Direct naar artikelinhoud
WETENSCHAP

Studie van middeleeuws Midden-Oosten leert ons nu met water omgaan

Kanaal in het hedendaagse Basra.Beeld AP

Historica Marijke van Berkel zocht een manier om de bestuurlijke kracht te meten van de grote steden in het Midden-Oosten. Ze vond water.

Basra is vandaag een miljoenenstad gelegen aan de Sjatt al-Arab, de samenstroming van Eufraat en Tigris op de grens van Irak en Iran. Maar de oorspronkelijke stad lag twintig kilometer verderop, op de plaats waar de Arabieren na hun verovering van dit gebied in de zevende eeuw een legerplaats hadden gevestigd.

De Arabieren werden later verfoeid omdat ze bij de bouw niet hadden gekeken naar de beschikbaarheid van water. Het werd het ongeluk van de stad die er groeide; de inwoners van Basra moesten een lange, gevaarlijke tocht ondernemen om water te halen.

Er groeide onvrede en protest. Daarop besloot de gouverneur dat er een ­kanaal moest komen van de rivier naar de stad, om Basra van zoet water te voorzien. Dat bleek geen oplossing, omdat er brak water instroomde vanuit de nabijgelegen Perzische Golf. Opnieuw deden de ­inwoners van Basra hun ­beklag: het ­water uit het kanaal was nog slechter van kwaliteit dan het water uit de verderop gelegen moerassen. Daarop werd besloten water uit moerassen te halen, waarvoor een heel nieuw stelsel kanalen werd aangelegd.

De middeleeuwse steden in het Midden-Oosten waren veel groter dan de steden in Europa. Bagdad telde in de vroege middeleeuwen een half miljoen inwoners
Marijke van Berkel

“Dat zijn omvangrijke projecten. Ze vereisen samenwerking van verschillende partijen. En investeerders”, zegt Maaike van Berkel. Van Berkel, hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, komt met het voorbeeld Basra om te ­laten zien waartoe de oude steden in Midden-Oosten in staat waren. “Als er kanalen moesten worden aangelegd, gebeurde dat met de hulp van private investeerders, die in ruil land kregen dat ze konden bebouwen.”

Misverstand

Van Berkel heeft net een omvangrijke subsidie gekregen om de komende vijf jaar met jonge promovendi onderzoek te doen naar de watervoorziening in middeleeuwse steden in het Midden-Oosten, zoals Damascus, Caïro, Bagdad en Basra. Het project moet tegenwicht bieden aan een hardnekkig misverstand dat we te danken hebben aan Max ­Weber, de Duitse vader van de sociologie. Van Berkel: “Weber schilderde een suprematie van de Europese steden die een autonoom bestuur hadden. Steden in andere delen van de wereld, waar­onder het Midden-Oosten, zouden een samenraapsel zijn van leefgemeenschappen, rommelig georganiseerd en ondergeschikt aan een centraal gezag. Die sterke, autonome Europese steden zouden een fundament zijn geweest voor de bloei van het kapitalisme en de Europese wereldmacht.”

Het beeld dat Weber schetste, klopt niet, zegt Van Berkel: “De middeleeuwse steden in het Midden-Oosten waren veel groter dan de steden in Europa. Bagdad telde in de vroege middeleeuwen een half miljoen inwoners. Het zou nog eeuwen ­duren voor er in Parijs zoveel mensen woonden. Dus er moeten instituties zijn geweest om die enorme steden leefbaar te houden.”

Vraag voor Van Berkel was hoe dat te onderzoeken. “Als je wilt kijken hoe zo’n enorme middeleeuwse stad is georganiseerd, waar kijk je dan naar? In een stad moet van alles geregeld worden. Te veel om op te noemen, en te veel om te onderzoeken. Van Berkel besloot in te zoomen op water. “Een goede watervoorziening is van levensbelang in de stad. En zeker in een droge regio als het Midden-Oosten is dat een lastige opgave. Bagdad had in de Middeleeuwen al een stelsel van kanalen tussen de stroomgebieden van Eufraat en Tigris. Als je daarin je kleren wast, hebben mensen stroomafwaarts daar last van, om maar iets te noemen. Wie regelde afspraken om dat te voorkomen? Daar gaan we onderzoek naar doen.”

Opstand

Al die afspraken zijn zonder twijfel vastgelegd in de bestuurlijke archieven van de steden. Maar helaas, die zijn verloren gegaan. Van Berkel: “Voor administratieve doeleinden werd gebruikt ­gemaakt van papier van slechte kwaliteit. Het is vergaan. Bovendien werden archieven regelmatig ­opgeschoond en oude stukken weggegooid. We moeten het voor een belangrijk deel doen met verhalende bronnen, kronieken. Maar daarin komt de watervoorziening vooral ter sprake als er problemen zijn. Die waren er natuurlijk, maar je vindt in die bronnen geen grote ­opstanden vanwege water. Voedselopstanden wel, als de prijzen omhoog schoten. Maar opstanden over de watervoorziening ben ik nog niet tegengekomen; blijkbaar was die goed geregeld.”

Bewaard gebleven zijn vele sabils in steden van Caïro tot Damascus. Het zijn publieke fonteinen, ondergebracht in vaak indrukwekkende gebouwen met daarin ook een school, een moskee en soms een mausoleum. Van Berkel: “Zo’n publieke fontein werd aangelegd door een waqf, een religieuze stichting, met geld van particulieren uit de elite. Veel van die stichtingsdocumenten hebben we nog. Daarin wordt precies beschreven hoe de waterbassins gevuld moeten worden, de drinkbrekers schoongemaakt, en dat er altijd personeel aanwezig moet zijn om een voorbijganger water te kunnen geven. Veel van die sabils doen vandaag geen dienst meer, maar bij sommige kun je nog steeds vaten aantreffen waaruit je drinkwater kunt tappen.”

Wat er in geen van die steden was, was één centrale waterautoriteit die ­alles regelde. Er was een verscheidenheid aan organisaties op verschillende niveaus

Er waren dus publiek-private projecten om kanalen aan te leggen. Er waren fonteinen van private stichtingen. En er waren waterdragers, zegt Van ­Berkel. “In de oude steden in het ­Midden-Oosten liepen heel veel waterdragers rond. Dat waren mensen die een belangrijke functie hadden omdat ze het water bij je thuis brachten.”

Wat er in geen van die steden was, was één centrale waterautoriteit die ­alles regelde. Er was een verscheidenheid aan organisaties op verschillende niveaus. Met een belangrijk voordeel, zegt Van Berkel: “In die middeleeuwse steden was de watervoorziening dichtbij de mensen georganiseerd. Je kunt dat interpreteren als een zwakte: blijkbaar ­waren die stadsbesturen zelf niet in staat de watervoorziening te garanderen. En dat was ook zo; de overheid kon het niet alleen. Voordeel is dat zo’n ­decentraal systeem stabieler is. Als een aquaduct verstopt raakt, heb je de waterdragers nog, bij wijze van spreken.”

“Daar kunnen we van leren, nu we duurzamer met water moeten omgaan. Hoe lager in de hiërarchie de verantwoordelijkheid wordt gelegd, hoe beter het is. Ik denk niet dat mensen in het Midden-Oosten straks weer naar de pomp gaan lopen, zover komt het niet, maar er zal wel gekeken worden hoe mensen meer betrokken kunnen worden bij het plannen van watervoorziening en watergebruik nu water er steeds schaarser zal worden.”

Religieuze inbedding

Dit onderzoeksproject heeft daarom de warme belangstelling van de hedendaagse watersector en van partijen die waterprojecten in het Midden-Oosten hebben lopen, variërend van de Wereldbank tot de Nederlandse overheid. De geschiedenis van de watervoorziening kan worden gebruikt om haar toekomst vorm te geven. En dan gaat het niet alleen om die decentrale structuren die in de steden in het Midden-Oosten voor het water zorgden, maar ook om de culturele en religieuze inbedding.

Van Berkel: “Water komt in de Koran veel voor. De hoogste daad die je volgens de profeet kunt verrichten is ­iemand water geven. Water is iets om te delen en zuinig mee te zijn. In Jordanië loopt nu een project, gefinancierd door de Duitse overheid, waarin imams zich buigen over wat de koran zegt over water. Het is een belangrijk onderwerp voor de toekomst.”

Water wordt in de Koran omschreven als bron van al wat leeft. En het ­paradijs wordt gesymboliseerd door een eeuwig stromende bron, laat Van Berkel zien, die soera 88 pakt en vers 8 tot met 12 voorleest:

‘Gezichten zullen te dien dagen blijde zijn
Over hun inspanningen welvoldaan
In een hoge Gaarde
Niet hoort gij daar beuzelpraat
Aldaar is een stromende bron’

Water is bijna niet los te maken van religie, zegt Van Berkel: “Is er dan zoiets als een islamitische watervoorziening? We moeten dat nog gaan zien, maar ik denk het niet. De middeleeuwse steden waren niet 100 procent islamitisch, er leefden grote minderheden van christenen en joden en die maakten gebruik van dezelfde watersystemen. Er zijn in de geschiedenis van het Midden-Oosten ingrijpende machtswisselingen geweest, maar die hebben niet geleid tot schokkende veranderingen in de watervoorziening. Een Arabier gaat niet een goed functionerend aquaduct slopen omdat het door Byzan

Lees ook:

Andere artikelen over wetenschap en historisch onderzoek. Zoals ‘Weni, widi, wici: de vroege mens kon de ‘v’ niet uitspreken‘. Het is een van de beroemdste uitspraken uit de geschiedenis. Julius Caesar, na de Slag bij Zela: “Veni, vidi, vici” (ik kwam, ik zag en ik overwon).Maar klonk het ook zo?