtenarij heeft iemand een liniaal langs de dalende CO2-lijn naar 2050 gelegd, zegt hij. Bij 2030 verscheen 49 procent, dus dat werd het officiële getal. "Aldus stellen wij doelstellingen...", lacht Kramer.

Veel maakt het niet uit, want de gevolgen zijn nagenoeg gelijk. Alle sectoren en bewoners moeten aan de bak om samen de doelstelling te halen. In april komt het kabinet met meer informatie over de uitvoering van het klimaatakkoord. Kramer, opgeleid als natuurkundige, las de afspraken en doorrekening met een technische blik. Maar de eerste alinea van elke 'klimaattafel' was ook veelzeggend, vindt hij. Vooral het taalgebruik. Het hoofdstuk met afspraken over meer duurzame elektriciteit is volgens Kramer recht voor zijn raap verwoord. "Tak-tak-tak." Daaruit valt op te maken dat de beloften over nieuwe windmolens en zonneparken, volgens Kramer de werkpaarden van de energietransitie, goed in elkaar steken.

Buiten schot

Dat was anders bij de openingsparagraaf over duurzaam verkeer. Die stond vol wollige taal, over zorgeloze, eerlijke en veilige mobiliteit. "Dat gaat nergens over." Bij het lezen van de openingstekst van de afspraken over industrie viel het Kramer vooral op dat er een waslijst aan beoogde technieken staat, die samen de oplossing moeten vormen. Zijn conclusie daarbij: er zijn zoveel oplossingen denkbaar, dat een heldertoekomstplan nog ontbreekt.

We zitten absoluut niet op het juiste traject. De leefbaarheid op de planeet staat uiteindelijk op het spel.
Gert Jan Kramer

Heel nuttig, zegt Kramer, om formuleringen bij de groene doelen "op de tong te proeven". Hij raadt iedereen met interesse in klimaat aan om zelf ook eens een blik te werpen. Fraaie vergezichten over duurzaam verkeer op schone brandstof negeren dat 90 procent van alle voertuigen nog 'gewoon' op olie rijden. Ondertussen blijft rekeningrijden onbespreekbaar. "Dat is raar", zegt Kramer. "Er zit iets ongerijmds in." Al helemaal omdat de groeiende lucht- en scheepvaartsector buiten schot blijven in het Klimaatakkoord. Dat resulteert erin dat Nederland 'Parijs' nog niet helemaal kan halen met het Klimaatakkoord. Varen en vliegen op elektriciteit ziet Kramer niet zo snel gebeuren. Op duurzame brandstof, zoals groene waterstof, kan de komende decennia ook niet worden gerekend, zegt hij. Wereldwijd moeten landen nog een antwoord vinden op de voortdenderende vervuiling van zwaar vervoer.

Geitenwollensokkenscenario

De kunst is om klimaatdoelen te halen terwijl de energievraag wereldwijd groeit, zegt Kramer. Opkomende landen slurpen snel meer energie. Daar moeten bedrijven zo duurzaam mogelijk in voorzien. In voorspellingen dat de wereld in 2050 minder energie gebruikt dan nu, zoals Greenpeace opschreef in een rapport, gelooft hij niet. Een "geitenwollensokkenscenario", noemt Kramer dat.

"Dat lukt alleen als we morgen allemaal wakker worden en zeggen: de levensstijl die we nu hebben, dat hoeft niet meer." Veel jongeren, de klimaatstakende scholieren incluis, hechten aan een smartphone, vakantie of spullen. Besef hoeveel energie onze levensstandaard vergt, zegt Kramer. Op termijn zullen groeilanden veel meer energie gaan gebruiken, zegt hij, en moeten rijke landen minderen. "Als je het eerlijk zou verdelen, krijgt elke wereldburger uiteindelijk de helft van de energie die een Nederlander nu gemiddeld gebruikt."

De klimaatplannen lopen spaak als mensen zich "ernstig beperkt voelen in de dingen die ze kunnen doen", denkt Kramer. De weerstand is, ook nu, nooit ver weg. Het draagvlak is fragiel. Stijgende energiekosten en het naderende afscheid van de cv-ketel op aardgas kunnen mensen afschrikken. Lokale ophef over windmolens en zonneakkers ziet Kramer ook als stressverschijnselen. "Het maakt duidelijk dat de snelheid waarmee de maatschappij de energietransitie kan accommoderen eindig is."

Vól het roer omgooien klinkt ideaal, maar zou in praktijk tot volksopstand kunnen leiden, aldus Kramer. Tegelijk is er wel snelheid nodig in de klimaataanpak. "We zitten absoluut niet op het juiste traject." De leefbaarheid op de planeet staat uiteindelijk op het spel, zegt hij. Daarom vindt hij van de 17 duurzame VN-doelen die over het klimaat de belangrijkste. Slaagt de wereld er niet in om het klimaatprobleem aan te pakken, dan heeft dat zoveel ecologische schade dat het met de andere 15 doelen nooit meer wat kan worden.

Kramer waakt dus voor te rooskleurige verwachtingen over een radicale verduurzaming van Nederland. Maar dat wil niet zeggen dat hij klimaatdoelen onhaalbaar acht. De schone techniek is beschikbaar en kan concurreren, dankzij pionierswerk van wetenschappers en bedrijven in de laatste decennia. Daar zijn de betaalbare windmolens en zonnepanelen aan te danken, zegt Kramer.

Daar kan iedereen het komende decennium de vruchten van plukken. Huizen, stekkerauto's en fabrieken kunnen de groene stroom gaan gebruiken. "Het moet duurzaam", zegt Kramer. Ook dat woord proeft de bèta met liefde voor taal graag op de tong. "Worden we met zijn allen niet duurzaam? Dan duurt het hier niet voort."

Shell-man werd hoogleraar duurzaamheid

Gert Jan Kramer (1961) studeerde natuurkunde in Leiden. Hij maakte carrière als onderzoeker bij Shell. Sinds 2000 specialiseert Kramer zich volledig in duurzame energie. Tussen 1998 en 2016 werkte hij (in deeltijd) als hoogleraar milieukunde, aan de universiteit van Eindhoven en Leiden. Bij de Universiteit Utrecht is Kramer sinds 2016 hoogleraar 'duurzame energiesystemen'.

Lees ook:

Opinie | Het Klimaatakkoord is sowieso waardeloos

Zolang we vooral het buitenland blijven bedienen, is het Klimaatakkoord zinloos, stelt literatuurwetenschapper Hans August den Boef. 

Klimaatakkoord kost minder dan verwacht, maar levert te weinig op

Het is verklaarbaar dat Rutte een CO2-heffing wil voor de industrie. Afspraken in het Klimaatakkoord werken in de praktijk niet.