Direct naar artikelinhoud

'What would you like on your pannenkoek?'

Amsterdam groeit de komende jaren door tot meer dan één miljoen inwoners in 2032. Hoe zal deze bevolkingsaanwas de stad veranderen? Deel 3: de verengelsing van Amsterdam.

Door toename van expats zal er steeds meer Engels gesproken worden, ten onvrede van de Amsterdammer. Dit zal ook zorgen voor spraakverwarring.Beeld Sjoerd van Leeuwen

Elke zaterdagmiddag wordt in De Krijtberg, een ­katholieke kerk aan het Singel, een mis in het Engels gehouden. Speciaal voor toeristen, expats en andere kerkgangers die het Nederlands niet machtig zijn.


De Engelse mis trekt veel bezoekers, aldus koster Gerwin Roffel. "Het gaat hartstikke goed." Ook De Krijtberg loopt aan tegen de internationalisering van Amsterdam en daar zijn ze in de kerk erg blij mee, zegt Roffel. "De Nederlandse katholieke kerken lopen terug. Dit geeft nieuw elan."

Overigens blijft het niet bij Engels in de Krijtberg. Onlangs werd daar een expathuwelijk gesloten in het Duits. Ook andere kerken voeren hun missen in vreemde talen, meestal Engels. Dit exotische aanbod is exemplarisch voor een groter fenomeen: de verengelsing van Amsterdam. In veel cafés en restaurants is Engels de voertaal, veelal is bediening in het Nederlands helemaal niet meer mogelijk. Kerken, sportscholen, scholen en universiteiten volgen deze trend.

Het is voer voor maatschappelijk debat. Moeten we al dit Engels zien als een dienst aan de uitdijende internationale gemeenschap en de stroom toeristen in Amsterdam? Een houding die past bij een tolerante en open handelsstad? Of is het een belediging voor Amsterdammers die minder vaardig zijn in Engels of zich daar niet senang bij voelen?

Verschraling
Vaststaat dat de bevolking van Amsterdam elk jaar internationaler wordt. In 2017 kwamen 38.488 immigranten naar de stad, daar stonden 25.747 vertrekkers naar het buitenland tegenover. De meeste immigranten komen uit Engeland, Amerika, India en Duitsland.

Dat de Amsterdamse bevolking nog groeit, is vooral te danken aan deze immigratie, met ­name uit expatlanden. Geen wonder dat het ­Engels oprukt in de stad. Annette de Groot, hoogleraar taalpsychologie aan de Universiteit van Amsterdam, vindt dit een verschraling; van het Nederlands, van het onderwijs en van de stad.

Alleen Engels werkt tweedeling in de hand, in het voordeel van de hogeropgeleiden
'What would you like on your pannenkoek?'
Beeld Sjoerd van Leeuwen

"Een taal moet je gebruiken om hem vitaal te houden" zegt ze. "Het Nederlands ontwikkelt zich niet meer op academisch niveau, omdat de meeste opleidingen in het Engels zijn. Dat werkt door in alle delen van de maatschappij waar ­deze mensen gaan werken. Dan verzwakt de moedertaal."

Dat Amsterdammers voortdurend worden aangesproken in het Engels, noemt ze 'irritant'. "Uiteraard is er niets tegen tweetaligheid, maar als alleen Engels wordt gesproken, werkt dit tweedeling in de hand, in het voordeel van de hogeropgeleiden. We worden een provincie van de Angelsaksische wereld, waarin een hoop mensen niet kunnen meekomen. We creëren enclaves van geprivilegieerde burgers."

Ze kan zich voorstellen dat Amsterdammers een gevoel van vervreemding krijgen als ze in ­eigen stad veel Engels om zich heen horen. "Taal is een deel van onze identiteit."

Op de werkvloer
Aan de andere kant heeft Amsterdam het succes als handelsstad te danken aan zijn aanpassingsvermogen en internationale allure. "Madrid is met vier miljoen inwoners veel groter dan ­Amsterdam, maar internationaal van hetzelfde kaliber. Dat komt ook door het gemak waarmee wij overstappen op het Engels," zegt Sako Musterd, hoogleraar stadsgeografie aan de UvA.

Amsterdam staat met een elfde plek hoog ­genoteerd op de lijst van leefbaarste steden ter wereld, samengesteld door Mercer, een advies­bureau voor bedrijven met internationale werknemers. De kennis van het Engels is erg belangrijk, zegt Sabine Rock-Speelman van Mercer. "Dat vergroot de aantrekkelijkheid van de stad. Ik heb zelf bij TomTom gewerkt, daar wordt geen Nederlands meer gesproken op de werkvloer."

Rock-Speelman kan zich voorstellen dat in Amsterdam een debat wordt gevoerd over het oprukkende Engels en ook dat niet iedereen zich comfortabel voelt om in een andere taal koffie te bestellen. "Het gaat erom aan welk belang je het meest hecht. Als dat belang de economie is, dan is deze trend fantastisch."

Dit is deel 3 van een vierdelige serie over de groei van de stad naar 1 miljoen inwoners. Lees ook deel 1: 10 gevolgen van de bevolkingsgroei in Amsterdam en deel 2: Pittige groeispurt van Noord zet druk op het stadsdeel

We creëren enclaves van geprivilegieerde burgers
'What would you like on your pannenkoek?'
Beeld Sjoerd van Leeuwen

Andere steden

Eindhoven
Eindhoven wordt in rap tempo internationaler. Ter illustratie: in 2009 had bijna 92 procent van alle Eindhovenaren de Nederlandse nationaliteit, nu is dat minder dan 87 procent. Met name de aanwas van expats uit India en China is explosief. Dat heeft te maken met de jarenlange groei van de hightechbedrijven in de Brainportregio. Alleen chipmachinefabrikant ASML nam maandelijks al 250 nieuwe medewerkers aan.

Veel van die internationale kennis­werkers vestigen zich in Meerhoven. Dat die Eindhovense wijk een smeltkroes is geworden, laten de basisscholen zien. Op 't Slingertouw zitten 970 leerlingen, afkomstig uit veertig landen. In de jongste groepen van De Startbaan heeft 40 procent van de kinderen een buitenlandse nationaliteit. Op de Technische Universiteit is Engels vanaf 2020 de voertaal.

Ook de toename van Oost-Europese arbeidsmigranten en toeristen draagt bij aan de metamorfose van provinciestad naar metropool. Bij de kassa in de supermarkt word je vaker in het Engels aangesproken, menukaarten en bewegwijzering worden meertalig. En sinds kort hoor je als je de huisarts belt: 'For English, press one.' Maar de voertaal is nog overwegend Nederlands, al switcht de kroegbaas met alle liefde naar Engels als hij daardoor een kop koffie extra kan verkopen.
Twan Linders

Barcelona
In de straat bij La Pedrera, een van de beroemde gebouwen van Gaudí, lijken winkels en horeca vooral geïnteresseerd in buitenlandse toeristen. Op de hoek zit bar Break&Eat, daarnaast een hostel dat Craft beer and crazy food aanbiedt. Om de hoek een hippe barbier met Classic Cuts en zelfs de Catalaanse sterrenchef Xavier Pellicer heeft onder zijn naam Healthy Kitchen laten schrijven.

Maar in Barcelona is het Engels toch vooral een façade. Het menu van Pellicer, naast de deur, is volledig in het ­Catalaans, het ontbijt bij dat barretje op de hoek in het Spaans. Hoewel de stad vorig jaar 12 miljoen buitenlandse toeristen ontving, verbazen veel van die reizigers erover hoe beperkt het Engels van veel personeel in de horeca en de winkels is.

Barcelona, waar 18,5 procent van de bevolking buitenlander is, is geen stad met veel westerse expats. De grootste groep immigranten bestaat uit Italianen, gevolgd door Chinezen, Pakistanen, Fransen, Marokkanen, Filipijnen en immigranten uit Zuid-Amerika. Groepen die allemaal prima Spaans spreken en vaak amper Engels.
Aan de UAB, de grote universiteit, komen 2500 van de 43.000 studenten uit het buitenland. Het onderwijs is vooral in het Catalaans, maar voor de buitenlanders ook in het Spaans. Het aanbod in het Engels is zeer beperkt.

Als de locals in Barcelona zich al beklagen over de taal van het horeca- of winkelpersoneel, dan is dat omdat dat geen Catalaans spreekt. Het Engels in de naam en op de menukaart is handig om toeristen te lokken, maar daar houdt het wel op met de vreemde talen.
Edwin Winkels

Brussel
Eerst maar eens wat cijfers uit deze stad, die borrelt van de vreemde klanken. Er wonen meer dan een miljoen mensen in Brussel, meer dan de helft van hen is niet Belgisch en volgens recent onderzoek worden er 108 verschillende talen gesproken. Loop door Matonge en je hoort Congolees, in Sint-Gilles klinkt er Portugees, in Molenbeek Marokkaans, tussendoor links en rechts wat Engels, maar verder is het veel Nederlands en nog veel meer Frans.

De enorme toevloed van buitenlanders, of ze nu hoogopgeleid zijn en werken aan de Europese instituties of laagopgeleid en zich bewegen aan de onderkant van de samenleving, heeft niet geleid tot een linguïstische overval. Wat dat betreft is de strijd in België al gestreden: leef je be­noorden de taalgrens dan spreek je Nederlands, ­bezuiden die lijn is alles in het Frans te doen.

Die twee talen laten zich echt niet wegdrukken door het Engels, Duits, Spaans of wat dan ook. Voor de Vlamingen en de Walen is het bijna van existentieel belang om hun eigen taal te spreken. Brussel is officieel en in de praktijk tweetalig en daar blijft het bij. Behalve in dat ene koffiebarretje naast de Europese Raad. Daar blijven ze hardnekkig in het Italiaans naar je bestelling vragen.
Mark van Assen

Göteborg
In Zweden wonen zo'n half miljoen ­expats, vrijwel allemaal in de grote steden Stockholm, Malmö en Göteborg. Veel werken in de IT of in een van de grote bedrijven als Volvo, H&M en Skanska. Göteborg is zo'n stad waar je jaren kunt wonen zonder je ooit in het Zweeds te bekwamen, zo bewijzen de gebrekkige taalvaardigheden van veel expatvrienden. Waarom zou je? "Op het kantoor is de voertaal Engels," zeggen ze dan. "En met Engels kunnen we hier overal terecht."

Ze hebben een punt: volgens de ­English Proficiency Index hebben de Zweden van alle niet-Engelstalige landen de beste kennis van het ­Engels. Kinderen hier groeien op met onvervalste en niet-vertaalde Hollywoodfilms. Zodra ze een jaar of zeven zijn, beginnen de taallessen op school. Tegen de tijd dat ze slagen, is hun Engelse woordenschat bijna beter dan dat van de gemiddelde Brit.

En toch: elke buitenlander in Zweden heeft recht op SFI: Zweeds voor migranten, een taalcursus die gefaciliteerd wordt door de staat. Een excuus hebben expats dus niet, zou je denken. Maar de bevolking maakt het je ook niet gemakkelijk. Zweden blijken een uitstekende neus te hebben voor mensen met een niet-Zweedse achtergrond. Bij het minste vermoeden - misschien heb je te donker haar, draag je geen Fjällravenrugzak of kom je niet beheerst genoeg over - switchen ze naar Engels. Omdat ze je ­tegemoet willen komen of omdat ze het geduld niet hebben voor je stotterzweeds. 'Kan jag få en kaffe?' 'Sure. Do you want a cinnamon bun with that?'
Anne Grietje Franssen